over

PLATFORM TALENT

Ontdek nieuwe creatieve talenten die actief zijn op het gebied van design, architectuur en digitale cultuur, ondersteund door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Het Platform Talent laat zien wat artistieke en professionele groei betekent en is een bron van informatie voor andere makers en opdrachtgevers.

PROGRAMMA TALENTONTWIKKELING

Talentontwikkeling is een van de speerpunten van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Jaarlijks krijgen opkomende ontwerptalenten dankzij een beurs van het fonds de kans zich optimaal te ontwikkelen op het artistieke en professionele vlak. De ontwerpers zijn maximaal vier jaar geleden afgestudeerd en werkzaam binnen diverse disciplines van de creatieve industrie, van modevormgeving tot grafisch ontwerp, van architectuur tot digitale cultuur. Met het Platform Talent portretteert het Stimuleringsfonds alle individuele praktijken van ontwerpers die sinds 2013 zijn ondersteund.

2021

In 35 filmportretten van 1 minuut maak je op een persoonlijke en intieme wijze kennis met talentvolle ontwerpers, makers, kunstenaars en architecten die in 2020/2021 een talentontwikkelingsbeurs ontvingen. Concept: Koehorst in 't Veld en Roel van Tour (design Koehorst in 't Veld met Sjors Rigters, video Roel van Tour, interview Maarten Westerveen, soundtrack Volodymyr Antoniv). Tijdens de Dutch Design Week 2021 werden de filmportretten in een door Koehorst in 't Veld ontworpen installatie getoond in het Klokgebouw, Eindhoven.

Publicatie Platform Talent 2021

PLATFORM TALENT 2021
PLATFORM TALENT 2021
(4/2)
laad meer

ESSAYS

De afgelopen zeven jaar heeft het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie ruim 250 jonge ontwerpers ondersteund met de Regeling Talentontwikkeling. In drie longreads door Jeroen Junte wordt gezocht naar de gedeelde mentaliteit van deze ontwerpgeneratie.

2020

'Talent Tours' geeft via korte videoportretten, gemaakt door Studio Moniker, een inkijk in de denkwijze en praktijk van 39 opkomende ontwerptalenten, talenten die zich stuk voor stuk verhouden tot actuele maatschappelijke thema's. Wat zijn hun drijfveren, hun twijfels en ambities en welke waardes stellen zij voorop in hun werk? Van 18 tot en met 25 oktober 2020 presenteerde het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie de videoportretten in MU tijdens de Dutch Design Week en organiseerde dagelijks livestreams met nieuw talent.

Publicatie Platform Talent 2020

PLATFORM TALENT 2020
PLATFORM TALENT 2020
(4/2)
laad meer

2019

In 25 filmportretten van 1 minuut maak je op een persoonlijke en intieme wijze kennis met talentvolle ontwerpers, makers, kunstenaars en architecten die in 2018/2019 een werkbeurs ontvingen. Studio Moniker is verantwoordelijk voor het concept en de productie. Tijdens de Dutch Design Week 2019 werden de filmportretten getoond en performances gepresenteerd in MU, Eindhoven.

PLATFORM TALENT 2019
PLATFORM TALENT 2019
(4/2)
laad meer

2018

In 24 filmportretten van 1 minuut maak je op een persoonlijke en intieme wijze kennis met talentvolle ontwerpers, makers, kunstenaars en architecten die in 2017/2018 een werkbeurs ontvingen. Studio Moniker is verantwoordelijk voor het concept en de productie. Tijdens de Dutch Design Week 2018 zijn de filmportretten onderdeel van een installatie in het Veemgebouw.

PLATFORM TALENT 2018
PLATFORM TALENT 2018
(4/2)
laad meer

ESSAY: Longread Talent #3

Ik en de ander
De afgelopen zeven jaar heeft het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie ruim 250 jonge ontwerpers ondersteund met de Regeling Talentontwikkeling. In drie longreads wordt gezocht naar de gedeelde mentaliteit van deze ontwerpgeneratie, die is gevormd door de grote uitdagingen van onze tijd. Daarbij wordt onderzocht hoe ze omgaan met thema's als technologie, klimaat, privacy, inclusiviteit en gezondheid. In deze derde en laatste longread: niet langer ligt de focus op persoonlijk succes en individuele expressie maar op ‘de ander’....

2017

De vierde editie van In No Particular Order tijdens de Dutch Design Week 2017 presenteerde een collectief statement over de pluriforme hedendaagse ontwerppraktijk. In negen installaties stonden de thema's Positie, Inspiratie, Werkomgeving, Representatie, Geld, Geluk, Taal, Discours en Markt centraal. De presentatie in het Van Abbemuseum stond onder leiding van curator Jules van den Langenberg, zelf deelnemer aan het Programma Talentontwikkeling in 2017.

PLATFORM TALENT 2017
PLATFORM TALENT 2017
(4/2)
laad meer

2016

In de derde editie van In No Particular Order in 2016 gaf curator Agata Jaworska inzicht in wat het betekent om een ontwerppraktijk te hebben. Hoe creëren ontwerpers de omstandigheden waarin ze werken? Wat kunnen we leren van hun methodiek en werkwijze? In geluidsopnamen en met schetsen reflecteren de ontwerpers op deze vragen. Tezamen geven ze een persoonlijk beeld van de ontwikkeling van hun artistieke praktijken.

In No Particular Order 2016

PLATFORM TALENT 2016
PLATFORM TALENT 2016
(4/2)
laad meer

2015

De tweede editie van de tentoonstelling In No Particular Order vond plaats in het Veemgebouw tijdens de Dutch Design Week 2015. Curator Agata Jaworska stelde de processen, uitgangspunten en visies achter de totstandkoming van werk centraal aan de hand van een databank met beelden uit de persoonlijke archieven van de ontwerpers. Wat drijft de hedendaagse ontwerper? Wat zijn hun inspiratiebronnen, motivaties en ambities?.

In No Particular Order 2015

PLATFORM TALENT 2015
PLATFORM TALENT 2015
(4/2)
laad meer

2014

Wat maakt iemand tot een talent? Hoe wordt talent gevormd? Dat was de centrale vraag van eerste tentoonstelling In No Particular Order in de Schellensfabriek tijdens de Dutch Design Week 2014. Curator Agata Jaworska presenteerde niet alleen werk van de individuele talenten maar legde ook trends en onderlinge overeenkomsten bloot.

In No Particular Order 2014

PLATFORM TALENT 2014
PLATFORM TALENT 2014
(4/2)
laad meer
essays
essays

Dancing with trouble

DE LICHTING 2022 IS TIJDENS DUTCH DESIGN WEEK GEPRESENTEERD VIA HET PROGRAMMA DANCING WITH TROUBLE, EEN THEMA DAT OP HET LIJF IS GESCHREVEN VAN DEZE GROEP OPKOMENDE ONTWERPERS EN MAKERS.

In haar boek Staying with the Trouble: Making Kin in the Chthulucene (2016) stelt filosofe en theoreticus Donna Haraway dat de mensheid bij het bouwen aan de toekomst niet verstrikt moet raken in het repareren van systemen waarvan bekend is dat ze zijn verouderd. In plaats daarvan stelt zij voor de verbeelding onbeperkt de ruimte te geven, voorbij het bekende, door aanwezig te zijn en de verbinding met anderen aan te gaan, in onvoorspelbare of verrassende combinaties en samenwerkingen. Bij de problemen blijven betekent voor haar dat we als mensen niet alleen oplossingen nodig hebben, maar vooral elkaar.

Wat in de groep opkomende ontwerpers en makers van dit jaar voelbaar is, is de zoektocht naar het collectief en de behoefte om over de grenzen van ontwerpdisciplines heen te gaan. Maar ook de wanorde die staat voor problemen en de vrijheid die het geeft om te experimenteren. Ze kijken naar de wereld zonder te denken in oplossingen. Voorbij toekomstscenario’s, omarmen ze moedig de mogelijkheid om geen eindpunt, geen oplossing of helemaal geen toekomst te hebben. Toch leidt dit niet tot verlamming of verslagenheid. De talenten durven te dansen met het leven en met problemen. Stevig gegrond in het hier en nu, ervaren ze, experimenteren ze, stellen ze vragen en navigeren ze door het onbekende. De benaderingen verschillen, maar zijn verbonden door beweging. De beweging vooruit, naar binnen of achterwaarts, voortdurend nieuwe verbindingen makend, veranderend van hoek, perspectief en positie, zonder vooraf bepaalde uitkomst. De groep onderscheidt zich door deze beweging die kan worden geïnterpreteerd als een continue dans met de fundamentele problemen waar we vandaag de dag voor staan – beweeglijk, zacht, vloeiend en gedurfd.

De opkomende talenten delen een holistisch perspectief en ontwerpen liever een verbeelding of een deel van het proces dan een object omwille van het object. We zien ontwerpers zich wenden tot oude of voorouderlijke kennis, om zich voor te stellen hoe het opnieuw verbinden met land, bodem en natuur alternatieve manieren van bestaan en erbij horen kan bieden. Sommige makers zoeken naar verbindingen met een meer gevarieerde groep wezens, waaronder niet-menselijke en digitale entiteiten, om de wereld en de positie van de mens daarin te begrijpen. Verschillende onderzoeken de menselijke vaardigheden, en hoe gevoelens in tegenstelling tot gedachten een waardevolle en geldige bron van kennis kunnen zijn bij het navigeren naar de toekomst. Anderen stellen zich voor hoe onze toekomstige omgeving – fysiek, digitaal en hybride – eruit zou kunnen zien, en welk gedrag we misschien moeten beheersen om in deze ruimten te kunnen bestaan.

Hoewel ze allemaal op hun eigen ritme dansen, zijn de talenten verbonden door het idee dat we niet alleen staan in het omgaan met de uitdagingen van onze tijd. Integendeel: ze tonen een diepgewortelde overtuiging dat alles met elkaar verbonden is en dat we hoopvol mogen zijn, zolang we elkaar hebben. Maar bovenal inspireren ze ons om de zilveren omlijsting te zien. In plaats van een leven te leiden vol zorgen over het verleden of de toekomst, kunnen we ervoor kiezen hier en nu te zijn. Problemen zijn een gegeven, maar het leven is een dansvloer.


INTERVIEW DANCING WITH TROUBLE

DANCING WITH TROUBLE IS SAMENGESTELD DOOR AGOOG EN PROGRAMMA­MAKER STEDELIJKE OMGEVING EVA VAN BREUGEL, PROGRAMMA­MAKER EN STRATEGISCHE CONSULTANT OP HET SNIJVLAK VAN MODE, DESIGN, KUNST EN MAATSCHAPPIJ ESTHER MUÑOZ GROOTVELD EN CURATOR, SCHRIJVER EN ONDERZOEKER OP HET VLAK VAN HEDENDAAGSE (MEDIA)KUNST, VISUELE EN DIGITALE CULTUUR MANIQUE HENDRICKS. MARIEKE LADRU EN SHARVIN RAMJAN, BEIDEN VERBONDEN AAN DE REGELING TALENTONTWIKKELING VAN HET STIMULERINGSFONDS, SPRAKEN MET DE DRIE PROGRAMMAMAKERS.

WAT IS VOLGENS JULLIE HET BELANG VAN TALENTONTWIKKELING?

EB ‘Talentontwikkeling is wat mij betreft essentieel. We staan voor grote transitieopgaven op het gebied van wonen, energie, water, vergroening en verduurzaming of kort samengevat: voor een veranderende samenleving en cultuur. Om daar een goed antwoord op te geven, is een nieuwe garde nodig. Die zorgt voor een frisse blik en andere benaderingen.’

MH ‘Het zijn opgaven die vakmatig interessant zijn, maar ook problematieken om je als mens toe te verhouden. Dat vergt wat, ook van deze jonge makers. En de eerste jaren na afstuderen zijn sowieso best ingewikkeld. Ook daarom is het bestaan van de talentontwikkelingsbeurs van belang. Het biedt naast geld en tijd, ruimte voor focus, mogelijkheden om je zichtbaar te maken en kansen om samenwerkingen en connecties aan te gaan.’

EMG ‘Een van de belangrijke waarden van de beurs is dat talent elkaar ontmoet. Zo kunnen ze samen vooruit bewegen; dat geeft vertrouwen. Talent is vaak de voorhoede omdat ze nog een bepaalde onbevangenheid hebben. Ze kijken met hoop naar de toekomst en treden deze met lef en vrijheid tegemoet. Ik vind dat heel mooi om te zien.’

WAT KENMERKT DEZE MAKERS?

MH ‘Die hoop die Esther benoemt, is zeker opvallend. Deze makers schetsen geen dystopische toekomst. Ze beseffen dat ze leven en werken in een ingewikkelde tijd, maar willen niet stilstaan en bewegen juist mee op de golven. Het collectief is daarbij belangrijk. Daarom heeft het inhoudelijk programma ook de titel Dancing with Trouble gekregen. Ieder kiest zijn eigen ritme, maar het gebeurt wel samen.’

EB ‘Veel makers zijn bezig met persoonlijke thema’s als identiteit, queer community en diaspora, maar ook met de huidige crises in de wereld en de effecten daarvan op klimaat, veranderend landschap, beschikbare landbouwgronden en migratie. Wie heeft het recht bepaalde ruimte te claimen? Dat is een reële vraag in fysieke maar ook in filosofische en culturele zin. Ontwerp en onderzoek bevragen deze status quo door op nieuwe manieren te kijken naar het bestaande.’

MH ‘De geleefde ervaring staat vaak centraal. Hoe kun je die doorgeven? Dat gebeurt bijvoorbeeld door de inzet van technologie, zodat de gebruiker – het publiek – zich kan inleven in de ander, ervaringen kunnen worden gedeeld en gemeenschappen kunnen worden gebouwd. Het creëren en waarderen van andere vormen van kennisoverdracht heeft daarin de aandacht.’

EMG ‘Kenmerkend aan deze groep opkomende makers is wat mij betreft ook de holistische benadering en de verbinding die zij zoeken met de omgeving en de toekomst. Je ziet dat de ontwerpers werken aan het vormgeven van relaties en verbanden. Het fysieke object lijkt vaak een bijzaak; het gaat vooral om het in gang zetten van dialoog of verandering.’

EB ‘De nadruk ligt vaak op het proces en het experiment, er is minder focus op een einddoel of -product. Daarbij valt op dat deze talenten allemaal zeer adaptief bewegen in de huidige tijden van transitie.’

BRENGT DAT OOK UITDAGINGEN MET ZICH MEE?

EMG ‘Het ontbreken van een tastbaar eindresultaat kan het lastiger maken om een verhaal over te brengen. Een beeld spreekt natuurlijk duizend woorden. Projecten rond complexe vraagstukken zijn vaak nog moeilijk in taal te vatten, voor sommige onderwerpen bestaat simpelweg nog geen vocabulaire.’

EB ‘Misschien is het ook makkelijker om aan een idee te werken en is het in deze fase van je praktijk nog moeilijk om stelling te nemen en dat te concretiseren in een product dan wel een eindpunt. Anderzijds is dit wellicht ook een kwaliteit van de nieuwe garde!’

DENKEN JULLIE DAT DIE OPKOMST VAN HYBRIDE PRAKTIJKEN GEVOLGEN HEEFT VOOR DE TOEKOMST VAN HET ONTWERPVELD TEN OPZICHTE VAN BEELDENDE KUNST?

EMG ‘De link met beeldende kunst is eigen aan de Nederlandse ontwerpsector. Ontwerpers worden vaak nog opgeleid aan kunstvakopleidingen waar artistieke expressie centraal staat. Het is dan ook niet gek dat de grens tussen ontwerp en beeldende kunst soms dun is. Wat ik een spannendere ontwikkeling vind, is dat steeds meer makers zich in heel andere vakgebieden verdiepen, zoals biologie of geologie. Dit leidt tot samenwerkingsprojecten waarin de ontwerper vaak de spil is.’

EB ‘Ontwerpers en kunstenaars werken veel meer interdisciplinair en vakoverstijgend, ze ontwikkelen zich sneller dan de ondersteunende systemen. Dat is ingewikkeld in het werkveld. Fondsen bijvoorbeeld hebben vaak toch de behoefte makers op disciplines in te delen. Maar ook als je in opdracht werkt, kan het lastig zijn als je een complexer profiel hebt.’

EMG ‘Inderdaad, een hybride praktijk is moeilijker in een hokje te plaatsen. Zeker binnen de geïnstitutionaliseerde wereld is het soms nog moeilijk voor deze praktijken om een plek te vinden. De makers staan voor vragen als: Hoe claim ik mijn positie in het veld? Hoe toon ik de relevantie van mijn werk? En hoe krijg ik mijn werk gefinancierd? Voor ontwerpend onderzoek, iets wat geen voorbedacht eindresultaat kent, is dat vaak best lastig. Welke opdrachtgevers durven ruimte te geven aan experiment? De makers moeten goed nadenken wie ze uit de industrie en uit andere disciplines bij hun werk betrekken.’

HET PROGRAMMA DANCING WITH TROUBLE HEEFT VIJF THEMA’S. KUNNEN JULLIE DIE TOELICHTEN?

EMG ‘Wij zagen vijf verbindende thema’s die leidend zijn voor de verschillende presentaties, performances en talks gedurende de Dutch Design Week 2022. Het thema Sensing Forward heeft betrekking op de toenemende erkenning voor gevoelens en ervaringen als een waardevolle en geldige bron van kennis. Een mooi voorbeeld is het werk van productontwerper Boey Wang die zich afvraagt hoe je kunt ontwerpen vanuit tast en voelen. Beyond Bodies gaat over het niet langer centraal stellen van de mens en het leren luisteren naar de natuur en andere entiteiten. Zo laat Dasha Tsapenko een glimp van het geklede lichaam in de toekomst zien, door te onderzoeken hoe we ons kleden als onze kledingstukken levende wezens zijn. Relating to Land(scapes) stelt ons toekomstige landschap centraal, en de nieuwe vaardigheden en het gedrag dat we moeten ontwikkelen om te leven en navigeren met elkaar. Lieke Jildou de Jong keek bijvoorbeeld naar het beste dieet voor onze bodem. Longing to Belong agendeert het gevoel van onthechting waarmee veel mensen in deze hyperindividualistische tijd kampen. Wat is de betekenis van ‘je thuis voelen’ en hoe kunnen ontwerpers bijdragen aan een gevoel van saamhorigheid?’ In Power to the Personal tot slot, staan de praktijken centraal waarin persoonlijke verhalen een belangrijke rol spelen.

MH ‘De vijf thema’s zijn een weergave van het gevoel en de beweging die deze groep ontwerpers en makers laat zien. Het is bijzonder om zoveel nieuwe ideeën bij elkaar te zien en stemt optimistisch dat de groep ook uit veel makers bestaat die eerder niet werden vertegenwoordigd in de sector.’­­­­­

Longread Talent #1
Ik en mijn praktijk
Hoe ontwerptalenten zichzelf opnieuw (moeten) uitvinden

De afgelopen zeven jaar heeft het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie ruim 250 jonge ontwerpers ondersteund met de Regeling Talentontwikkeling. In drie longreads wordt gezocht naar de gedeelde mentaliteit van deze ontwerpgeneratie, die is gevormd door de grote uitdagingen van onze tijd. Daarbij wordt onderzocht hoe ze omgaan met thema’s als technologie, klimaat, privacy, inclusiviteit en gezondheid. In deze eerste longread: de diepgaande reflectie op het vakgebied en plek van de eigen praktijk daarin. ‘De vastgeroeste uitgangspunten van mode, design en architectuur worden bevraagd en verrijkt met nieuwe instrumenten, technieken, materialen en podia.’

HetDirty Design Manifest van Marjanne van Helvert is een vlammend betoog tegen de vervuilende productie van veel designobjecten. En passant wordt afgerekend met het aanwakkeren van de consumptie door verleidelijke designproducten zonder eigenheid of intrinsieke waarde. Het manifest richt de pijlen niet alleen op fabrikanten en consumenten, maar ook op ontwerpers die te weinig aandacht hebben voor duurzaamheid, ongelijkheid of andere prangende maatschappelijke kwesties. Het is kortom een j’accuse tegen de schaduwkanten van design. 

Marjanne van Helvert, The Responsible Object: A History of Design Ideology for the Future
Marjanne van Helvert, The Responsible Object: A History of Design Ideology for the Future

Van Helvert is naast criticus ook textielontwerper en ontwikkelde Dirty Clothes, een unisekscollectie van gebruikte kleding. Om haar kritische visie verder te ontwikkelen, ontving ze in 2016 een talentontwikkelingsbeurs van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Deze subsidie van vijfentwintigduizend euro wordt door het Stimuleringsfonds jaarlijks aan zo’n dertig jonge ontwerpers toegekend. Van Helvert gebruikte de ondersteuning voor het schrijven van The Responsible Object: A History of Design Ideology for the Future. In deze bundel houdt zij diverse designfilosofieën grondig tegen het licht en test deze op houdbaarheid en toepasbaarheid, nu en in de nabije toekomst. Het zal niet verbazen dat het boek alleen al qua ontwerp overtuigend was, uitgevoerd in een strak grid en een krachtig zwart-wit-oranje kleurpalet. Met de inhoud profileert Van Helvert zich bovendien als een scherpzinnig denker en gewetensvol onderzoeker.

Sabine Marcelis, materialenbibliotheek
Sabine Marcelis, materialenbibliotheek

OORLOGSWONDEN HELEN

De wijze waarop Van Helvert zich tot haar werk verhoudt, is kenmerkend voor een generatie ontwerpers die hun kritische blik niet langer alleen op de eigen beroepspraktijk richten, maar op het hele vakgebied. Deze trend komt duidelijk naar voren als we de verschillende lichtingen bekijken die door jaren heen een beurs ontvingen via de Regeling Talentontwikkeling. Met elkaar geven deze ontwerplichtingen daardoor een actueel beeld van de creatieve industrie.

Sinds de lancering van de Regeling Talentontwikkeling in 2014 hebben zo’n 250 jonge ontwerpers gebruikgemaakt van deze mogelijkheid om zich te professionaliseren. De eerste jaren richtten de deelnemers zich vooral op een diepgaande reflectie op de eigen praktijk. Met veel succes overigens. Productontwerper Sabine Marcelis (lichting 2016) bijvoorbeeld gebruikte het jaar om nieuwe samenwerkingen met manufacturing professionals op te bouwen. Wat resulteerde in een bibliotheek met nieuwe, pure materialen inzetbaar voor diverse projecten. Het zou haar wereldfaam brengen. Modeontwerper Barbara Langedijk en sieradenontwerper Noon Passama (lichting 2015) experimenteerden in het gezamenlijk project Silver Fur met een hightechtextiel met eigenschappen van bont. Het resulteerde in een innovatieve collectie waarin kleding en sieraden op een organische manier versmelten. Of architect Arna Mačkić (lichting 2014) die zich boog over de rol die architectuur kan spelen in het helen van oorlogswonden in haar geboorteland Bosnië. Mačkić was in 2019 de winnaar van de Jonge Maaskantprijs, de belangrijkste onderscheiding voor jonge architecten. Al deze talenten verbreedden hun persoonlijke fascinaties en versterkten hun ontwerpkwaliteiten om zo een uniek profiel te ontwikkelen. Dit is – de naam zegt het al – nog steeds de basis van de Regeling Talentonwikkeling.

Maar gaandeweg werden door de geselecteerde talenten niet alleen persoonlijke grenzen verlegd, meer en meer werden ook vanzelfsprekende grenzen van het vakgebied onderzocht. De jongste lichtingen laten ook zien dat onderzoek niet langer een manier is om tot een ontwerp te komen. Onderzoek ís het ontwerp geworden. Niet alleen in mode maar ook in productdesign, grafisch ontwerp, architectuur en gaming, interactive en ander digital design. Waarom zou een architect altijd een gebouw moeten ontwerpen? Of een stadswijk of landschap? Dat is het uitgangspunt van de utopische landschappen van Carlijn Kingma (lichting 2018). Haar architectuur bestaat alleen op papier en is gemaakt van niets anders dan gitzwarte inkt. De zeer gedetailleerde pentekeningen zijn vaak meer dan een meter hoog en breed en bestaan uit gebouwen die deels fantasie en deels historisch zijn. Met deze kaarten verbeeldt zij abstracte en complexe maatschappelijke begrippen waarmee de architectuur al eeuwenlang stoeit – de utopie, het kapitalisme of zelfs angst en hoop. Kingma voedt haar vakgebied met filosofische bespiegelingen en historisch besef. Door zich niet architect maar ‘cartograaf van denkwerelden’ te noemen, plaatst zij zichzelf buiten de architectuur. Ze is tegelijkertijd deelnemer én beschouwer van haar vak. Net als Marjanne van Helvert.

Carlijn Kingma, A Histoty of the Utopian Tradition
Carlijn Kingma, A Histoty of the Utopian Tradition

TECH-FOOD ALS CONVERSATION PIECE

De textielontwerper die een boek maakt en de architect die niet wil bouwen – het is exemplarisch voor een generatie die het eigen vakgebied onderzoekt en opnieuw definieert. Wat zijn de opties voor een modeontwerper die zich wil onttrekken aan de dominante industrie? Wat betekent het om een productontwerper te zijn in een wereld die ten onder gaat aan overconsumptie? Hoe ga je om met kwesties als privacy of verslavende clickbait bij het ontwerpen van een app, website of game? Dit fundamentele zelfonderzoek is weliswaar gebaseerd op persoonlijke dilemma’s, soms zelfs frustraties, maar voedt de hele beroepsgroep.

Dat onderzoek kan hyperrealistisch én hypothetisch zijn. Als food designer creëert Chloé Rutzerveld (lichting 2016) projecten over het voedsel van de toekomst waarbij ze design, wetenschap, technologie, gastronomie en cultuur verbindt. Edible Growth is een ontwerp voor kant-en-klare gerechtjes uit de 3D-printer. Deze zijn opgebouwd uit lagen met zaden, sporen en een eetbare voedingsbodem. Eenmaal geprint ontwikkelen ze zich door natuurlijke gist- en rijpprocessen in enkele dagen tot een volledig eetbaar minituintje. Het is geen nadrukkelijk concreet product dat Rutzerveld ontwikkelde, maar een paper concept om maatschappelijke en technologische vraagstukken rond voedsel bespreekbaar te maken voor een breed publiek. Op basis van mediageniek beeld van nepgerechtjes en een intrigerende projecttekst wordt Rutzerveld inmiddels internationaal uitgenodigd voor lezingen en tentoonstellingen. Haar prototype is het product geworden.

Deze onderzoekende houding is de verbindende factor geworden tussen de jonge ontwerpers die een talentontwikkelingsbeurs ontvingen. Het doel kan een concreet resultaat zijn – bijvoorbeeld het aanleggen van een materialenbibliotheek of een modecollectie los van seizoenen en gender. Maar ook wordt het hele vakgebied onderzocht, onder meer met een manifest over dirty design. Of door de rol van de ontwerper als producent te verkennen, zoals Jesse Howard (lichting 2015) doet met zijn alledaagse apparaten waarbij de gebruiker een actieve rol speelt in zowel het ontwerp- als maakproces. Howard buigt zich over innovatieve manieren om digitale fabricagetools als 3D-printen en computergestuurde lasercutters of freesmachines in te zetten in een opensourcekennisplatform. Zo ontwerpt hij eenvoudige huishoudelijke apparaten als een waterkoker en stofzuiger die de consument zelf kan maken van bouten, koperleidingen en andere standaardmaterialen uit de bouwmarkt. Specifieke onderdelen als de beschermkap kunnen worden vervaardigd met een 3D-printer. De benodigde technieken worden gedeeld op het kennisplatform. Is het apparaat defect, dan kan de producerende consument oftewel prosumer deze zelf repareren. Deze doe-het-zelfproducten worden vervaardigd van lokale materialen en bieden een duurzaam en transparant alternatief voor massaproductie.

Juliette Lizotte
Juliette Lizotte

PERFORMER, DJ, CHOREOGRAAF – EN ONTWERPER

Tijdens de afgelopen zeven jaar Talentontwikkeling zijn de grenzen van de ontwerpdisciplines niet alleen afgetast maar vooral ook opgerekt met een nieuw idioom. Er is social design, food design, conceptual design en speculative design. Architecten fungeren als kwartiermaker en cartograaf. Mode ontregelt met antropologische installaties. Meer nog dan met een set vaardigheden onderscheidt ontwerptalent zich met een onderzoekende mentaliteit. Soms is de individuele beroepspraktijk zo ingericht dat de disciplines grafisch ontwerp, architectuur of mode niet eens meer het vanzelfsprekende middelpunt zijn.

Juliette Lizotte (lichting 2020) wil met video’s en LARP (live action role-playing, een rollenspel waarbij spelers een fantasierol aannemen) de discussie over klimaatverandering aanwakkeren. Onder de naam Jujulove is zij actief als dj, werkt ze samen met dansers en theatermakers en maakt ze met een modeontwerper uit gerecycled plastic kostuums voor de dansers in haar video’s. In een zelfgekozen rol als heks draagt zij het ecofeminisme uit, waarin de vrouw een scheppende en helende kracht op de natuur vertegenwoordigt. Via een multisensorische ervaring van beeld, geluid en performance mikt ze met haar werk vooral op jongeren en andere doelgroepen buiten het culturele veld. Maar haar fantasiewereld staat feitelijk ook parallel aan de traditionele ontwerpwereld. Jujulove is geen ontwerper maar creëert met uiteenlopende disciplines als film en storytelling een grensverleggend totaalontwerp.

Niet langer staat de ontwerper centraal in zijn eigen ontwerppraktijk. Er wordt nadrukkelijk gezocht naar interdisciplinaire samenwerking en interactie. De Frans-Caraïbische programmeur/ontwerper Alvin Arthur (lichting 2020) is weliswaar getraind als ontwerper maar heeft zich ontplooid tot een veelzijdig performer, onderwijzer, onderzoeker en verbinder. Zijn instrumentarium is het eigen lichaam, dat hij gebruikt om te verbeelden hoe het schrijven van computerprogramma’s in zijn werk gaat. Body.coding noemt hij zijn mengvorm van choreografie, performance en design. Met een speciaal ontwikkeld lesprogramma vol groepsdans en beweging leert hij basisschoolkinderen dat hun leefomgeving digitaal is geprogrammeerd; van het ontwerpen en produceren van hun smartphone tot schoolgebouw en hun eigen woonplaats. Maar vooral ook dat programmeren en ontwerpen niet per se iets statisch is wat je doet achter een bureau. Ontwerpen is nadenken, bewegen, combineren en samenwerken.

En dan vooral dat laatste, samenwerken. Soms wordt vanuit twee verschillende disciplines samengewerkt; sieradenontwerper Noon Passama en modeontwerper Baraba Langendijk bijvoorbeeld. Maar steeds vaker ook bundelen ontwerpers hun kennis en vaardigheden in een hecht collectief. Knetterijs (lichting 2019) is een achttal grafisch ontwerpers die zich als één studio manifesteren. Ieder heeft zijn eigen expertise en functie; van analoge druktechnieken, zoals risoprint en zeefdrukken, tot digitale illustratietechnieken of de exploitatie van de Knetterijs-webshop. Het ontwikkelingsjaar werd benut met het gezamenlijk maken van drie ‘magazines’ waarin nieuwe technieken als grafische audiotracks en een interactief e-zine werden verkend. Het individuele ego heeft plaatsgemaakt voor een ‘we go’.

Saïd Kinos, HIDEOUT, Uruma hotel in Okinawa, Japan. Foto Masafumi Kashi
Saïd Kinos, HIDEOUT, Uruma hotel in Okinawa, Japan. Foto Masafumi Kashi

STORYTELLING EN STREET ART

Deze transformatie van de ontwerpdisciplines zit inmiddels in de haarvaten van de Regeling Talentontwikkeling. Sinds 2019 wordt met de scout nights creatief talent dat niet is opgeleid aan de gangbare opleidingen – zoals de Design Academy Eindhoven of de TU Delft – een kans geboden om eigen werk te pitchen voor een selectiecommissie. Het zijn professionals in artdirection, storytelling of stadmaken die hiermee de kans krijgen om hun praktijk te verdiepen. Streetartist Saïd Kinos (lichting 2020) had al succes met zijn kleurrijke, grafische muurschilderingen waarin hij gebruikmaakt van ontwerptechnieken als collage en typografie. Dankzij een talentontwikkelingsbeurs kan hij het hokje streetart nu overstijgen en zijn praktijk uitbouwen tot die van een autonoom kunstenaar die niet meer alleen de stad als canvas heeft. Hij heeft zich bekwaamd in digitale technieken als augmented reality, animatie en projection mapping (de projectie van bewegend beeld op gebouwen).

EEN PRAKTIJK VAN EVOLUTIE

Zo valt het stimuleren van de individuele of collectieve praktijk samen met de ontwikkeling van het gehele vakgebied. Vaste uitgangspunten van traditionele ontwerpdisciplines als mode, design en architectuur worden verkend en verrijkt met nieuwe instrumenten, technieken, materialen en podia. Zodat inmiddels alles door elkaar loopt; straat, museum en website, cartografie en spuitbus, hekserij en 3D-printers. Deze ontwerptalenten reageren niet alleen op maatschappelijke ontwikkelingen – zij drukken er ook hun stempel op, en vormen daarmee de maatschappij van morgen. Wat meteen ook het ultieme bewijs is van de noodzaak van talentontwikkeling.


Tekst: Jeroen Junte

Longread Talent #2
Ik en de wereld
Post-crisis ontwerpgeneratie zoekt (en vindt) zijn plek in kwetsbare toekomst

De afgelopen zeven jaar heeft het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie ruim 250 jonge ontwerpers ondersteund met de Regeling Talentontwikkeling. In drie longreads wordt gezocht naar de gedeelde mentaliteit van deze ontwerpgeneratie, die is gevormd door de grote uitdagingen van onze tijd. Daarbij wordt onderzocht hoe ze omgaan met thema's als technologie, klimaat, privacy, inclusiviteit en gezondheid. In deze tweede longread: ontwerptalent wordt gevoed door een gevoel van urgentie. ‘Als wij het tij niet keren, wie dan wel?’

15 september 2008. 12 december 2015. 17 maart 2018. Het lijken willekeurige data. Maar deze momenten hebben een stempel gedrukt op het ontwerpveld van nu. Op 15 september 2008 namelijk ging de New Yorkse zakenbank Lehman Brothers failliet; de daaropvolgende diepe financiële crisis legde de wanorde van het mondiale economisch systeem haarscherp bloot. Op 12 december 2015 sloten 55 landen (inmiddels 197) een vergaand Klimaatakkoord, waarmee klimaatverandering als vaststaand feit werd erkend. De industriële uitputting van bestaande grondstoffen en energievoorraden is ‘officieel’ onhoudbaar. En op 17 maart 2018 berichtte The New York Times over een grootschalige politieke manipulatie door het databedrijf Cambridge Analytica. Het democratisch ideaal van de twintigste eeuw spatte uiteen op fake news en privacyinbreuk.

Deze gebeurtenissen – en nog wel meer overigens – markeren een permanente staat van crisis in de wereld. De ruim 250 ontwerpers die sinds 2014 zijn ondersteund via de Regeling Talentontwikkeling van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie zijn opgeleid tijdens en daarmee gevormd door deze crises. Zij behoren tot de laatste ontwerpgeneratie die 11 september 2001 nog bewust heeft meegemaakt. Een generatie die wordt gemotiveerd door een gevoel van urgentie. Zij weten: als wij het tij niet keren, wie dan wel? Tegelijkertijd zijn ze gespeend van arrogantie. Zij zijn zich terdege bewust van de beperkingen van zowel hun expertise als de discipline waarin ze werken – of dat nou productdesign, mode, digitaal ontwerp of architectuur is. De illusie dat zij die ene alomvattende oplossing hebben, koesteren ze niet.

Irene Stracuzzi, The legal status of ice
Irene Stracuzzi, The legal status of ice

DE GELDSTROMEN IN KAART

Maar communicatie is ook een krachtig wapen, weet Femke Herregraven (lichting 2015). De grafisch ontwerper verdiepte zich in de financiële constructies achter de neoliberale wereldeconomie en maakte deze zichtbaar. Herregraven richtte zich hierbij op de offshoreconstructies en het loskoppelen van kapitaal en fysieke locaties. Met een serious game liet ze je spelenderwijs kennismaken met de internationale belastingconstructies in verre oorden. Dit Taxodus put uit een grote database, waarin verschillende internationale belastingverdragen en gegevens van bedrijven en landen zijn verwerkt. Rijk worden was inderdaad nog nooit zo leuk en makkelijk. Daarnaast onderzocht zij de koloniale geschiedenis van Mauritius en de nieuwe rol van dit eiland in de Indische Oceaan als belastingparadijs. Met minutieus speurwerk en verrassende ontwerpen toonde Herregraven verborgen waardesystemen en maakte de materiële en geografische gevolgen ervan inzichtelijk. Om het ongebreidelde kapitalisme te kunnen hervormen, moet je toch eerst de valkuilen ervan kennen.

Kennis is ook macht. Daarmee zoeken deze ontwerpers hun plek in een wereld die steeds kwetsbaarder is. Heel letterlijk kwetsbaar ook, want klimaatverandering wordt als grootste bedreiging ervaren. Ook hier bepalen geopolitieke krachten het speelveld, toonde grafisch ontwerper Irene Stracuzzi (lichting 2019). Met haar installatie The legal status of ice verbeeldt zij de claim die de vijf Arctische landen – Rusland, Canada, Denemarken, Noorwegen en de VS – leggen op de Noordpool. Onder het smeltende zee-ijs kunnen zich tenslotte immense olie- en gasvelden bevinden. Maar zou niet juist dat ijs zelf, dat sinds het einde van de jaren zeventig met de helft is geslonken, aan de orde moeten zijn? Dit contemporaine imperialisme is door Stracuzzi letterlijk in kaart gebracht met een reusachtig 3D-model van de Noordpool waarop de overlappende claims en andere data worden geprojecteerd. The legal status of ice gaat over de Noordpool, maar ook over de uraniummijnen in Angola, of de nieuwe ruimtewedloop op zoek naar delfstoffen op de maan. Het gaat over een systeem van uitbuiting en kolonialisme. Stracuzzi’s werk werd door de invloedrijke curator Paola Antonelli geselecteerd voor de manifestatie Broken Nature in de Triennale di Milano in 2019. Niemand kan nu nog beweren dat wij het niet wisten.

Marco Federico Cagnoni
Marco Federico Cagnoni

LEVENDE LAMPEN

Het besef dat de complexiteit van de klimaatcrisis te groot is om het alleen het hoofd te bieden, zit diep. Gretig werken ontwerpers samen met andere disciplines. Zo doet Marco Federico Cagnoni (lichting 2020) met de Universiteit Utrecht onderzoek naar latexproducerende eetbare planten. Onder meer maïs en aardappelen worden nu nog verbouwd als grondstof voor bioplastic, waarbij in dat productieproces de voedingsstoffen verloren gaan. Cagnoni concentreert zich op voedselgewassen waarvan het restmateriaal ook wordt verwerkt tot volwaardige bioplastics.

Vanuit een besef dat de aarde niet langer straffeloos kan worden uitgebuit, zoeken ontwerpers naar een symbiose met de natuur. De routekaart is divers: de natuur wordt beschermd, nagebootst, gerepareerd of verbeterd. We zijn tenslotte in het Antropoceen, het tijdperk waarin menselijk handelen al het leven op aarde beïnvloedt. Maar als de natuur door de mens kan worden vernietigd, dan kan deze ook worden herschapen. Biodesigner Teresa van Dongen (lichting 2016) werkte voor de ontwikkeling van de lamp Ambio op basis van lichtgevende bacteriën samen met microbiologen van de TU Delft en Universiteit Gent. De lamp is feitelijk een lange buis met een vloeistof waarin zeebacteriën leven; als de buis schommelt worden de bacteriën geactiveerd om licht af te geven. Hoe beter er voor de bacteriën wordt gezorgd, hoe meer en langer ze licht geven. Naast een duurzaam alternatief fungeert haar biolamp ook als krachtig communicatiemiddel. Het kan dus wel, samenwerken met de natuur. Wij zijn het alleen verleerd.

Teresa van Dongen, Ambio
Teresa van Dongen, Ambio

Daarom zoeken ontwerpers ook naar manieren om ons contact met de natuur te herstellen. Architect Anna Fink (lichting 2020) suggereerde een plattelandshuis dat bestaat uit kamers die verspreid liggen in bossen, weilanden en een dorp. Bewoners moeten hun Landscape as House zelf onderhouden door te kappen, planten, maaien, bouwen en repareren. De essentie van dit gefragmenteerde ‘huis’ is een dagelijks ritme van beweging van kamer tot kamer en een bewustwording van omgeving, tijd en ruimte. Routines en rituelen zijn geworteld in de verandering van het weer. Seizoenen worden een huiselijke ervaring. Fink putte hiervoor uit de eeuwenoude, halfnomadische levensstijl van haar voorouders in de vallei van het Bregenzerwald in de noordelijke Alpen. Hyperlokaliteit als oplossing voor mondiale vraagstukken.

Sissel Marie Tonn i.s.m. Jonathan Reus, Sensory Cartographies
Sissel Marie Tonn i.s.m. Jonathan Reus, Sensory Cartographies

RUWE SATELLIETDATA

Al zijn er ook ontwerpers die juist vertrouwen op technologie om de natuur te ervaren. Want waarom terugverlangen naar iets wat niet meer bestaat? Het Antropoceen is immers al begonnen. Sissel Marie Tonn (lichting 2020) gebruikt wetenschappelijke data als seismografische metingen. Deze complexe en abstracte data combineert ze met empathische gesprekken met Groningers over hun ervaringen met de aardbevingen. Deze gelaagde informatie over zowel de menselijke als de geografische aspecten van aardbevingen werden in samenwerking met twee modeontwerpers – letterlijk – verweven in een draagbaar vest. Daarnaast realiseerde ze met sound artist Jonathan Reus (lichting 2018) een interactieve compositie van sonische vibraties, om de ingrijpende ervaring van een aardbeving voor een breed publiek invoelbaar te maken. Door natuurlijke processen met technologie te verbinden in ruimtelijke installaties, maakt Tonn de impact van de mens op de aarde zichtbaar en tastbaar. De aardbevingen in Groningen zijn immers door de mens in gang gezet.

De opvatting over wat natuur is, verschuift door nieuwe technologieën als life science en biohacking. Het zal geen toeval zijn dat deze ontwerpers ongeveer net zo oud zijn als Dolly, het eerste gekloonde schaap ter wereld (1996). De Taiwanees-Nederlandse ontwerper Kuang-Yi Ku (lichting 2020) trok deze genetische replicatie met zijn Tiger Penis Project door naar de gezondheidszorg. De tijgerpenis wordt in veel traditionele Aziatische geneeskunde gezien als medicijn met heilzame krachten voor de mannelijke potentie. De toch al met uitsterven bedreigde tijger staat hierdoor nog verder onder druk. Daarom stelde Ku – hij studeerde eerder ook al tandheelkunde – voor om een tijgerpenis op basis van stamcellen in het laboratorium te kweken. Wat meteen ook weer allerlei nieuwe dilemma’s opriep: is de tijgerpenis die niet afkomstig is van een wilde tijger maar uit een kweekbakje komt nog wel geschikt als traditioneel Chinees geneesmiddel? Oftewel wat zijn eigenlijk de grenzen van nature by design?

Deze versmelting van biologie en technologie zal uiteindelijk leiden tot een nieuw soort wezen: de posthuman. Sieradenontwerper Frank Verkade (lichting 2017) ontwikkelde met zijn project Paradise een scenario voor dat maakbare lichaam. Maar in plaats van technologie geeft Verkade juist een grote rol voor plant en dier om het menselijk lichaam aan te passen aan de moderne tijd. De oorsprong van sieraden ligt namelijk bij prehistorische natuurvolkeren die dierlijke vormen en natuurlijke materialen gebruikten om de mythische natuurkrachten over te nemen. Verkade verbindt de moderne mens met zijn omgeving door terug te grijpen op de oertijd.

Kuang-Yi Ku, Tiger Penis Project
Kuang-Yi Ku, Tiger Penis Project

TECHNOLOGIE HACKEN

Maar als technologie zo bepalend wordt voor de toekomst van de mens, dan mogen wij de toekomst van onze technologie toch niet overlaten aan een kleine groep welvarende witte mannen van middelbare leeftijd uit Silicon Valley of het Europees Parlement? Aldus speculatief ontwerper Frank Kolkman (lichting 2018). De discussie over de rol van technologie in ons dagelijks leven moet daarom onderdeel uitmaken van dat dagelijks leven. OpenSurgery is een onderzoek naar een doe-het-zelfoperatierobot. Deze worden nu al met behulp van 3D-printers en lasercutters gebouwd voor en door mensen in de VS die geen arts meer kunnen betalen. De zelfbenoemde design hacker houdt ons hiermee een spiegel voor waarin de sociale, ethische en politieke implicaties van technologie zichtbaar worden. Wat vinden we hiervan? Willen wij dit? Terugdraaien van technologie is tenslotte bijna onmogelijk.

Deze ambivalente houding ten opzichte van technologie is een rode draad in de nieuwe ontwerpmentaliteit. Met de tablet op schoot en laptop op school, is deze ontwerpgeneratie opgegroeid als digital natives. Technologie speelt een vanzelfsprekende rol in hun leven. Maar ze zien ook de risico’s ervan. Robotisering, big data en kunstmatige intelligentie roepen nieuwe ethische dilemma’s op over privacy en werkgelegenheid. I agree with the terms of Click here to continue – vaak meerdere keren per dag drukken wij deze waarschuwingen, want dat zijn het volgens dataontwerper Julia Janssen (lichting 2018), achteloos weg. Maar waar geven wij nou eigenlijk toestemming voor? Welke gegevens worden er verzameld en door wie? Maar vooral: waarom? En wat is de waarde van informatiestromen? Met haar project 0.0146 seconds (de tijd die het kost om op de ‘accept all’-button te klikken) maakt Janssen ons bewust van de onzichtbare economie achter internet. Daarvoor zette ze alle 835 privacyregels van de website van de Britse tabloid Daily Mail in een vuistdik boek. Op evenementen als de Dutch Design Week wordt dit boekwerk als een openbare aanklacht voorgelezen door het publiek.

Frank Kolkman, Opensurgery
Frank Kolkman, Opensurgery

AANKLAGER EN VERDEDIGING

De nieuwe digitale realiteit waarin niets is wat het lijkt en nepnieuws overal op de loer ligt, duwt ontwerpers in de rol van waarheidsvinders. Om te voorkomen dat complexe mondiale vraagstukken als globalisering of klimaatverandering in een abstracte discussie verzanden, maakte het ontwerpduo Cream on Chrome (Martina Huynh en Jonas Althaus, lichting 2020) zonder een spoor van ironie gebruik van een fictieve rechtszaak waarin dagelijkse voorwerpen worden aangeklaagd. Een sneaker wordt gearresteerd en vervolgd voor klimaatverandering en een mondkapje staat terecht voor het niet op tijd aanwezig zijn om besmetting te voorkomen. Met dit debat tussen aanklager en verdediging plaatst Cream on Chrome vraagtekens bij de onderlinge verwijten en het zoeken naar een zondebok. Want zijn wij het feitelijk niet zelf die in het beklaagdenbankje staan?

Cream on Chrome, Proxies on Trial
Cream on Chrome, Proxies on Trial

ONTWERPEN VANUIT URGENTIE

Ontwerpers nemen zo de rol aan van de kanarie in de koolmijn. Zij zijn het die ons waarschuwen voor de gevolgen van 15 september 2008, 12 december 2015 en 17 maart 2018. De Regeling Talentontwikkeling stelt ze in staat om dit te doen zonder belemmeringen door gebrek aan tijd of geld. En misschien nog wel belangrijker: zonder de druk van meetbaar rendement. Alleen bij vrij experiment is er ruimte voor onverwachte inzichten. Wie had kunnen bedenken dat het Tiger Penis Project van Kuang-Yi Ku maar dan met vleermuizen en schubdieren een wereldwijde pandemie had kunnen voorkomen? Of dat de Daily Mail inmiddels niet langer door Wikipedia wordt erkend als een betrouwbare nieuwsbron, iets waarop Julia Jansen al zinspeelde?

Ontwerpers wordt de mogelijkheid geboden om de wereld te transformeren in plaats van zich te conformeren aan the powers that be; in plaats van dreigende onomkeerbaarheid wordt potentiële verbetering gekoesterd. Met speculatieve of juist praktische, maar altijd inventieve ontwerpen wordt de wereld verklaard, en verbeterd. Waarmee Talentontwikkeling niet alleen een waardevol instrument is voor de individuele ontwerpers, maar voor de hele samenleving.


Tekst: Jeroen Junte

Longread Talent #3
Ik en de ander
Empathisch ontwerptalent focust op mensen, niet op zichzelf (of dingen)

De afgelopen zeven jaar heeft het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie ruim 250 jonge ontwerpers ondersteund met de Regeling Talentontwikkeling. In drie longreads wordt gezocht naar de gedeelde mentaliteit van deze ontwerpgeneratie, die is gevormd door de grote uitdagingen van onze tijd. Daarbij wordt onderzocht hoe ze omgaan met thema's als technologie, klimaat, privacy, inclusiviteit en gezondheid. In deze derde en laatste longread: niet langer ligt de focus op persoonlijk succes en individuele expressie maar op ‘de ander’.

Het jaar 2015 stond in het teken van een vluchtelingencrisis. Hoewel er al jarenlang mensen uit Afrika en Centraal-Aziatische landen op drift zijn geraakt door oorlog, armoede en onderdrukking, verdronken er die zomer honderden vluchtelingen in wrakke bootjes op de Middellandse Zee. De onmacht, woede, frustratie, wanhoop en verdriet werden treffend verbeeld met de foto van het aan de Turkse kust aangespoelde lichaam van de verdronken driejarige Syrische peuter Alan Kurdi. Waar de financiële crisis van 2008 bijna onzichtbaar was – zelfs de bankiers wisten zich tenslotte geen raad – was wegkijken nu niet langer mogelijk. Niet alleen in de media, maar ook in het straatbeeld. De ellende van de ander is indringend en alomtegenwoordig geworden.

Ook de Nederlandse opvangcentra puilden uit. Ontwerper Manon van Hoeckel (lichting 2018) zag de vluchtelingen in haar buurt tijdens haar studie aan de Design Academy Eindhoven. Tegelijkertijd besefte ze nog nooit met een asielzoeker te hebben gesproken. Dus bezocht ze een gekraakt pand waar uitgeprocedeerde asielzoekers woonden. En zag: dit zijn geen profiteurs of zielenpoten maar krachtige personen die willen meedraaien in en bijdragen aan de samenleving. En juist dat werd deze groep verboden. Uit betrokkenheid en daadkracht bedacht Van Hoeckel een reizende ambassade voor statusloze asielzoekers en ongedocumenteerden die zich ‘in limbo’ bevinden; ongewenst in Nederland én in het land van herkomst. De vluchtelingen oftewel ‘ambassadeurs’ konden hier buurtbewoners, passanten en ambtenaren uitnodigen voor een gesprek. Met deze In Limbo Embassy faciliteerde ze ontmoetingen tussen buurtbewoners en een kwetsbare groep nieuwkomers.

EMPATHISCHE BEVLOGENHEID

Deze houding van Van Hoeckel is in veel opzichten tekenend voor de mentaliteit van een generatie die de afgelopen zeven jaar deelnam aan de Regeling Talentontwikkeling van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Ontwerp gaat al lang niet meer over spullen maar over mensen. Die empathisch bevlogenheid loopt inmiddels door alle ontwerpdisciplines. Niet langer staan daarbij persoonlijk succes en individuele expressie centraal. De blik van de ontwerper, onderzoeker en maker is nadrukkelijk gericht op de ander. De vluchtelingencrisis van 2015 heeft daarbij gewerkt als zowel een deeltjesversneller als een vakinhoudelijke verdieping. Deze humane crisis vraagt tenslotte om onorthodoxe en radicale voorstellen en ideeën.

Lena Knappers
Lena Knappers

Stedenbouwkundige Lena Knappers (lichting 2019) onderzocht de ruimtelijke leefomstandigheden van asielzoekers, arbeidsmigranten en internationale studenten. Met haar onderzoek Rethinking the Absorption Capacity of Urban Space aan de TU Delft ontwikkelde zij strategieën om migranten op duurzame wijze in de ontvangende maatschappij op te nemen. Te vaak is de huisvesting tijdelijk en informeel; denk aan ad hoc containerhuisvesting buiten het stadscentrum of in vacante legerkazernes. Knappers onderzocht alternatieve, inclusievere vormen van opvang, gericht op de invulling van de publieke ruimte. Met uiteindelijk een nog veel groter doel: een inclusieve stad waarin alle vormen van ongelijkheid in de publieke ruimte worden onderzocht en verholpen.

Hoezeer immigratie inmiddels deel uitmaakt van de alledaagse realiteit van de creatieve disciplines blijkt uit de praktijk van Andrius Arutiunian (lichting 2021). Na zijn master Compositie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag legde hij zich toe op de spanning tussen migratie en nieuwe technologieën. In zijn ontwikkeljaar deed hij onderzoek naar wat de impact van ontheemding en afwijkende meningen is op de samenleving en hoe deze impact zich kan manifesteren in soundscapes. Oftewel: hoe klinkt de integratie van nieuwkomers in Nederland? De verbindende factor is daarbij het begrip gharib, dat in het Arabisch, Perzisch en Armeens ‘vreemd’ of ‘geheimzinnig’ betekent. Arutiunian wil geen concrete ontmoetingen tussen mensen creëren; hij streeft ook geen nieuwe woonvormen na. Slechts de eigen beroepspraktijk wordt verrijkt met de culturele invloed van migratie.

ALLEENSTAANDE VADERS

Inclusiviteit en culturele diversiteit zijn nu dominante thema’s op de maatschappelijke agenda. Zo wordt – gevoed door de Black Lives Matter-beweging in de Verenigde Staten – een vurig debat gevoerd over institutioneel racisme. De ander blijkt niet langer een vreemdeling aan onze grenzen te zijn, maar is ook onze buurman of collega. De samenleving dreigt te polariseren en daarbij kunnen bevolkingsgroepen worden gemarginaliseerd. Ontwerpers mengen zich actief in deze discussie en zetten design in als een emanciperende kracht voor een samenleving die all inclusive is; open en toegankelijk voor iedereen, ongeacht de achtergrond.

Giorgio Toppin, KABRA (XHOSA), Foto: Onitcha Toppin
Giorgio Toppin, KABRA (XHOSA), Foto: Onitcha Toppin

De emancipatie van achtergestelde groepen begint met het verkennen en verdiepen van een gedeelde identiteit. Alleen met begrip van de eigen afkomst, cultuur en tradities kan uiteindelijk grip worden gekregen op een volwaardige plek in de samenleving. Giorgio Toppin (lichting 2020) is een trotse Bijlmer-Amsterdammer en een zwarte man met een Surinaamse achtergrond. Deze twee werelden mixte hij met zijn modelabel Xhosa tot nieuwe verhalen, vertaald in mannenkleding die binnen de hedendaagse westerse context past. Voor de verhalen van Surinaamse diaspora waarop zijn collecties zijn gebaseerd, reisde hij naar zijn geboorteland om daar lokaal vakmanschap en traditionele maaktechnieken te onderzoeken en vast te leggen. Vervolgens vervaardigde hij truien met inheemse knooptechnieken; een winterjas kreeg een met de hand geborduurde traditionele print uit het district Saramacca. Omgekeerd voorzag hij de Creoolse ‘kotomisi’, die lastig is te dragen, van een comfortabele en eigentijdse snit. Met zijn biculturele mode versterkte Toppin de culture identiteit van Surinamers en vergrootte daarmee het begrip en de waardering voor zijn afkomst bij andere bevolkingsgroepen. Zijn kleding moet tenslotte in de eerste plaats ‘cool zijn om te dragen’, aldus Toppin zelf.

Natuurlijk waren creatieve disciplines altijd al goed in staat om een identiteit te versterken. Mode, gebruiksvoorwerpen, een interieur en fotobeelden zijn nu eenmaal een uitstekend instrument om te laten zien wie je bent en vooral ook wie je wilt zijn. Maar de afgelopen jaren staat identiteit niet meer voor een vrijblijvende lifestyle maar kan het ook een stigma zijn dat bepalend is voor je maatschappelijke positie. Lang niet altijd is identiteit een keuze, terwijl het van grote invloed is op het dagelijks leven – iets waarover Surinaamse, Turkse, Marokkaanse of Antilliaanse Nederlanders kunnen meepraten, tot de vierde generatie aan toe. Wie zich als ontwerper buigt over deze vastgelegde identiteit moet zich terdege bewust zijn van culturele en emotionele gevoeligheden. De ontwerper die wel even zal uitleggen wat verantwoord is en wat slecht, loopt achter de inclusieve feiten aan.

Marwan Magroun, The Life of Fathers, Adison & Ayani
Marwan Magroun, The Life of Fathers, Adison & Ayani

Daarom werken ontwerpers steeds meer vanuit een persoonlijke betrokkenheid of agency (eigenaarschap). Fotograaf en storyteller Marwan Magroun (lichting 2020) legde met zijn documentaireproject The Life Of Fathers de wereld van alleenstaande vaders met een migratieachtergrond vast. Magroun, die zelf het grootste gedeelte van zijn jeugd opgroeide zonder een vaderfiguur, zocht naar antwoorden en verhalen van een veelal onopgemerkt maar diepgevoeld vaderschap. Zo wilde hij afrekenen met het vooroordeel dat vaders met een migratieachtergrond afwezig zijn in de opvoeding. Met zijn fotoreportage en begeleidende film (inmiddels uitgezonden op NPO3) heeft hij een groep toegewijde maar onderschatte vaders een stem en een gezicht gegeven.

QUEERS EN ‘EXTENDED FAMILIES’

Diversiteit wordt maatschappijbreed omarmd en uitgedragen. Bestaande opvattingen over gender, seksualiteit en etniciteit verschuiven. Dat betekent ook dat er volop wordt gespeeld en geëxperimenteerd met identiteit en de manieren waarop deze kan worden vormgegeven. Ontwerpers zijn daardoor niet langer een doorgeefluik voor industrie of overheid, maar nemen een activistische houding aan. Leidraad daarbij is niet langer het eigen ego maar juist de sociale cohesie. Renee Mes (lichting 2021) wilde de stereotypering van de LGBTQ+-gemeenschap doorbreken en daarmee acceptatie vergroten. Ze richtte zich hierbij heel specifiek op hoe binnen de diverse queergroepen de extended families worden vormgegeven. Dit zelfverkozen gezin wordt vaak samengesteld als alternatief voor afwijzing of schaamte binnen de families waarin queers zijn opgegroeid. Maar deze nieuwe leefvorm kampt met juridische, medische, educatieve en andere institutionele achterstelling. Gezien worden als eerste stap naar erkenning, dat was de aanpak van Mes.

Voor haar research en ook het realiseren van filmportretten werkte de witte cisgender Mes samen met de organisatie Queer Trans People of Colour. Samenwerking kan ook agency geven. Daarbij, over wiens identiteit gaat het hier nou eigenlijk? Of in de terminologie van Black Lives Matter: ‘nothing about us without us’. Dat inclusief design wordt gerealiseerd volgens deze politiek correcte spelregels van agency en representation is logisch. En misschien zelfs noodzakelijk. De talloze culturele gevoeligheden vragen tenslotte om grote zorgvuldigheid.

SELECTIE EN SCOUTING

Als het gaat over gelijkheid in kansen, dan kan de creatieve industrie zelf niet buiten schot blijven. De ontwerpdisciplines zijn namelijk niet vrij van stereotypen. Met het onderzoeksproject Mediated Bodies heeft Gabriel A. Maher (lichting 2016) de genderverhouding in het internationale designmagazine Frame minutieus vastgelegd. Niet alleen was tachtig procent van de mensen in het tijdschrift mannelijk – van geïnterviewde ontwerpers tot de modellen in de advertenties. Bovendien werden vrouwen hoofdzakelijk afgebeeld in rolbevestigende en soms zelfs onderdanige houdingen als voorovergebogen of gehurkt. Met hun (als non-binair persoon gebruikt Maher de voornaamwoorden zij/hen/hun) feministische praktijk streefde Maher naar ‘deconstructie’ van de ontwerpdiscipline om de bestaande machtsstructuur en vooroordelen vast te leggen. Alleen na een actief proces van zelfreflectie en kritiek kan ontwerp zijn potentieel volledig vervullen als een discipline die bijdraagt aan maatschappelijke verbetering.

Maar aandacht voor meerstemmigheid alleen is niet genoeg. Het gaat om evenredige vertegenwoordiging, juist ook in de creatieve disciplines. De Regeling Talentontwikkeling wil daar een actieve bijdrage aan leveren met nieuwe vormen van selectie. Voor ontwerpers, onderzoekers en makers die zich zonder een relevante ontwerpopleiding maar in de praktijk professioneel hebben ontwikkeld, zijn er de scout nights. Talenten die buiten de gebaande creatieve paden werken, kunnen tijdens deze avonden hun werk aan een jury pitchen. Veel ontwerpers die van deze scout nights gebruikmaken behoren tot minderheidsgroepen, waarin een keuze voor een kunstacademie of technische universiteit nu eenmaal minder voor de hand liggend is.

Khalid Amakran, Hady
Khalid Amakran, Hady

De Rotterdamse fotograaf Khalid Amakran (lichting 2021) heeft zich als autodidact ontwikkeld van hobbyist tot professioneel portretfotograaf. Via selectie tijdens de scout nights kon hij zich vervolgens een jaar lang storten op een project over de identiteitsvorming van Marokkaans-Nederlandse jongeren van de tweede en derde generatie. Onder de noemer 3ish legde hij in een korte documentaire en een boek vast hoe deze groep worstelt met loyaliteitskwesties, code-switching, institutioneel racisme, jihadisme en politisering van vooral mannelijke Marokkaanse-Nederlanders. Deze representatie van talenten met een biculturele of non-binaire achtergrond in de creatieve industrie is essentieel. Want alleen met zichtbare voorbeelden en herkenbare rolmodellen ontstaat een gevoel van erkenning en waardering, en wordt de noodzakelijke diversiteit in de creatieve industrie gewaarborgd.

ARABISCHE KALIGRAFIE

Inmiddels zijn er negen talenten via de scout nights geselecteerd in de lichting 2020 en 2021. Een aantal dat de komende jaren zeker zal stijgen. Want een bijkomende meerwaarde is dat deze ontwerpers ook de inhoudelijke diversiteit van hun vakgebied vergroten met hun eigenzinnige beroepspraktijk. Eveneens autodidact is ILLM, de naam waaronder illustrator Qasim Arif (lichting 2021) werkt. Hij vermengt het eeuwenoude ambacht van kalligrafie met eigentijdse elementen van hiphop en straatcultuur. De klassieke Arabische kalligrafie is per definitie tweedimensionaal; het beeldhouwen van levende wezens is volgens islamitische voorschriften namelijk voorbehouden aan Allah. ILLM wil deze beeldtaal omzetten in ruimtelijke sculpturen. Daarbij put hij ook inspiratie uit zijn eigen leven. Hij groeide als derde generatie Marokkaanse-Nederlander op in een metropool. Kalligrafie vermengt hij daarom met de popculturele iconen als de Nike Air Max 1, een herkenbaar statussymbool dat de dromen, wensen en herinneringen van heel veel kinderen met een migratieachtergrond verbeeldt. Straatcultuur en eeuwenoud grafisch vakmanschap vloeien bij ILLM samen in een volstrekt nieuw idioom.

AANJAGERS VAN INCLUSIE

In de Regeling Talentontwikkeling valt zo een noodzakelijke maatschappelijke emancipatie op een vanzelfsprekende manier samen met een activistische mentaliteit. Ontwerpers, onderzoekers en makers worden geleid door een oprechte en een diepgevoelde betrokkenheid bij identiteit en inclusiviteit. Met empathie en inlevingsvermogen – intrinsiek of door samenwerking met de doelgroep – kunnen zij fungeren als aanjager voor transformatieve initiatieven en verbindend debat. Zo wordt een krachtig potentieel van de creatieve disciplines ontsloten: het verwezenlijken van een diverse samenleving waarin alle bevolkingsgroepen gelijkwaardig zijn. De blik op de ander is tenslotte ook een blik op ons allemaal.


Tekst: Jeroen Junte

Groeibriljanten en Nieuwe Olie
door Rosa te Velde

Rond 1960 komt de eerste talentenjacht op de Nederlandse televisie, overgewaaid uit Amerika. ‘Nieuwe Oogst’ wordt in eerste instantie gemaakt in de zomermaanden, met weinig budget. Een talentenjacht blijkt een goedkope manier om vermakelijke televisie te maken: de deelnemers grijpen hun kans om beroemd te worden met hun kunstjes, grappen, vermaak en spektakel – in ruil voor koffie en reiskosten.1

Talentenshows, talentenjachten bestaan sinds mensenheugenis. Maar het idee van talentontwikkeling – het belang van het financieel ondersteunen van en investeren in talent – bestaat nog niet zo heel lang. Vanaf de jaren zeventig, met de opkomst van de informatiemaatschappij en de kenniseconomie wordt het belang van ‘een leven lang te leren’ steeds belangrijker. Kennis wordt een asset. Bijscholing, het ontwikkelen van je skills en flexibiliteit worden vereisten en passie wordt noodzaak. Jij bent verantwoordelijk voor eigen geluk en succes. Je moet ‘eigenaar’ worden van je persoonlijke groeiproces. In 1998 publiceert McKinsey & Company ‘The War for Talent’. In deze studie wordt onderzocht wat het belang van ‘high performers’ is voor bedrijven, hoe talenten te werven, ontwikkelen, motiveren en hen vast te houden als werknemers. In de afgelopen decennia is talentenmanagement (TM) een belangrijk onderdeel geworden van bedrijven om concurrentievermogen te optimaliseren, nieuw leiderschap te kweken of persoonlijke groei te bewerkstelligen. Talentmanagement richt zich soms op het hele bedrijf maar vaker exclusief op jonge ‘high potentials’, die ofwel reeds een goede performance hebben geleverd, ofwel veelbelovend zijn en potentie hebben.2

Het is sociaal geograaf Richard Florida die talent in verband brengt met creativiteit in zijn boek The Rise of the Creative Class (2002). In dit boek maakt hij de – onomkeerbare – koppeling tussen economische groei, stedelijke ontwikkeling en creativiteit. Een vleugje excentriciteit, een bohemienne levensstijl en coolheid worden de bepalende factoren die onder de noemer ‘creativiteit’ de speelruimte vormen waar waardecreatie plaatsvindt. Zijn theorie resulteert in een stortvloed aan innovatieplatforms, zinderende creatieve kennisregio’s en levendige broedplaatsen. Het talentdiscours raakt onlosmakelijk verbonden met de creatieve industrie. Zo is de door Florida opgerichte Global Creativity Index – Nederland staat in 2015 op nummer 10 – gebaseerd op de drie T’s van technology, talent en tolerance. Het fenomeen ‘talent’ neemt een vlucht binnen de wereld van de tech startups en in Silicon Valey vechten de innovatiemanagers om de beste talenten. ‘Talent is the new oil’.

Het idee dat talent zich kan ontplooien en ontwikkelen onder de juiste condities staat haaks op het oudere, romantische concept van het door god gegeven, mysterieuze ‘genie’. Talent in de moderne opvatting is niet (geheel) aangeboren, en juist daarom heeft het zin om er geld en ruimte voor te geven. Zoals een groeibriljant, die ‘stapsgewijs waardevoller’ kan worden.

Wat is de geschiedenis van cultuurbeleid en talentontwikkeling in Nederland? Waar de overheid tot de Tweede Wereldoorlog cultuur overlaat aan particulieren, wordt na de oorlog een actief, “stimulerend, voorwaardenscheppend beleid” gevoerd.3 De overheid houdt vast aan het Thorbecke-principe en is geen ‘oordelaar’ van kunst. Maar volgens literatuurhistoricus Bram Ieven vindt vanaf de jaren zeventig een kanteling plaats. Kunst moet democratischer worden en om dat te bereiken moet er meer aansluiting op de markt komen: “[…] van een maatschappelijke invulling van het sociale van de kunst (kunst als participatie) naar een marktgerichte invulling van de sociale taak van de kunst (kunst als creatief ondernemerschap).”4 Met de BKR en later de WWIK worden kunstenaars en vormgevers langdurig financieel ondersteund als ze over onvoldoende middelen beschikken op voorwaarde van een diploma aan een erkende academie of als bewezen was dat men een beroepspraktijk had.5

Pas in de cultuurnota ‘Kunst van Leven’ (2006) van Ronald Plasterk wordt het belang van investeren in talent veelvuldig genoemd, want veel talent blijft ‘onbenut’.6 Plasterk roept met name op om ‘excellent toptalent’ meer ruimte te geven, vooral om internationaal mee te kunnen blijven doen. Sindsdien staat ‘talentontwikkeling’ als begrip in steen gebeiteld in cultuurbeleid. In ‘Meer dan kwaliteit’ (2012) onderschrijft ook Halbe Zijlstra het belang van talent, maar hij geeft een andere uitleg: “Net als in de wetenschap is het in de cultuur belangrijk ruimte te geven aan vernieuwing en innovatie die niet door de markt tot stand komt, omdat de ondernomen activiteiten nog niet direct winstgevend zijn.”7 Het ondersteunen van talent kan hiermee zelfs na de economische crisis gemakkelijk gelegitimeerd worden binnen Zijlstra’s beruchte nuttigheid- en rendementsdenken. Ook Jet Bussemaker handhaaft de nadruk op talentontwikkeling en voor de komende jaren blijft talent op de agenda staan.8

Door het Stimuleringsfonds wordt in 2013 voor het eerst een groep van talenten gesubsidieerd. Net als bij het talentontwikkelingsprogramma van het Mondriaanfonds wordt in het beleidsplan van 2013-2016 gekozen voor één gezamenlijke selectieronde per jaar. Hoewel de nadruk ligt op individuele trajecten, wordt genoemd dat een gezamenlijke beoordeling objectiever en deskundiger is en publicitaire ondersteuning daarmee ook gemakkelijker.9

Wie wordt als creatief talent in beschouwing genomen? Om in aanmerking te komen voor de beurs moet je aan een aantal specifieke eisen voldoen: je moet ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel, niet langer dan vier jaar geleden een ontwerpopleiding hebben afgerond en een goede aanvraag kunnen schrijven waarmee de negen commissieleden uit het veld kunnen worden overtuigd van jouw talent. Zij bepalen op basis van een aanvraag de potentie, ofwel de belofte van je ontwikkeling, waarbij de timing van deze subsidie goed moet passen. Hoe genuanceerd de aanvraagprocedure ook verloopt, deze factoren zorgen voor een afgebakend begrip van ‘talent’.

Als je door de strenge selectie heen komt – gemiddeld wordt tien tot vijftien procent van de aanvragen gehonoreerd – is het een enorme luxe om een jaarlang zelf je agenda te mogen bepalen: te kunnen acteren in plaats van te reageren. Een vrijhaven, een korte pauze van bestaansonzekerheid. Of is het juist een bekrachtiging van het systeem; het moment waarop de kansen gepakt moeten worden? Als gevolg waarvan zelfexploitatie, stress en verlamming toeslaan? Het creatieve proces is in werkelijkheid erg grillig. Zullen de talenten hun belofte kunnen inwisselen?

De een heeft een reis naar China gemaakt, een ander heeft een residentie in Oostenrijk kunnen doen, weer iemand anders zei z’n bijbaantje op. Velen doen onderzoek op allerlei niveaus; van veldonderzoek, materiaalexperimenten tot het schrijven van essays. Sommigen bouwen prototypes of kunnen eindelijk Ernst Haeckel’s Kunstformen der Natur kopen. Anderen organiseren bijeenkomsten, fabrieksbezoeken, ontmoetingen, interviews, een ball.

Is er een gemeenschappelijke deler te onderscheiden binnen deze selectie van talenten? De groep is ook dit keer juist geselecteerd op balans en verscheidenheid; van geluidskunstenaar, filmmaker, designthinker, onderzoeker, cartograaf, verhalenverteller, voormalig architect tot genderactivist-cum-modeontwerper – en dus kan gezamenlijkheid in presentatie geforceerd aanvoelen. Maar door samen naar buiten te treden wordt zichtbaarheid van de talenten gecreëerd. Belangrijk, want hoe anders kan deze investering worden gelegitimeerd?
Dit zijn de vragen die al sinds de eerste lichting spelen bij het Stimuleringsfonds; hoe treden we naar buiten met deze groep, zonder een plat, ongenuanceerd spektakel of romantisch idee van talent neer te zetten? Maar hoe maken we tegelijkertijd wel aan de buitenwereld zichtbaar wat er met publiek geld gebeurt? En wat is goed voor de talenten zelf? In de afgelopen jaren zijn er verschillende vormen uitgetest om te reflecteren op het jaartraject. Van verschillende gecureerde exposities met publicaties vergezeld door presentaties, podcasts, teksten, websites, workshops en debatten.
Het Stimuleringsfonds werkt als buffer tussen het neoliberale beleid en de creatieve werkelijkheid. Het fonds schept luwte voor het maken en biedt ruimte aan het nog-niet-weten, het onderzoek, het experiment en het falen, zonder daar al te veel eisen aan te stellen. Een evenwichtsoefening: Hoe demp je de harde beleidstaal, houd je de rendementsdenkers op afstand, terwijl de (absolute) noodzaak voor deze financiering gemeten, gezien en daarmee gewaarborgd blijft?

Dit jaar is op inspraak van de talenten zelf gekozen voor een andere aanpak: geen expositie. De Dutch Design Week lijkt voor de meesten niet de juiste plek te zijn; slechts een enkeling wil überhaupt een ‘afgerond’ ontwerp of project presenteren en niet noodzakelijk tijdens DDW. Bovendien: veel van de talenten hebben de subsidie ingezet om onderzoek te doen en mogelijkheden te scheppen. In plaats van een gezamenlijke expositie is daarom gekozen voor een bijeenkomst en profielteksten en videoportretten die gepubliceerd worden op ‘Platform Talent’, een online database. Hiermee komt de nadruk minder op het afgelopen jaar te liggen en meer op de zichtbaarheid van de maker en zijn/haar proces; een verschuiving van minder concrete of toegepaste resultaten naar meer aandacht voor persoonlijke werkwijzen. Voldoet deze publiekmaking aan de honger en nieuwsgierigheid van het brede publiek en de resultaatgerichtheid van de politiek? Is het misschien belangrijker geworden om aan te kondigen dat er talent is en niet wat het talent is? Of is dit een manier om meetbaarheid te omzeilen en de druk van de ketel af te halen?

Wat de talenten misschien nog het meest verbindt is het feit dat ze, hoewel ze erkend worden als ‘high performers’, allen op zoek zijn naar duurzame vormen van creatief werk binnen een precair en competitief ecosysteem van kansen pakken, optimisme en continu beschikbaar zijn. Falen of kwetsbaarheid, of het bespreken van de grilligheid van creativiteit heeft daar tot op heden nog weinig plek. De zoektocht naar talent blijft een show, een jacht, competitie of oorlog.

1 https://anderetijden.nl/aflevering/171/Talentenjacht
2 Elizabeth G. Chambers et al. ‘The War for Talent’ in: The McKinsey Quarterly 3, 1998 pp. 44–57. In 2001 verscheen dit onderzoek in boekvorm.
3 Roel Pots, ‘De tijdloze Thorbecke: over niet-oordelen en voorwaarden scheppen in het Nederlandse cutluurbeleid’ in: Boekmancahier 13:50, 2001, pp.462-473, p. 466.
4 Bram Ieven, ‘Opbouw als afbraak: over democratisering als vanishing mediator in het huidige kunstenbeleid’ in: Kunstlicht, 2016 37:1, p. 12.
5 De Beeldende Kunst Regeling gold van 1956-1986 en de Wet Werk en Inkomen Kunstenaars van 2005-2012.
6 Ronald Plasterk, Hoofdlijnen Cultuurbeleid Kunst van Leven, 2006 p. 5. Plasterk was minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2007 tot 2010.
7 Halbe Zijlstra, ‘Meer dan Kwaliteit: Een Nieuwe visie op cultuurbeleid’, 2012, p. 9. Zijlstra was staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2010 tot 2012 en verantwoordelijk voor de bezuinigingen op subsidies in de cultuursector.
8 Jet Bussemaker was minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2012 tot 2017.
9 Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie, beleidsplan 2013/2016.


Tekst: Rosa te Velde

Alessandra Scalora

Alessandra Scalora

Illustrator en stadsimker Alessandra Scalora van House of Honey is geselecteerd tijdens de Scout Night Eindhoven. Scalora maakt werken over bijen met materialen die zij vindt en conserveert vanuit het bijenhouden. Geïnspireerd door de bij, zijn terugkerende thema's het milieu, vrouwenemancipatie en feminisme, samenwerking en haar eigen geschiedenis. Tijdens het talentontwikkelingsjaar wil Scalora een duidelijke eigen stijl ontwikkelen, de Siciliaanse imkercultuur onderzoeken en een community van vrouwelijke imkers opzetten. Concreet wil zij kennis opdoen, zodat ze pigmenten van bloemen kan maken en experimenteren met verschillende verf- en materiaaltechnieken. Via literatuuronderzoek en het volgen van workshops wil Scalora leren van andere kunstenaars. Scalora is van plan samenwerkingen aan te gaan met Paddy Johnson, Nan Groot Antik, Ellen Gallagher, Cleo Goossens, Margarita Osipova, Yolande van der Heide, Marieke Pijler, en Masharu. Aan het eind van het jaar presenteert House of Honey tien nieuwe werken in een expositie bij TAC. Ook wil Scalora haar eerste fotoboek maken.
Alyson Sillon

Alyson Sillon

Ontwerper Alyson Sillon is in 2022 afgestudeerd met een bachelor Grafisch ontwerp aan de Gerrit Rietveld Academie. In het ontwikkelplan omschrijft Sillon de ambitie om met grafisch ontwerp analytisch te kijken naar gevestigde en verborgen visuele codes. Ze bouwt verder aan het werk Before/After, experimenteert met worldbuilding en koppelt hier drie communicatiemethodes aan: verhalend schrijven, visueel maken en belichaamde manifestaties. Voor de eerste communicatiemethode wil Sillon de expertise van een zwarte schrijver en criticus gebruiken om een dekoloniaal perspectief te verkrijgen, om te werken aan het schrijven van verhalen. Met 'visueel maken' wil Sillon beter grip krijgen op het visueel makerschap. Sillon bezoekt hiervoor Tianzhuo Chen in Berlijn en maakt digitale collages die reflecteren op The Book of Drexciya van Abdul Qadim Haqq. Via de derde communicatiemethode wil Sillon haar grafisch ontwerp omvormen naar belichaamde manifestaties en performances. De ontwerper zoekt expertise op van choreograaf Connor Schumacher en Michele Rizzo. Om het project in goede banen te leiden is het volgens de maker cruciaal om productiemanagement vaardigheden te bezitten. Door het Dweller festival in New York bij te wonen, zal Sillon observeren hoe je op de juiste manier een publiek kunt bereiken, en hoe je dit laat groeien. Het project zal resulteren in een showcase in een uitgaansgelegenheid in Amsterdam. Tot slot maakt Sillon een publicatie waarin zwart erfgoed, techno en spiritualiteit aan elkaar worden gelinkt. De publicatie wordt gepresenteerd bij Pamela, San Serriffe, After 8 Books, Presence Africaine en Do you read me?.
Amos Peled

Amos Peled

Amos Peled is een ontwerper van ervaringen in het audiovisuele domein van kunst en performance. Zijn werk verkent het begrip 'twijfel' in relatie tot medische technologie. Peled gebruikt defamiliarisatie, vervreemding en twijfel als methodes om onderzoek te stimuleren naar de menselijke perceptie, de perceptie van zichzelf en de constructie van intersubjectiviteit. Deze interesse komt voort uit zijn eigen ervaring met het opgroeien in een ziekenhuisomgeving. Hier ervoer en observeerde hij de werkprocessen van het medische systeem, welke zo zijn ontworpen dat er vrijwel geen ruimte is voor twijfel. Het komende jaar wil hij creativiteit introduceren in de medische omgeving door samen te werken met het Technisch Medisch Centrum van de Universiteit Twente en het Leids Universitair Medisch Centrum en medische technologie introduceren in een artistieke context. Hij wordt begeleid door kunstenaars Aya Ben Ron, Karel van Laere en iii.
Ange Neveu

Ange Neveu

Ange Neveu, afgestudeerd aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, onderzoekt de snelle veranderingen in de relaties tussen 'natuur', technologie en mensen en de daaruit voortvloeiende vervaging tussen hen. Volgens Neveu benadrukken deze veranderingen bestaande machtsstructuren, maar bieden ze ook nieuwe mogelijkheden voor co-existentie en verbinding. Als waarnemer, verhalenverteller en ontwerper wil hen deze veelzijdige verhalen vertellen vanuit verschillende perspectieven, hoe tegenstrijdig ook. Voor het talentontwikkelingsjaar wil Neveu diens stem als onderzoeker verder ontwikkelen op het snijvlak van eco-surveillance, technologieën van (re)productie en niet-normatieve verlangens, een polyfone vertelstijl ontwikkelen die woorden en beelden op een speculatieve, poëtische en precieze manier samenvoegt en Neveu wil nieuwe onderzoeks- en speculatiemethodologieën ontwikkelen voor fenomenen verspreid over het fysieke en het digitale. Neveu werkt aan de projecten May your eyes never look away, may your genitals always be lubricated en Invasion Diaries. Daarnaast ontwikkelt hen in een kleiner samenwerkingsproject onderzoekmethodologieën en doet hen praktische vaardigheden op zoals scriptschrijven, videobewerking en planning. Neveu werkt onder andere samen met June Yu, Waag, Ine Gevers en Mari Bastachevski. De bevindingen worden gepresenteerd in een publicatie en tijdens Waag's Open Avond Programma. Andere locaties waar Neveu wil presenteren zijn FIBER, IMPAKT, International Film Festival Rotterdam, International Documentary Festival Amsterdam en Brussels Short Film Festival.
Anna Torres

Anna Torres

Anna Torres is kunstenaar, architect, visuele verhalenverteller en algemeen ruimtelijk dichter. Haar werk legt de verschillende machtsstructuren bloot die spelen in de (schijnbaar) openbare ruimte, waarin gender, seksualiteit en homoseksualiteit centraal staan. Komend jaar doet Anna onderzoek naar de ruimtelijke manifestaties van macht op de Wallen. Anna is van plan haar artistieke sensibiliteit en ruimtelijke kennis te verdiepen, haar netwerk uit te breiden en haar eigen definitie van de architect te onderzoeken. Ze volgt een workshop spatial storytelling en een multimediacursus. De begeleiding is in handen van René Boer. Het jaar krijgt vorm in een serie ruimtelijke tekeningen, architectuurcollages en kritische teksten die worden gebundeld in een publicatie.
Anna Zan

Anna Zan

De praktijk van architect Anna Zan richt zich op de culturele en artistieke waarde van grondstoffen. Zan's werk is een verkenning van nieuwe, regeneratieve bouwmaterialen. Tot voor kort richtten inspanningen op het gebied van duurzaamheid zich voornamelijk op het energieverbruik bij het gebruik van gebouwen, terwijl er minimale belangstelling was voor de koolstof die in de constructie is opgenomen. Het vervangen van koolstof intensieve bouwmaterialen, door regeneratieve hulpbronnen uit de biosfeer, is een belangrijke benadering om onze gebouwde omgeving koolstofvrij te maken. Met de talentontwikkelingbeurs werkt Anna aan twee parallelle studies (Material Cultures Limburg en Material Cultures NL) met als doel een bijdrage te leveren aan de nieuwe, duurzame, lokale materiële cultuur van Nederland. Door middel van dit onderzoek zal ze oplossingen verkennen voor koolstofarme bouw in Nederland met een bijzondere focus op grondstoffen (planten en mineralen). Ze zal worden ondersteund en begeleid door onder andere Coen Eggen, Oskam, NAP Ingenieurs, Werkstatt en Lucie Havel. Zan is van plan om studiereizen te maken naar Atelier Luma+Gernoble National School of Architecture en naar Bolthauser Architekten+ETH Zürich material lab. Het werk wordt gepresenteerd tijdens het We are warming up festival en in de galerie van keramiste Marjoke de Heer in Amsterdam.
Aurélia Noudelmann & Laëtitia Delauney

Aurélia Noudelmann & Laëtitia Delauney

Curator en social designer Aurélia Noudelmann is afgestudeerd van de Gerrit Rietveld Academie. Haar praktijk richt zich op hybride ruimtes waar nieuwe dialogen voor creatie gefaciliteerd kunnen worden. Noudelmann wordt gedreven door de her toe-eigening van door mannen gedomineerde ambachten, in het bijzonder de scheepsbouw, door onderzoek naar duurzame ontwerpwijzen zoals upcycling en door inclusieve structuren om ruimte te bieden aan praktijken die zich richten op gemeenschappen en specifiek feministische en queer initiatieven. Kernthema's en onderwerpen zijn intersectioneel feminisme, upcycling, open source en scheepsbouw. Met de talentontwikkelingbeurs ontwikkelt Noudelmann samen met Laëtitia Delauney het project De Walvis, een hybride en modulair ontworpen boot die door de seizoenen heen gebruikt kan worden als woning en presentatieruimte. Hiervoor bestudeert Noudelmann de techniek rondom scheepsbouw, bouwt en test zij prototypes en upcycling experimenten en leert zij over participatief ontwerp. Ook ontwikkelt zij een open, participatieve scheepswerf. Noudelmann werkt onder meer samen met Buurtwerkplaats Noorderhof, Fiona De Bell, Recycle Valley, en Bureau Double. Presentaties vinden plaats bij fanfare, Buurtwerkplaats Noorderhof, SAIL Amsterdam, en worden gepubliceerd op sociale media.
Chen-Yu Wang

Chen-Yu Wang

Ontwerper, kunstenaar, onderzoeker, maker en factory girl Chen-Yu Wang is afgestudeerd van de Design Academy Eindhoven. In deze verschillende rollen vertaalt Wang Oosterse en Westerse denkwijzen, geschreven informatie in Mandarijn en Engels, het impliciete tussen materieel en immaterieel en de dialoog tussen wij en de ander. Wang wil de stilte doorbreken van de belangrijke maar onzichtbare stemmen onder het kapitalisme. Kernthema's zijn dekolonisatie, decentralisatie van het eurocentrisme, hybridisatie en antiracisme. Wang zoekt naar manieren om sociologie en antropologie te integreren in haar artistieke praktijk. Met de talentontwikkelingsbeurs wil Wang The Rest Factory opzetten: een zelfvoorzienende sociale organisatie die directe inclusie biedt aan factory girls en hen een eerlijk loon en waardig werk biedt. Hiervoor volgt Wang cursussen over (sociale) bedrijfsontwikkeling, antropologie en sociologie, bestudeert zij bestaande sociale ondernemingen die in een creatieve of artistieke context werken, doet zij een buitenlandse residentie, maakt zij een studiereis naar Praag om te leren over weven, en interviewt zij factory girls. Wang werkt samen met Ben Platts-Mills, Lukas Völp, Sabeena Ibrahim, WNOOZOW, Eleri en Ana de Fontecha. Presentaties vinden plaats op GLUE Festival en Dutch Design Week.
Chenda Fekkes

Chenda Fekkes

Chenda (Chisenga) is een autodidact modeontwerper met een achtergrond in houtbewerking. Haar focus ligt op leren maskers, met als doel verschillende soorten lichamen te empoweren, seksuele bevrijding te promoten en tegelijkertijd de male gaze te ondermijnen. Volgens Chenda bepaalt de mode-industrie in belangrijke mate wat als 'het schoonheidsideaal' wordt gezien. Chenda hoopt een gezonder alternatief te bieden voor dit ideaal. Haar merk Chisenga verbindt zich nadrukkelijk met de kenmerken van black queer feminisme. Komend jaar richt de ontwerper zich op het leerambacht. Chenda gaat in Napels langs bij verschillende leerlooierijen om daar een vaste leverancier van hoge kwaliteit te vinden. Daarnaast onderzoekt ze de mogelijkheden van fruitleer in Rotterdam. Ze werkt aan de positionering van haar merk onder begeleiding van art director Maxime van Namen. Een grafische laag voor Chisenga wordt ontworpen in samenwerking met Fital de Frel. Het werk wordt gepresenteerd tijdens een clubavond met performance art bij Studio Papa in Amsterdam-Noord (The Gang is Beautiful (TGIB)). Promotie voor het event gebeurt via een postercampagne in samenwerking met Jim Mooijekind.
Cote

Cote

De uit Chili afkomstige creatieve maker Cote van Cotecreate Studio woont in Leeuwarden en is geselecteerd tijdens de Scout Night Zwolle. Cotecreate Studio combineert in haar praktijk social design en grafisch ontwerp. Zij ziet kunst en creativiteit als impactvolle middelen om mensen samen te brengen en sociale problemen op te lossen. Ze is gepassioneerd over het beschermen, bouwen, begrijpen, delen, onderwijzen en vechten voor gelijkheid. Met de talentontwikkelingsbeurs wil Cotecreate Studio een specifieke artistieke signatuur doorontwikkelen door Latijns-Amerikaanse visuele codes te integreren in haar bestaande stijl, een cursus muurschilderen volgen, deelnemen aan een residentie en gemeenschapswerk doen in Chili bij een grote maatschappelijke organisatie. Daarnaast wil zij kennis opdoen over sociale, demografische, economische en politieke aspecten van maatschappelijke vraagstukken in Nederland en zakelijke vaardigheden leren zoals tijdsmanagement bij grote gemeenschapsprojecten en marketingvaardigheden. Cotecreate Studio werkt onder andere samen met Payo, Eva Koopmans, Katie Creekay, Annerieke Otten, Carolien Tiedema, Jeroen Dijkstra en Jessie Jansen. Aan het eind van het talentlontwikkelingsjaar wil ze een nieuwe website hebben.
Daeuk Kim

Daeuk Kim

Afgestudeerd aan de Design Academy Eindhoven creëert Daeuk Kim van Studio Deaukkim objecten die als alter ego's dienen om zijn verlangens en dromen te vervullen, uit te leggen en uit te drukken. Opgroeiend in de conservatieve cultuur van Korea moesten zijn verlangens, identiteit, genderexpressie en keuzevrijheid worden onderdrukt en verborgen gehouden vanwege de sociale verwachtingen rondom zijn geslacht. Door het creëren van gemuteerde objecten – karakters genoemd – die trots zijn eerder verborgen verlangens representeren, verandert Kim deze schaamte in trots. Thema's in Kims werk zijn diversiteit en acceptatie van verschillen. Studio Deaukkim wil werk creëren dat emoties oproept en begrip voor sociale kwesties stimuleert. Met de talentontwikkelingsbeurs wil hij storytelling en anders dan verbale verteltechnieken rond eerder gecreëerde personages verder ontwikkelen, bijvoorbeeld aan de hand van mode, een fotoserie en een reeks video's. Kim volgt hiervoor coaching en neemt deel aan cursussen in storytelling, fotografie, videografie en 3D-graphics. Studio Deaukkim werkt samen met MAISON the FAUX, Alexandre Humbert, Koen de Bruyn en Cusson Cheng. Presentaties zullen zich zowel online als offline manifesteren door zijn proces te delen op sociale media, het uiteindelijke werk te publiceren op platforms als Dazed, NOWNESS of Numéro en fysiek onder andere in een groepstentoonstelling in de Hyundai Motor Studio in Korea.
Denzel Veerkamp

Denzel Veerkamp

Modeontwerper Denzel Veerkamp is geboren in Amsterdam-Zuid, als kind van een Nederlandse moeder en Surinaamse vader. Centraal in zijn praktijk staat het bevragen van maatschappelijke systemen en het vertalen van zijn persoonlijke ervaring rondom zijn moderne zwarte identiteit. Veerkamp staat in zijn algemeenheid kritisch tegenover de systemen die binnen de westerse, kapitalistische samenleving worden gehanteerd, specifiek die binnen de mode-industrie. Komend jaar richt Veerkamp zich op het project The Perpetual Reverse Assimilation Project (PRAP). PRAP gaat over ongemakkelijkheid, openheid, wisselwerking, waarnemen zonder oordelen en vernieuwing. Het is een onderzoek naar de vele gelaagde facetten van de Nederlands-Surinaamse geschiedenis. Hij zoekt hiervoor begeleiding bij Janice Deul, Chiquita Nahar, Marian Duff, Esmeralda Zijp, Richard Kufi, Edson Sabajo / Guillaume Schmidt en Jefferson Osei. Daarnaast gaat hij op onderzoeksreis naar Suriname. Zijn bevindingen worden gepresenteerd in een visueel archief online en in een korte documentaire.
Driever

Driever

In de sculpturen van autodidact multidisciplinair maker Driever komen ruimtelijke vormgeving, kunst en wetenschap samen. Driever, die werd geselecteerd tijdens de Scout Night in Zwolle, werkt voornamelijk met gerecyclede en herwonnen materialen, zoals ontleedde apparaten, speelgoed en gevonden hout en metaal. Met zijn ontwerpen wil de maker het publiek uitdagen om te reflecteren op keuzes en mogelijkheden of om met een ander perspectief naar onze aarde te kijken. Met de talentontwikkelingsbeurs laat Driever zijn werk reageren op de bewegingen van toeschouwers. Het spreekt meerdere zintuigen aan. Hij wil zijn werk in een breder en passend netwerk presenteren met een focus op Enschede en Rotterdam. Ook wil hij cursussen volgen in Python en robotica, een studiereis maken naar Lissabon, coaching in cultureel ondernemerschap en een nieuwe website bouwen. Driever werkt samen met Edwin Dertien, Michel Beek, Mare Kiers, Anne Wenzel, Nicky Assman en Kees de Groot. Aan het eind van het jaar wil hij werk presenteren in Enschede, Rotterdam en tijdens Dutch Design Week.
Dunya Zita

Dunya Zita

Dunya Zita heeft een interdisciplinaire praktijk, waarin ze lens based media (fotografie en film) combineert met audio en poëzie. Vanuit haar Marokkaans-Nederlandse achtergrond verkent ze de thema's menselijke interactie en perceptie en onderzoekt ze hoe deze thema's verwikkeld zijn met nature en nurture invloeden. Komend jaar wil Zita haar praktijk verder ontwikkelen door middel van artistiek experiment (op het gebied van beeld maken) en inhoudelijke verdieping (antropologisch onderzoek, poëzie en interactieve expositie-elementen). Hierbij is ze van plan om hulp in te schakelen van onder andere humanistisch onderzoeker en consultant diversiteit en inclusie Winnie Roseval, oral historian en onderzoekser Yvette Kopijn en fotograaf, journalist en podcastmaker Cigdem Yuksel. Zita wilt haar poëtische schrijfvaardigheden verbeteren met persoonlijke begeleiding en werkt aan haar technische kennis met o.a. workshops film ontwikkelen en een cursus grading theory. Daarnaast zal ze tien weken in Marokko samenwerken met Yassine Sellame, fotograaf en oprichter van Moroccan Darkroom. Het werk wordt gepresenteerd middels een expositie op een publiek toegankelijke locatie.
eeden ATELIER

eeden ATELIER

Modeontwerper Tessa van den Eeden (eeden ATELIER) is geselecteerd tijdens de Scout Night Eindhoven. Geïnspireerd door onze binnenwereld, belicht eeden ATELIER moeilijk te bespreken onderwerpen rondom onze mentale gezondheid, zoals depressie, burn-out en zelfdoding, aan de hand van couture. Met de talentontwikkelingsbeurs wil eeden ATELIER een vijfdelige serie ontwerpen Les Finns realiseren, gebaseerd op de eigen worstelingen met mentale gezondheid en een serie couturestukken, genaamd US, realiseren, die de ervaringen van anderen met verslavingen vertellen. Van den Eeden vergroot haar technische kennis en vaardigheden over materialen en verschillende lichaamsvormen door verschillende cursussen te volgen. eeden ATELIER werkt onder andere samen met filmmaker Noël Oosterhof en muziekontwerper BLKTYLR, psychiaters en verslavingsmedewerkers en marketingprofessional Eline Levering. Aan het eind van het talentontwikkelingsjaar heeft eeden ATELIER een digitaal portfolio gerealiseerd en een presentatiestrategie ontwikkelt.
Emmie Massias

Emmie Massias

Emmie Massias ontwerpt workshops, installaties en objecten met water als terugkerend thema. Emmie's doel is om licht te werpen op de verdwijnende culturele, territoriale en postkoloniale identiteiten die vandaag de dag gevormd worden door geopolitieke krachten. In het komende jaar wil Emmie onderzoek doen naar de Nederlandse oester, die inzicht biedt in de politiek van waterbeheer en de export van Nederlandse waterexpertise naar Zuidoost-Azië. Door middel van materiaalonderzoek reflecteert Emmie op culturele invloed, neo-imperialisme en de gevolgen van een Europees perspectief dat geworteld is in kolonialisme. Emmie heeft een persoonlijke band met het onderwerp omdat ze is opgegroeid in Vietnam. Gedurende het jaar zal ze haar vaardigheden in keramiek uitbreiden door middel van een cursus rivierklei (Stichting Fabrikaat) en een serie performances uitvoeren tijdens een maand durende residency (Fondation Martell). Ze wordt begeleid door o.a. Henriette Waal (Luma), Lada Hrsak (Shollow Waters Institute) en Louise Carver (politiek ecoloog, TBA-21). Emmie zal drie maanden in Vietnam doorbrengen om samenwerkingen aan te gaan met ambachtslieden en organisaties om haar werk uit te breiden en gemeenschappen in Ho Chi Minh City en een breder internationaal publiek te bereiken. Het werk zal worden gepresenteerd op storytelling platform Nextblue en het Museum für Kunst und Gewerbe.
Enzo Aït Kaci

Enzo Aït Kaci

Enzo Aït Kaci (Enzo De Tandt) is een digitale ontwerper met een achtergrond in de mode. Hun praktijk onderzoekt de waarde van modebeelden door het digitale prisma van het internet. Tijdens het talentontwikkelingsjaar is Enzo van plan onderzoek te doen naar de waarde van online (mode)beelden en hun relatie met de distributienetwerken. Tijdens de eerste onderzoeksfase gaat Enzo de lokale Nederlandse gemeenschap van makers die met beelden werken uitdagen, onder begeleiding van Paula Canovas Del Vas (modeontwerper) en Jacque Percomte (mediakunstenaar). In de tweede onderzoeksfase voert Enzo materiële experimenten uit in de Lottozero residentie in Prato, Italië. In de laatste ontwerpfase creëert Enzo een hybride modecollectie in samenwerking met Clara Pasteau. De collectie wordt geproduceerd in samenwerking met curator Isobel Whalley en gepresenteerd in een offline tentoonstelling die fungeert als een fysieke materialisatie van de website.
Hand of Fatima

Hand of Fatima

Hand of Fatima is een sociaal maatschappelijk geëngageerd henna kunstenaar. Met haar werk bevraagt ze het heersende westerse beeld van de Noord-Afrikaanse vrouw. Tijdens haar ontwikkeljaar focust de maker zich op het project Restore the Narrative (through Hennafication). Hiervoor duikt ze de archieven in op zoek naar beelden van Noord-Afrikaanse vrouwen uit de vorige eeuw, om hiermee het Europeaanse fantasiebeeld rondom de 'Arabische wereld' bloot te leggen. Tijdens het talentontwikkelingsjaar wordt Hand of Fatima gecoacht door onder andere, Nina Hama, Fatima Essahsah en Nathalie Alblas. Daarnaast volgt ze een masterclass fotografie en een cursus Procreate van Gouwen Lijntjes. De presentatie bestaat uit een nieuwe website en een promovideo. Ook onderzoekt Hand of Fatima de mogelijkheden om haar werk te presenteren in het Wereldmuseum Rotterdam of Tropenmuseum Amsterdam.
Ikael Echteld

Ikael Echteld

Autodidact modeontwerper Ikael Echteld is medeoprichter van The Gang is Beautiful (TGIB). TGIB is een creatief en cultureel collectief dat zich bezighoudt met mode, kunst en lifestyle in de vorm van producten en evenementen. Wat TGIB uitstraalt is dat er geen grenzen zijn tussen verschillende 'hokjes' in de maatschappij. Afro futurisme, spiritualiteit en het uitdagen van normen rondom gender en culturele minderheden staan centraal in Ikael's praktijk. Als autodidact maker mist Ikael kennis over de technische kant van modeontwerp. Komend jaar zal hij zich daarom verder ontwikkelen op het vlak van patroontekenen (cursus bij Vogue Academy), spijker- en leerbewerkingen (coaching van denim expert Alljan Moehamad en leerspecialist Frankie Boateng) en het toepassen van digitale tekentechnieken (cursus 'Adobe illustrator' bij MK24). Daarnaast gaat hij bij the New Order of Fashion Lab een onderzoek starten naar een productiemethode om zijn praktijk weerbaar te maken voor de toekomst. Hier zal uiteindelijk een collectie uit voortkomen, welke wordt gepresenteerd in een expositie, een korte film en een fotocollectie.
James Noya

James Noya

Ontwerper James Noya is werkzaam binnen de houtsnijkunst. Door kolonialisme is veel van de kennis van en over Molukse houtsnijkunst en Molukse symbolen en motieven verloren gegaan. Met zijn praktijk richt James zich op de herintroductie van dit ambacht, zodat het opnieuw gaat leven. Noya wil komend jaar zijn houtsnijtechniek verder ontwikkelen door middel van een beeldhouwcursus via Creapoelka en verdiepend onderzoek naar erfgoed aan de hand van museale collecties. Daarnaast gaat hij onderzoeken wat het juiste podium of platform is om zijn werk te presenteren. Hiervoor wordt hij begeleid door Amanda Pinatih (curator design Stedelijk Museum). Noya is van plan zijn werk te presenteren in een korte documentairefilm, welke wordt gemaakt in samenwerking met videoproducer Geraldo Solisa en filmmaker Tahnee Elloreen Leupen.
Jazmon Voss

Jazmon Voss

Oorspronkelijk opgeleid als balletdanser, laat Jazmon Voss zich inspireren door dans, muziek en beweging. Voss werd geselecteerd tijdens de Scout Night in Eindhoven. Het deconstrueren van gendernormen en zijn persoonlijke afro-native achtergrond zijn terugkerende onderwerpen en inspiratiebronnen in zijn praktijk. Hij verwerkt vintage kleding in zijn ontwerpen. Met de beurs wil Voss verschillende cursussen volgen in ontwerpsoftware, patronentekenen en sieraden maken, en literatuuronderzoek doen naar diepzeevissen. Gedurende het jaar werkt Voss samen met onder andere Telma Patricia Fonseca, Samir Bakir en Henna Astra. Zijn doel is om vijf geüpcyclede kledingstukken te ontwerpen en produceren, net als zes ready-to-wear looks die extern zullen worden geproduceerd. De collectie wordt gepresenteerd door middel van een niet-traditioneel, immerse runway-evenement.
Jenny Konrad

Jenny Konrad

Jenny Konrad studeerde af van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunst. Hen vertaalt informatie op visuele wijze waarbij verschillende methodes, media, gereedschappen en applicaties worden ingezet om ruwe content tot ervaringen te brengen. Konrad werkt met onderwerpen zoals gehandicaptenrechten, (zelf/community) care en body politics. In het bijzonder onderzoekt hen de rol van het lichaam in de steeds meer digitale en fysiek vervreemde kapitalistische cultuur. Werken krijgen vorm in installaties, performatieve interventies en experimentele websites, waarbij het publiek kan interacteren met de informatie. Als ontwerper wil Konrad informatie toegankelijker maken om bij te dragen aan de agency van individuen en verbindingen voor community care initiëren. Met de talentontwikkelingbeurs zet hen in op een duurzame praktijk. Tijdens het ontwikkeljaar neemt hen deel aan de Crip the Curriculum evenementen van het Sandberg Instituut en de Gerrit Rietveld Academy, neemt hen deel aan de Disability Justice Reading Group, volgt hen workshops in het maken van quilts en ontwikkelt hen nieuwe workshopconcepten. Konrad werkt hiervoor samen met Ludmila Rodriguez, Lotte van Laatum, Renée Kooijman, Lotte de Rooij en Brittany Thorpe. Konrad wil presenteren in Mediamatic en tijdens de Dutch Design Week.
Jeroen Alexander Meijer

Jeroen Alexander Meijer

Interdisciplinair mindscape kunstenaar Jeroen Alexander Meijer is afgestudeerd aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Met zijn praktijk richt hij zich op het mentale landschap van de digitale samenleving. Zijn werk krijgt vorm in verschillende (hybride) media, variërend van installatiekunst, performance en schrijven tot ruimtelijk ontwerp en wearables. Geïnspireerd door zijn eigen ervaringen met ADD werkt Meijer met thema's als aandacht, technologie, ritualisme, eenvoud, helderheid en belichaming. Tijdens het talentontwikkelingsjaar wil Meijer onderzoeken hoe je zintuigen kunt boeien terwijl je visuele prikkels opzettelijk negeert. Meer specifiek zal Meijer de Dutch TouchDesigner conferentie en workshops bijwonen om zijn softwarevaardigheden te verbeteren en te leren over nieuwe media, zijn website en sociale media herontwerpen, residenties volgen bij Crossing Paralells/TU Delft en Uncloud en culturele instellingen en organisaties bezoeken die relevant zijn voor zijn praktijk. Meijer werkt samen met Stefan van der Stigchel, Joris Strijbos en Edwin van der Heide. Zijn experimenten en onderzoeksresultaten worden onder andere gedeeld via zijn website in tekst, beeld en interacties en op Uncloud Festival.
Jesse van den Berg

Jesse van den Berg

Queer maker Jesse van den Berg is afgestudeerd aan AKV St. Joost. In diens praktijk richt hen zich op fotografie, video, audio, installatie en de representatie van queer personen. Hierbij focust hen op intimiteit. In het maakproces spelen collectiviteit, liefde en kwetsbaarheid een belangrijke rol. Samen met diens modellen vertelt Van den Berg verhalen die hen interessant vindt binnen de representatie van queer personen, zoals bodyshaming, racisme, seksisme, queerfobie, dickshaming en transfobie. Met de talentontwikkelingsbeurs wil Van den Berg workshops in sounddesign en zinemaking volgen, een website ontwikkelen en studiereizen maken naar Berlijn, Madrid en Extremadura. Hen werkt onder meer samen met Guinevere Ras, Yin Aiwen en Lana Prins. Aan het eind van het jaar presenteert Van den Berg werk in een expositie op de Dutch Design Week.
Katharina Nejdl

Katharina Nejdl

Grafisch ontwerper, developer en educator Katharina Nejdl is afgestudeerd aan het Sandberg Instituut en gebruikt digitale technologieën zoals web (open source), AR en AI als grafische hulpmiddelen. Met een experimentele benadering van webdesign en creatieve codering reflecteert Nejdl's praktijk op onze relatie met technologie en de impact ervan op het ontwerpveld. Komend jaar wil Nejdl het potentieel van creatieve codering als designtool onderzoeken en kritisch reflecteren op de impact van technologie op het creatieve veld. Om het potentieel van codering vanuit verschillende invalshoeken te begrijpen, zal Nejdl een postergenerator, een typetool en een publicatiecreator ontwikkelen. Door middel van mentorsessies, coderingsbeoordelingen en online cursussen, maar ook business coaching en financieel advies, wil Nejdl haar praktijk zowel artistiek als organisatorisch professionaliseren. Nejdl werkt samen met The Rodina, Vera van de Seyp, Varia en Same Same Studio. Naast het delen van haar bevindingen in een gedrukte publicatie vormt de workshop haar belangrijkste presentatievorm.
LAMEIAE

LAMEIAE

Visueel storyteller LAMEIAE (Lamiae El Hajjaji) zet verschillende media in, zoals illustratie, grafisch ontwerp en animatie, om op positieve wijze bij te dragen aan het narratief van de BIPOC/MENA-gemeenschap binnen de kunstwereld. El Hajjaji richt zich niet op het pijnverhaal, maar biedt representatie aan verschillende generaties en groepen en ruimte voor een open dialoog. Komend jaar werkt El Hajjaji aan een gedeconstrueerde strip onder de naam Hia (Arabisch voor zij/haar). Tijdens het ontwikkeljaar neemt de ontwerper deel aan een residentie bij LFMC, waar ze begeleiding krijgt van onder andere Brian Elstak en Guissepe Du crocq. Om haar narratieve vaardigheden te verbeteren zal ze begeleiding ontvangen van copywriter Zindzi Zevenbergen. Het werk krijgt vorm in een aantal objecten en een geprinte strip. El Hajjaji wordt begeleid door zeefdrukstudio KAPITAAL in Utrecht met het experimenteren van de structuur en het format van de strip. Ze volgt een keramiekcursus bij Juultje Meerdinks en exposeert het werk bij LFMC en Atay Atelier.
Lashaaawn

Lashaaawn

Lashaaawn is een on- en offline drag performance artist die gepassioneerd is over the greater good. Lashaaawn wil met diens artistieke praktijk als drag performance artist en epic fantasy schrijver een prominentere aanwezigheid verkrijgen in het digitale domein. Dit ontwikkelingsjaar wil Lashaaawn via artistieke begeleiding van onder andere schrijver en cultureel programmeur Simone Zeefuik de kwaliteit van diens werk verbeteren. Daarnaast zal Lashaaawn via workshops van onder meer danser Foxxy Roxyyy werken aan diens technische vaardigheden en performance skills. Lashaaawn gaat een samenwerking aan met vergelijkbare, maar verder gevorderde artiesten, waaronder Richard Kofi en Meliibees. Ook is hen van plan meer te leren over hoe het social medialandschap te navigeren en diens eigen fictieve epic fantasy wereld, zowel on- als offline, beter te kunnen verwezenlijken. Het geheel komt samen in een webserie van ongeveer zeven afleveringen, performancevideo's, een fysieke tentoonstelling en presentaties via livestreams op Instagram en Twitch.
Lena Winterink

Lena Winterink

Textielontwerper Lena Winterink richt zich in haar werk op patronen. Zowel textielpatronen als maatschappelijke systemen hebben in het werk een sterke samenhang. Winterink's grootste drijfveer is om 'sociale' patronen te vertalen naar textielontwerpen. Zo maakt Winterink moeilijk te bevatten thema's tastbaar, zowel letterlijk als figuurlijk. Winterink heeft vier ontwikkelthema's namelijk, textiele vaardigheden (weven met technisch weefster Thera Berkhout), industrie en innovatie (kennis en netwerk vergroten in samenwerking met Enschede Textielstad voor lokale productie met transparante herkomst van grondstoffen), positionering (begeleiding en methodiek met onder andere Buro Belèn en als laatst verslaglegging en borging (vastleggen visie & praktijk). Winterinks onderzoek wordt gepresenteerd in de vorm van een publicatie. Daarnaast treedt ze met haar werk naar buiten met een nieuwe website en zal ze haar werk gedurende het jaar toelichten in verschillende lezingen op locatie, waaronder bij Material District en Contactgroep Textiel.
Lukas Engelhardt

Lukas Engelhardt

Lukas Engelhardt is grafisch ontwerper en kunstenaar. Zijn werk draait om de strijd voor ruimte, in het digitale en fysiek domein. Lukas onderzoekt manieren om systemen te hacken of te kraken en creëert tijdelijke autonome zones door middel van zelforganisatie. Alternatieven zoals kraken en zelf-hosting kunnen ontoegankelijk lijken. Het demystificeren van deze processen is cruciaal, in de creatieve sector en daarbuiten, volgens Engelhardt. In het voortdurende proces van dekolonisatie van instellingen en praktijken is een uitgebreide discussie over infrastructuur essentieel. Om zijn begrip te verdiepen en zijn praktijk te verfijnen, zal Lukas onderzoek doen naar zelforganisatie en de esthetiek van autonomie door middel van lezingen en interviews met onder andere kunstenaarscollectief Hundred Rabbits en het Brusselse collectief Open Source Publishing. Daarnaast zal hij meerdere servers bouwen van oude hardware en software en sys-admin ontwikkelen in samenwerking met Ada Reinthal en Fablab Waag. Ter reflectie zal Engelhardt gedurende het jaar werken aan de Self-Hosting Manual, onder begeleiding van Silvio Lorusso en Roel Roscam Abbing. Hij zal vier servers/prototypes presenteren op de Dutch Design Week en hij zal zijn Self-Hosting Manual publiceren in samenwerking met Paul Bille.
Maciej Wieczorkowski

Maciej Wieczorkowski

Architect Maciej Wieczorkowski studeerde aan de Technische Universiteit Delft en leidt samen met Andrea Bit de ruimtelijke ontwerppraktijk Dividual. Wieczorkowski is gefascineerd door het vermogen van architectuur om gevoelens op te roepen en saamhorigheid te stimuleren. Centrale thema's in zijn praktijk zijn de commons, productiviteit en onproductiviteit in de gebouwde omgeving, en meer specifiek het hergebruik van infrastructuur, het ontsluiten van onderbenutte bronnen, en het verkennen van de notie van metabolisme. Met de beurs wil Wieczorkowski zich verder ontwikkelen als ontwerper door structuur aan te brengen in zijn begrip van de commons, het te vertalen in een gepersonaliseerde ontwerpbenadering en de potentiële toepassingen ervan onderzoeken. Hij doet dit door literatuurstudie en het bezoeken van locaties die de commons belichamen, een reeks ontwerpoefeningen en experimenteren met verschillende manieren om zijn bevindingen te presenteren. Verder verdiept Wieczorkowski zich in projectmanagement, financiële administratie en marketing. Wieczorkowski werkt samen met Thijs Lijster, Scott Lloyd, Wojciech Mazan en anderen. Mogelijke presentatieplekken zijn Waag, Nieuwe Instituut, Architectuur Instituut Rotterdam, College van Rijksadviseurs en de Rotterdamse Academie van Bouwkunst.
Maria Fraaije

Maria Fraaije

Autodidact sociaal illustrator Maria Fraaije is geselecteerd tijdens Scout Night Rotterdam. Naast haar creatieve werk is Fraaije onderzoeker bij het Dutch Research Institute for Transistions (DRIFT), waarbij zij onderzoek doet naar onder andere macht, rechtvaardigheid en sociale innovatie in grote maatschappelijke transities. Met de talentontwikkelingsbeurs wil Fraaije deze twee praktijken meer met elkaar verweven. Aan het eind van het ontwikkeljaar wil Fraaije haar artistieke praktijk doorontwikkeld hebben tot een praktijk met een uitgesproken artistieke signatuur, die geïnformeerd is door haar wetenschappelijke expertise, waarbij fantasie en verbeelding een grotere rol spelen, en waarbij haar tekeningen aanzetten tot reflectie en debat. Als thema neemt Fraaije de relatie tussen mens, natuur en landbouw. Fraaije onderzoekt de verhouding tussen deze drie elementen aan de hand van netwerkgesprekken met soortgelijke makers en denkers, veldbezoeken, cursussen en drie tekenfases – van de werkelijkheid, vanuit de fantasie, en narratieven over de toekomst. Fraaije werkt komend jaar samen met Marieke Meesters, Nick Verouden, Eva Hilhorst, Afdeling Buitengewone Zaken, Stichting Wij. Land, Emily Haworth-Booth en Lily Higgins. De uiteindelijke resultaten presenteert Fraaije onder meer in een audiovisuele tentoonstelling en op platform Drawing the Times.
md-2 architects

md-2 architects

Michal Dlugajczyk en Mauhaut Dael van md-2 architects zijn afgestudeerd aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst en werken in Rotterdam aan kleinschalige en middelgrote renovatieprojecten. md-2 architects verdiept zich in de verhalen, geschiedenis, betekenissen en identiteit van een plek, waarmee zij zichzelf zien als verdedigers van de bestaande context. Ze protesteren tegen de constante sloop en het wegwuiven van de waardevolle en complexe stad. Met surrealisme als methodologie, Description by Design, willen ze nieuwe realiteiten creëren op basis van het verrijken, aanvullen en onthullen van het bestaande. Terugkerende thema's zijn identiteit, duurzaamheid en flexibiliteit. Met de talentontwikkelingsbeurs wil md-2 architects onderzoek, praktijk en tentoonstellingen samenvoegen. Ze maken een studiereis naar Praag, bezoeken bouwmateriaalfabrieken in de regio Rotterdam en analyseren de huidige afvalstromen van sloopmaterialen. Ook volgen ze cursussen over projectmanagement en cureren. md-2 architecten werkt samen met ENCI, Jan Skrivanek, Heidelberg Materials en de Rotterdamse Academie voor Bouwkunst. Presentaties krijgen vorm in Diffuse Architecture Gallery (d.a.g.) een reeks openbare evenementen in lege ruimtes, waarbij interactieve sessies worden georganiseerd in Nieuwe Instituut en/of The Independent School for the City. Een tentoonstelling vindt plaats bij OMI of Gallery 3 By You.
Michelangelo Winklaar

Michelangelo Winklaar

Multidisciplinair vormgever Michelangelo Winklaar is geselecteerd via de Scout Night Rotterdam. Met zijn ontwerpen wil Michelangelo een gevoel en beleving teweegbrengen en maatschappelijke vraagstukken aan de kaak stellen. Terugkerende onderwerpen zijn bijvoorbeeld gevangenschap, slavernij, vrouwelijke vormen en inclusie. Met de talentontwikkelingbeurs ontwikkelt Winklaar een tastbare (couture)tentoonstelling die toegankelijk is voor visueel beperkten. Daarvoor doet hij materiaalonderzoek, volgt hij een workshop couture borduren en onderzoekt hij hoe de beleving van een tentoonstelling voor mensen met een visuele beperking vergroot kan worden door bijvoorbeeld tast en geluid toe te voegen. Winklaar gaat samenwerkingen met onder andere Madelief Hohe (Kunstmuseum Den Haag), Carlo Wijnands, Visio (Blindeninstituut), Marcel Westerdiep (Escher in het Paleis), en Beeld & Geluid. Aan het eind van het ontwikkeljaar heeft Winklaar een draaiboek met verschillende mogelijke presentatievormen, uitkomsten van de onderzoeken en gesprekken en workshops om te presenteren bij verschillende musea.
Michèle Boulogne

Michèle Boulogne

Textielontwerper, beeldend kunstenaar en multimedia-archivaris Michèle Boulogne is afgestudeerd aan de Design Academy Eindhoven. Haar expertisegebieden omvatten ambachtelijk en industrieel textiel, archiefonderzoek en onderzoek naar wat het voor de mensheid betekent om door ecosystemen in de ruimte te navigeren, deze te observeren en te gebruiken. Boulogne plaatst dit in parallel met aardse kwesties zoals het gebruik en de regulering van gemeenschappelijke hulpbronnen en dekoloniale ecologie. Boulogne verdeelt het ontwikkelingsjaar in vier delen. Ze gaat geleerde technieken toepassen tijdens een stage in Kalinago, mandenvlechttechnieken in Martinique en Dominica, Watikubuli in haar atelier en leren van industrieel weven door te experimenteren met het Digital Jacquard weefgetouw. Daarnaast zoekt Boulogne aansluiting bij de academische wereld door middel van interviews, bezoeken en discussies over textiel en wereldopbouw, bijvoorbeeld bij Waag. Ook gaat ze het langetermijn project How do environments come to [[matter]]; translating radar signals into textiles uitdiepen.
En als laatst gaat ze het project Carribean Arc and Outer Space, an academic and visual reflection on exploration opstarten. Michèle Boulogne werkt samen met de Kalinago-gemeenschap, Marie Line Mouriesse, Miha Tursic bij Waag en Jens Hauser. Boulogne presenteert haar werk door middel van drukwerk, textielmonsters en lezingen op bijvoorbeeld Leonardo/OALTS 2024.
Michiel Terpelle

Michiel Terpelle

Grafisch ontwerper Michiel Terpelle is in 2020 afgestudeerd met een Master Typografie aan ArtEZ Hogeschool voor de kunsten. De ontwerper is geïnteresseerd in het verkennen van queer dating apps, seksuele geaardheid, drag, gender, erotiek, technologie en het gebruik van hulpmiddelen zoals lettertypen, sjablonen, rastersystemen, instructies, kaartsystemen en workshops. In het ontwikkeljaar gaat Terpelle met de verschillende hulpmiddelen experimenteren met documentatie voor gemeenschap gedreven producties, publicaties en archivering vanuit een queer perspectief. Met het karakter Jizz Taco gaat Terpelle hun aanwezigheid binnen de heteronormatieve ontwerpwereld versterken. Terpelle ziet het karakter als medium voor interventies binnen ruimtes waar een normatief publiek geconfronteerd kan worden met een queer perspectief. Met het project C.A.R.E. (Community, Archiving, Restoring, Expressing) gaat Terpelle verschillende queer initiatieven, collectieven en evenementen bezoeken die hun werk bewaren in archieven en publicaties. Het doel van de bezoeken is om de kennis binnen de initiatieven verder toegankelijk te maken en te bevragen wat de effecten zijn van categorisering. De initiatieven omvatten onder andere The Queer Feminist collectief nietnormaal*, Bebe Books, Los Angles Collectief, The Apoqalypse Party, The Pink Cube, The Utrecht Ballroom Scene, The Queer Arcana en MIAUW. Verder gaat Terpelle voguing lessen nemen om meer comfortabel te worden met hun lichaam, zowel als queer persoon, als Jizz Taco. Om meer inzicht te krijgen in het onderhouden en opereren van archieven gaat Terpelle The Black Archives en Queer.Archive.Work bezoeken. Gedurende het jaar contacteert Terpelle diverse mentoren waaronder kunstenaar Nat Pyper, dragqueen Sasha Velour en andere queer grafisch ontwerpers zoals Rosen Everleigh, Tabea Nixdorf en Bart de Baets. Terpelle wil de opgedane kennis en onderzoeken presenteren tijdens de Paris Ass Book Fair of Bebe Books in Ghent.
Milenco Dol

Milenco Dol

Tijdens de Scout Night in Zwolle werd beeldmaker Milenco Dol geselecteerd. Met fotografie als belangrijkste medium richt Dol zich op het vertellen van verhalen vanuit een authentiek en persoonlijk perspectief. Onderwerpen variëren van bijvoorbeeld het volgen van de Groningse band The Vices, tot een serie over starters op de arbeidsmarkt. Met de talentontwikkelingsbeurs wil Dol zich zowel artistiek als zakelijk verder ontwikkelen. Naast coaching zal Dol zich verdiepen in analoge fotografie, verschillende materialen en druktechnieken, expositieontwerp, en een website ontwikkelen. Ook wil hij deelnemen aan open calls en zijn netwerk aan potentiële opdrachtgevers uitbreiden. Dol werkt komend jaar samen met Wouter le Duc en Denise Woerdman. Aan het eind van het jaar laat hij zijn ontwikkeling zien in een expositie met nieuw werk.
Niels de Bakker

Niels de Bakker

Niels de Bakker maakt installaties waarbij materialen worden gemanipuleerd waardoor ze ongrijpbare fenomenen vertonen. Zijn projecten beginnen vaak met een zoektocht naar vergeten, mislukte of obscure uitvindingen en machines. Hij bestuurt deze machines als een instrument in zijn performatieve installaties. Zijn praktijk raakt het vakgebied van mechanologie, media-Archeologie en sonologie. Komend jaar gaat De Bakker nieuwe wetenschappelijke instrumenten ontwikkelen. Om zijn kennis hierover te vergroten, doet hij theoretisch onderzoek in mechanologie (studie van machines), hij zal hierbij worden ondersteund door Optics Research Group van de TU Delft. Daarnaast krijgt De Bakker begeleiding van Kees Reedijk, technisch adviseur bij de Rijksakademie op het gebied van elektronica en mechanica. Het onderzoek krijg uiting in een eindpresentatie, waarvoor de locatie in een later stadium wordt bepaald.
Peter Peels

Peter Peels

Autodidact interdisciplinair maker Peter Peels van 4DMagnetics is geselecteerd tijdens de Scout Night Eindhoven. Zijn werk kan verschillende vormen aannemen, van analoog tot digitaal illustraties, 3D ontwerp, animaties en muziek. Met de bijdrage vanuit Talentontwikkeling wil 4DMagnetics een videogame ontwikkelen over een Molukse krijger op een prekoloniaal fictief Moluks eiland. Aan de hand van dit project wil Peels zijn creativiteit samenbrengen met technische vaardigheden, zich verdiepen in zijn Molukse achtergrond, en de verhalen van zijn voorouders optekenen. Daarvoor gaat hij cursussen volgen in game development, maar ook een Indonesische taalcursus. 4DMagnetics werkt samen met de Molukse gemeenschap en Het Moluks Museum.
Quiana Cronie

Quiana Cronie

Quiana Cronie is afgestudeerd aan de Design Academy Eindhoven. Studio Quiana Cronie creëert duurzame mode en visuele verhalen die een cultureel verhaal vertellen en de vergeten en ongedocumenteerde verhalen van Cronie's geboorteland Aruba vertellen. Cronie combineert traditionele Arubaanse werkkleding met nieuwe manieren van patroonassemblage en productie. Centrale thema's in het werk van Studio Quiana Cronie zijn Arubaans erfgoed, upcycling, duurzaamheid in mode en visuele storytelling. Cronie gebruikt het ontwikkeljaar om haar Arubaanse workwear project verder te ontwikkelen door haar onderzoek, visuele storytelling en praktische vaardigheden te verfijnen. Specifiek bestaat dit uit experimenten met nieuwe media zoals 3D mode en Cinema4D, het volgen van een cursus werkkleding maken en het organiseren van een tentoonstelling. Gedurende het jaar zal Cronie samenwerken met Rancho Aruba, Arubaanse locals en historici, Bibliotheca National Aruba, Plataforma Aruba, Krosshart Project, Botter Paris en Yvonne van Zijl. De onderzoeksresultaten manifesteren in een runway tentoonstelling, een korte film en een hybride magazine. Naast de presentatie van haar werk op Aruba wil Cronie presenteren in het Fashion For Good Museum, een screening en pop-up evenement organiseren in een winkel zoals The Bonne Suit Flagship en online publiceren via haar website en Rancho Aruba.
Ro Buur

Ro Buur

Ro Buur zoekt naar manieren om buiten de traditionele disciplines en kaders te treden. Hen neemt binnen diens multidisciplinaire praktijk verschillende rollen aan, zoals verhalenverteller, visuele onderzoeker, activist, feminist, filmmaker, fotograaf en typograaf. Buur's praktijk functioneert als een tool om henzelf te uiten rondom bepaalde thema's. Het is diens manier om bij te dragen aan onze realiteit die zich stoelt op intersubjectiviteit in plaats van normativiteit. Het komende jaar wil Buur zich verder ontwikkelen binnen de thema's waarin hen zich de afgelopen tijd heeft geïnteresseerd en georiënteerd, maar nog niet echt een verdere verdiepingsslag in heeft kunnen maken. Buur krijgt hierbij begeleiding van onderzoeker, schrijver en feminist Mikke Stelders, kunstenaar Jan Hoek en documentairemaker Nirit Peled. Ook wil Buur zich verder verdiepen in het uitwerken van concepten door zich aan te melden voor IDFAacademy en een cursus te volgen bij mk24. Buur's werk wordt in een installatie gepresenteerd bij NEVERNEVERLAND.
Rosalie Apituley

Rosalie Apituley

Productontwerper Rosalie Apituley focust zich in haar werk op de wereld rondom energie, de energietransitie en de communicatieproblematiek die hiermee samenhangt. Komend jaar wil Apituley nieuw werk maken voor haar project Chasing Polar Bears. Ze daagt zichzelf uit een daadkrachtigere en meer activistische houding aan te nemen. Apituley wordt begeleid door Tega Brain, Sam Lavigne en Arne Hendriks in de ontwikkeling van de speculatieve kant van haar werk. Daarnaast is ze van plan een cursus in Arduino te volgen en residentie te doen op Spitsbergen. In 2024 presenteert ze de resultaten op de Solar Biënnale en op Springtij.
Samuel Rynearson

Samuel Rynearson

Grafisch Ontwerper Samuel Rynearson is geïnteresseerd in de symbiotische relatie tussen de digitale en fysieke wereld. Een vraag die hij hierbij stelt is: hoe beïnvloeden objecten de leefomgeving en vice versa? Een kernthema in zijn werk is 'het vreemde' als kwaliteit van een object, een ruimte tussen genres en classificatie en een plek voor misplaatste verhalen die nergens anders thuishoren. Gedurende het talentontwikkelingsjaar legt hij de basis voor een verschuiving van uitsluitend digitale kunst naar het maken van fysieke objecten die hun wortels hebben in het digitale. Dit krijgt vorm in het ontwerp van een groep fysieke objecten die tuinen in Den Haag gaan bezetten. Rynearson gaat in de leer bij keramist Pierluigi Pompei in het Europees Keramisch Werkcentrum in Den Bosch. Hij spreekt met studio Aléa over alternatieve manieren van productie en wil meer leren over fotogrammetrie van Lennart van den Doel. Daarnaast gaat Rynearson cursussen live tekenen en AutoCAD volgen en interviewt hij andere beoefenaars, waaronder Elvia Wilk, Kevin Bray en Bart de Baets over het concept weirdness. Het onderzoek komt samen in een open-source digitaal archief. Voor de ontwikkeling hiervan werkt Rynearson samen met Paul Bille.
Sandipan Nath

Sandipan Nath

Sandipan Nath is in 2020 afgestudeerd met een Master Industrial Design aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. In het talentontwikkelingsjaar focust Nath zich op de wisselwerking tussen taal, luisteren en keuzevrijheid in relatie tot niet-menselijke ecologische processen en dieren. Daarnaast onderzoekt Nath politieke data en technologieën achter machine-luistersystemen zoals automatische spraakherkenning (ASR) en taalverwerking (NLP). Nath stelt zichzelf een aantal doelen waaronder het experimenteren met alternatieve presentatievormen, het trainen en gebruiken van AI-tools, het professionaliseren van vaardigheden in geluid en video, culturele ondernemersvaardigheden en zakelijk strategieën. Het ontwikkelplan bestaat uit drie fasen. In fase 1 gaat Nath samenwerken met socioloog Darko Lagunas en kunstenaar Theun Karelse voor de ontwikkeling van onderzoeks- en storytellingvaardigheden. Daarbij krijgt hij begeleiding van Lucas van der Velden en Marijke Cobbenhagen. In fase 2 experimenteert Nath en krijgt hij begeleiding van onderzoeker Dr. Ramon Amaro. Verder volgt Nath een workshop AI coding in Berlijn. In fase 3 reflecteert Nath op de gedane activiteiten. De verschillende fasen worden gepresenteerd in deelpresentaties en workshops waaronder bij het Rijksmuseum Twente en V2_Lab.
Sébastien Robert

Sébastien Robert

Sébastien Robert is een interdisciplinair kunstenaar en onderzoeker. Met zijn projecten onderzoekt hij verdwijnende inheemse sonische rituelen en kosmologieën. Sebastien probeert deze te archiveren door alternatieve opnametechnieken te ontwikkelen met duurzame materialen die de tradities en geo-specifieke kenmerken van de gemeenschappen weerspiegelen. Het komende jaar begint hij aan een nieuw artistiek project IN-FOR-OUT-TOWARDS dat zich richt op een trans mediterraan instrument: de doedelzak. Dit instrumentarium reflecteert op de onderlinge verbondenheid van de culturen rond de Middellandse Zee en werpt een kritische blik op het begrip tradities. Voor het creëren van het werk wordt hij begeleid door instrumentmakers (Leo Maurel, Simon Lanz en Jaap Hoogerdijk) en werkt hij samen met creatieve programmeurs (Mark IJzerman, Zois Loumakis en Lucien Nicou). Om zijn eigen technische vaardigheden aan te scherpen volgt hij een Rhino workshop, gaat hij in residentie bij GMEM in Frankrijk en doet hij een performance residentie bij CAMP: Alternative tunings in Frankrijk. Het werk wordt gepresenteerd bij de Grey Space in the Middle, op Rewire festival in Den Haag en Scopitone Festival in Nantes.
Shanella Bleecke

Shanella Bleecke

Shanella Bleecke is een multidisciplinaire maker. Als filmmaker, programmamaker, journalist, curator en politicus verspreid ze de ongehoorde verhalen van de nieuwe generatie en geeft ze hun een podium. De prioriteit in het talentontwikkelingsjaar ligt bij het ontwikkelen van een plan voor een documentaire over Surinaamse vrouwen genaamd MATA'S. Het doorlopen van het hele proces is een effectieve methode om haar talenten als digital storyteller verder te ontwikkelen. Ze zal hierbij begeleiding krijgen van documentairemaker en regisseur Sacha Vermeulen. Daarnaast wil Bleecke tijdens dit ontwikkelingsproces blijven netwerken met zowel gevestigde documentairemakers als beginnende makers. Ze wil hiervoor samenwerken met The Black Archives, het Surinaams Nationaal Archief en Eye Filmmuseum. Bleecke's werk richt zich specifiek op de Nederlands-Surinaamse gemeenschap, voor haar presentatie wil ze een tentoonstelling produceren in samenwerking met Kunst is Leuk.
Sjoerd Willem Bosch

Sjoerd Willem Bosch

Ontwerper Sjoerd Willem Bosch studeerde aan de Technische Universiteit Delft en wil hedendaagse architectuur maken op het Ommeland, het Groningse platteland. Hij ziet zijn rol als architect als bemiddelaar tussen het landschap, de bewoners en toekomstscenario's. Onderwerpen waar Bosch mee werkt zijn de verarming van biodiversiteit, en sociaaleconomische ongelijkheid die in het Groningse landschap manifesteren rondom bodemdaling, verzilting en aardbevingen. Met de beurs wil Bosch zijn positie als architect in het niet-stedelijke landschap verbreden en versterken en de architectentitel behalen. Zo zal hij als 'luisterende architect' wekelijkse wandelingen maken op het Ommeland en in gesprek gaan met onder andere Groningers, ambtenaren en landschapsexperts. Bosch werkt onder andere samen met Rien Korteknie, Sijas de Groot, Lieke de Jong, Zef Hemel, Christian Ernsten en Rubén Dario Kleimeer. De opgehaalde informatie wordt gedocumenteerd in maquettes, zintuigelijke kaarten en tekeningen. Presentaties krijgen vorm in artikelen op Platform GRAS, een Tumblr pagina, een expositie en een essay.
Studio-Method

Studio-Method

Architecten Pedro Pantaleone en Riel Bessai (Studio-Method) onderzoeken nieuwe toepassingen van hergebruik in de bouw. Ze laten zich hierbij leiden door de urgentie van radicale schaarste en vragen zich voortdurend af welke vormen van architectuur en gemeenschap mogelijk zijn binnen een context van materiële uitputting. In het komende jaar zal Studio-Method experimenteren met het opschalen van hun 'contingente ontwerpen'. Dit zijn ontwerpen die blijvend ontwikkeling mogelijk maken. Ze willen hiermee onderzoeken of hun methodologie kan bestaan in een meer systematische toepassing. Studio-Method zal dit doen in de vorm van een Living Lab waar ze een architectonisch fragment zullen bouwen. Het Living Lab is een experiment waarin alternatieve manieren van maken met afval worden onderzocht door ter plekke prototypes te maken van verbindingen en structuren. Het doel is om toegankelijke kennis en onderzoek te produceren rond het thema van hergebruik. Studio-Method wordt gecoacht door Studio Ossidiana (artistiek), Popma Ter Steege Architecten (constructie) en Aric Chen (curatie). Ze zullen een cursus point cloud, 3D mapping en een cursus lassen volgen. Tijdens de proeftuin zal Studio-Method samenwerken met materiaalleverancier A&M Recycling, constructeur Zattere collective, fotograaf Ruben Dario Kleimeer en een financieel adviseur. Het project zal ter plekke worden tentoongesteld. Daarnaast zal het onderzoek te zien zijn tijdens de Dutch Design Week 2024 en het Model Festival for Experimental Architecture in Barcelona.
Sun Lee

Sun Lee

Sun Lee is modeontwerper en social designer. Lee is in 2019 afgestudeerd met een master in Vormgeving aan de Design Academy Eindhoven. Gedurende het ontwikkeljaar gaat Lee zich verder verdiepen in de historische en culturele ambachten van papierkunst en -uitsneden. De maker legt hiervoor een verbinding tussen Korea, het land van herkomst, en Nederland waar de maker nu gevestigd is. In navolging van het afstudeerwerk Consumption of Heritage gaat Lee door middel van papierambachten, moderne problematiek, waaronder industrialisatie en massaproductie adresseren. Het ontwikkelplan kent twee doelen waaronder het re-contextualiseren van het ambacht en het integreren en verdiepen van papierkunst en uitsnijdtechnieken in haar praktijk. Lee doet onderzoek, experimenteert en werkt samen met experts en makers, waaronder de Vereniging voor Papierknipkunst, auteur Jan Peter Verhavem, Sjamaan Buwon Joe, kunstenaar Jae Pil Eun en onderzoeker Lim Seung-Bum. Voor de presentatie van het ontwikkeljaar gaat Lee samenwerken met June Yoon, een Amerikaanse visueel kunstenaar die momenteel werkt voor het Metropolitan Museum of Art in New York. Een definitieve locatie wordt in samenwerking gekozen naar aanleiding van het project.
Tofe Al-Obaidi

Tofe Al-Obaidi

Grafisch ontwerper Tofe Al-Obaidi (Studio Tofe) is afgestudeerd aan ArtEZ. Hij verkent in zijn praktijk het 'digitale rijk' met codeersoftware zoals Processing en P5.js en animatiesoftware zoals Blender, Unreal Engine en Cinema4D. Via animatie of VR, maar ook fysieke objecten, verwerkt hij zijn Irakese achtergrond, de Arabische taal en cultuur en zijn ervaringen als vluchteling in zijn werk. Al-Obaidi wil zijn werk inzetten als middel of ervaring om mensen te helpen herinneringen op te slaan of te verwerken. Terugkerende thema's zijn vluchten, integratie, trauma's en verlies. Met de talentontwikkelingsbeurs wil Al-Obaidi zijn afstudeerwerk Removing Dust Covers doorontwikkelen van het vertellen van zijn eigen verhaal naar de verhalen van anderen. Daarvoor wil hij zich nog verder bekwamen in verschillende softwaretechnieken, data-analyse en interpretatie, ontwerpvaardigheden, psychologisch inzicht en interdisciplinaire samenwerking. Studio Tofe werkt samen met Wineke Salemink, Remco van Baren, José Huibers en Janine Zielman. Het werk wordt deels digitaal en deels fysiek gepresenteerd in de vorm van een expositie en presentatie bij Dutch Design Week.
Tycho

Tycho

Tycho maakt interventies in de publieke ruimte. Diens werk gaat voornamelijk over stedelijke verandering, waarin thema's als woningnood en gentrificatie worden aangekaart en gevisualiseerd. Tijdens het ontwikkeljaar focust Tycho zich op drie doelen. Het ontwikkelen van diens onderzoeks- en ontwerpmethodieken, specifiek gericht op het thema gentrificatie. Tycho wordt hierin begeleid door Massih Hutak. Het benutten van nieuwe contexten met behulp van Bureau Ruimtekoers en Bouke Bruins. En het ontwikkelen van technisch vakmanschap door middel van een cursus bij Mk24 en masterclasses van Michel Alders. Het ontwikkeljaar leidt tot drie interventies, waarvan een in de buitenruimte, een in de publieke binnenruimte en in een in opdracht van een organisatie.
Zobayda

Zobayda

Audiovisueel maker Zobayda is geselecteerd via de Scout Night in Rotterdam. Met diens werk legt Zobayda de queer en BIPOC gemeenschap om haar heen vast om zo verbindingen tussen mensen, kennis en handelingen vanuit care te versterken. Zobayda laat zich inspireren door familie voorbij nucleaire en heteronormatieve structuren, bestaande uit gekozen familie, naaste vrienden en geliefden. Zobayda's praktijk is non-individueel, gedreven door de gemeenschap en vormt een spiegel naar Eurocentrische opvattingen. Het werk kan zich uiten in film, fotografie, montage en productie. Tijdens het ontwikkeljaar werkt Zobayda met het thema rust. Hij zal dit concept onderzoeken via literatuurstudies, het afnemen van interviews en sparren met diens gemeenschap. Ook ontwikkelt Zobayda een duurzaam businessmodel en leert hen over branding en het opbouwen van een merkidentiteit. Zobayda werkt samen met onder andere Yasmin Najiba, Setareh Noorani, Yasser Abubeker, Leyla Benouniche, Reda Senhaji, Ada M. Patterson en Rami Abadir. De bevindingen worden gepresenteerd via een archiefwebsite, een korte film en een tentoonstelling met panelgesprekken. Nieuwe Instituut en Bar Bario zijn mogelijke presentatielocaties.
Zuzanna Zgierska

Zuzanna Zgierska

Zuzanna Zgierska is een interdisciplinair kunstenaar en onderzoeker. Ze laat zich inspireren door inheemse relaties met de natuur en is gedreven om klimaatbeelden te schetsen die ontsnappen aan het westerse concept van de 'wereld in delen'. Zgierska is geïnspireerd door de capaciteit van mineralen om informatie op te slaan en onderzoekt de mogelijkheid om koloniale geschiedenissen te herschrijven door middel van geo-hacking. In het komende jaar zal ze een casestudy uitvoeren met betrekking tot reusachtige potbelly sculpturen gemaakt door het oude volk van Monte Alto. Om dit te kunnen doen, zal ze op eigen initiatief in de Guatemalteekse Hooglanden residentie houden. Hier zal ze samenwerken met Manuela Girón Recinos, een ervaren filmregisseur en producent die gespecialiseerd is in de regio. Gedurende het jaar zal ze begeleid worden door Paulien Dresscher (artistiek) en Annique van der Boon (wetenschappelijk). Daarnaast zal Zgierska cursussen volgen in hacken, scenarioschrijven en creatieve filmmontage om haar artistieke vaardigheden te verfijnen. Het onderzoek wordt gepubliceerd in een online reader en gepresenteerd in ruimtes die verder gaan dan de witte gallerij omgevingen. De specifieke ruimte moet nog gedefinieerd worden, maar ideeën zijn onder andere lokale gemeenschapscentra en initiatieven, onderwijs- en workshopinstellingen, geologische en wetenschappelijke instituten en antropologische conferenties.
Afsaneh Ghafarian Rabe’I

Afsaneh Ghafarian Rabe’I

Afsaneh Ghafarian Rabe'I is autodidact audiovisueel maker en geselecteerd tijdens de Scout Night in Amsterdam. In het ontwikkelplan omschrijft de maker de ambitie om vanuit persoonlijk perspectief het verhaal van de tweede generatie Iraanse-Nederlanders te vertellen. Hiervoor gaat ze een portretserie maken van Iraanse-Nederlanders en leeftijdsgenoten in Iran. De beelden uit de serie komen samen in een boek. Naast het boek ontwikkelt de maker een podcast en organiseert ze een thema-avond in Pakhuis de Zwijger. In het drieledige project spelen thema's als actualiteit, emancipatie, representatie, migratie en de Iraanse diaspora een grote rol. Gedurende het jaar experimenteert Ghafarian Rabe'I met mixed-media kunst en fotografie. Dit doet ze onder begeleiding van Aàdesokan, een Nigeriaanse fotograaf en kunstenaar met specialiteit in mixed-media werk. Verder gaat Ghafarian Rabe'I met hulp van Romaisa Baddar, schrijver van het boek 'Middle East Archive', distributiestrategieën onderzoeken. Marketeer en PR-strateeg Yev Kravt helpt de maker bij de marketingtechnische ondersteuning. Voor haar inhoudelijke verdieping bezoekt Ghafarian Rabe'I het Centrum voor Iraanse Diaspora Studies in San Francisco. Om de podcast en thema-avond te realiseren werkt Ghafarian Rabe'I samen met journalist en podcastmaker Mina Etemad. Daarbij helpt Khazar Lotfi met het redigeren en schrijven van de teksten voor de publicatie. Tot slot heeft Ghafarian Rabe'I de ambitie om het boek internationaal te lanceren en een PR-tour te maken langs grote steden waar de Iraanse gemeenschap het meest is vertegenwoordigd.
Alex Walker

Alex Walker

Grafisch ontwerper Alex Walker studeerde in 2019 af aan het Sandberg Instituut. Met een focus op experimentele en DIY productiewijzen werkt hij samen met andere kunstenaars en culturele instellingen aan publicatieprojecten. Tijdens het ontwikkelingsjaar zal Walker een driedelig project formaliseren, getiteld 'Mumbling Matter', bestaande uit een online resource, een reeks publicaties en een tentoonstellingsprogramma. Het online hulpmiddel richt zich op de materialiteit en de processen achter drukwerkproductie, gestructureerd als een open-source bibliotheek van tools, en een tijdschrift om experimenten en werken-in-proces te documenteren. De reeks publicaties wordt ontworpen en geproduceerd in samenwerking met collega-kunstenaars die een gemeenschappelijke interesse delen in DIY-cultuur, collectiviteit en het delen van vaardigheden. Tegen het einde van het ontwikkelingsjaar zal Walker een tentoonstelling organiseren om de geproduceerde werken en de gebruikte tools en processen te tonen.
Anna Wonders

Anna Wonders

Anna Wonders is opgeleid tot goudsmid en is geselecteerd tijdens de Scout Night in Zwolle. Inspiratie vindt zij in de natuur en zij houdt ervan ruwe details te combineren met fijne vormen. Wonders wil van haar eigen bedrijf een duurzame onderneming maken en bijdragen aan een gezonde arbeidscultuur binnen de industrie van goudwinning, waar nu veelal in slechte arbeidsomstandigheden wordt gewerkt. Daarom is zij licentiehouder bij Fairmined, een verzekeringslabel dat goud en zilver certificeert van ambachtelijke en kleinschalige mijnbouworganisaties die ethische praktijken ontwikkelen. Tijdens het ontwikkeljaar wil Wonders filmen in een Fairmined-mijn in Colombia, zodat ze in Nederland het verhaal van deze arbeiders kan laten zien. Daarnaast is zij van plan gietapparatuur aan te schaffen zodat zij kan experimenteren met vacuum- en slingergieten. Ook maakt Wonders een reis naar IJsland, waar zij begeleiding krijgt van juwelierszaak PRAKT in Reykjavík. Het resultaat wordt een sieradencollectie van fairmined goud en zilver, die geïnspireerd is op de natuur. Daarbij wordt het maakproces vastgelegd, met als doel andere goudsmeden te inspireren ook met dit materiaal te werken. Voor de presentatie van de collectie wordt gekeken naar SIERAAD International Jewellery Art Fair in Amsterdam en een expositie samen met andere Fairmined-goudsmeden in Zwolle.
Anni Nöps

Anni Nöps

Geluidskunstenaar en elektronisch muzikant Anni Nöps (Wetware) rondde in 2021 haar bachelor ArtScience aan de KABK af. De kern van haar werk is gericht op het aanvoelen, waarnemen en creëren van subtiele, gevoelige ervaringen die werken op een subliminaal, introspectief niveau. Ze werkt in verschillende media die draaien om geluid: geluidsinstallaties, video, virtual reality, vaste media geluidswerken, experimentele en conceptuele composities. Voor het komende jaar is Nöps van plan om haar praktijk als geluidskunstenaar op vier manieren te ontwikkelen: 1. door het produceren van verschillende geluidsinstallaties waarin het concept van materialiteit van het geluid wordt onderzocht; 2. door het creëren van nieuwe composities naast een release en live set om op te voeren; 3. door samen te werken met hedendaags ballet choreograaf-danser Louis Stiens; en 4. door het cureren van muziekevenementen op het snijvlak van academische compositie en nieuwe elektronische luistermuziek. Daarnaast wil Nöps haar klankgerelateerde vaardigheden ontwikkelen, door deel te nemen aan residenties en door begeleiding te zoeken van verschillende elektronische en ruimtelijke geluidscomponisten als haar mentoren. Mogelijke locaties om haar geluidswerken en performances te presenteren zijn festivals als FIBER, Klankvorm en Sonic Acts.
Benjamin Earl

Benjamin Earl

Benjamin Earl heeft in 2019 zijn master behaald aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in de richting Non-Linear Narrative. Earl is als ontwerper geïnteresseerd in hoe digitale technologie een verbinding maakt tussen de fysieke ruimte en sociale relaties. De ontwerper stelt zichzelf in het ontwikkelplan de vraag: Hoe kan digitale technologie de intimiteit met onze sociale en materiële omgeving bevorderen? Het komend jaar gaat Earl werken aan de ontwikkeling van vaardigheden in coderen, schrijven, grafisch ontwerp en geluidsontwerp. Het ontwikkelplan bestaat uit drie fasen. In fase 1 staat technisch en theoretisch onderzoek centraal. Gedurende deze fase gaat Earl een huisgemaakte server ontwerpen, deelnemen aan diverse cursussen en zich inschrijven bij de School for Poetic Computation in New York. Verder vraagt Earl begeleiding aan bij professor Matthew Fuller. In fase 2 onderzoekt Earl verschillende methodologieën. De ontwerper experimenteert met interactieve, audiovisuele interfaces en doet een verkenning naar gedachtegoed rondom decentralisatie via gesprekken met medeontwerpers die zich bezighouden met vergelijkbare thematiek. Tot slot werkt Earl in fase drie aan verschillende presentatievormen, waaronder educatie, een publieke presentatie en een digitale presentatie. Hiervoor zoekt hij contact met V2 en MU Hybrid Art House.
Colin Wegman

Colin Wegman

Muziekproducer en geluidsontwerper Colin Wegman is geselecteerd tijdens de Scout Night in Utrecht. De op Curaçao geboren maker groeide op in Leusden en maakt onder de naam audt98 muziek met geluidsontwerp als uitgangspunt. In het ontwikkelplan stelt de maker zich de vraag tot in hoeverre hij verbonden is met het eiland van herkomst. Wegman werkt met analoge drumcomputers, synthesizers, sequencers en voornamelijk vanuit intuïtie. In het ontwikkeljaar gaat Wegman via geluidsontwerp onderzoek doen naar zijn geografische, culturele en muzikale wortels op Curaçao. Hiervoor reist Wegman af naar Curaçao om samples op te nemen van lokale geluiden en traditionele Curaçaose instrumenten. Met de samples maakt Wegman een ode aan Curaçao, een muziekstuk waar het eiland zowel conceptueel als muzikaal is vertegenwoordigd. De geluidsontwerper gaat samenwerken met Nederlands-Curaçaose DJ Suze Ijó in de ondersteuning van de reis. Verder verbetert Wegman zijn technische skills op het gebied van muziek en geluidsontwerp door bij Dave Mech in de leer te gaan. De live sets worden gepresenteerd gedurende het jaar in verschillende clubs. Tot slot werkt Wegman samen met een lichtontwerper.
Constanza Castagnet

Constanza Castagnet

Constanza Castagnet is een sound designer die onderzoek doet naar onze relatie tot nieuwe technologieën zoals AI, de aanwezigheid van constant opnemende apparatuur, en stemdata. Het onderzoek vertaalt zich naar immersieve installaties waarin experimentatie met stemgeluid functioneert als brug naar alternatieve vormen van luisteren. Met de ontwikkelbeurs wil Castagnet haar praktijk ontwikkelen op het gebied van machine-learning stemmodellen, als creatieve tool voor alternatieve samenwerkingen tussen mens en machine en als vraagstuk over de uitdagingen die deze technologie met zich meebrengt. In de eerste fase van het plan zal Castagnet mentoring krijgen in extended vocal technique van Stine Janvin Motland. Parallel daaraan doet ze onderzoek naar de inhoudelijke aspecten in samenwerking met Arif Kornweitz en Eleni Ikonadiou. In de tweede fase, waarin gewerkt wordt aan een neural netwerk, krijgt Castagnet ondersteuning vanuit Hackers & Designers en Studio LOOS op de technische aspecten, van Marijn Cinjee op de ruimtelijke installatie en ontvangt ze feedback op het werk van Debit, en Upsammy. In de derde fase wordt vormgegeven aan de presentatie via drie formats: een multi-kanaal immersieve geluidsinstallatie 'Artifical Hockets', een workshop, en een online platform. De installatie wordt gepresenteerd bij Qo2 in Brussel, platform Aux)) in Amsterdam, en Centro de Arte Sonoro in Buenos Aires. Het online platform wordt in samenwerking met creative coder Toni Brell gemaakt.
Deborah Mora

Deborah Mora

Deborah Mora (Orah) heeft een bachelor's degree in Design Kunst en Technologie van ArtEZ. In haar praktijk richt ze zich op performatieve en interactieve ruimtes. Voor het komende jaar wil ze haar beeldende praktijk inzetten om bij te dragen aan de creatie van meer immersieve, communicatieve en performatieve ruimtes, om zo het publiek meer te betrekken en te binden. Mora zal zich richten op het onderzoek, ontwerp en de productie van één hoofdproject: Bond II, dat meditatiepraktijken onderzoekt die verstrengeld zijn met multimediale ruimtes. Daarnaast wil ze de basis leggen voor een efficiënte methodologie die het voortschrijden van haar technische vaardigheden, theoretisch en toegepast onderzoek, en het aanscherpen van haar samenwerkingsverband samenbrengt. Mora zal begeleiding zoeken van verschillende kunstenaars om haar praktijk te helpen professionaliseren, waaronder Alice Bucknell, Kevin Bray en het kunstenaarscollectief Keiken. Ze is ook van plan workshops te volgen in video art direction en screenwriting, en studiereizen te maken om nieuwe manieren van produceren en onderzoeken te leren. Mora zal haar werk presenteren in de vorm van een tentoonstelling en performance op het FIBER Festival.
Dérive

Dérive

Hedwig van der Linden en Kevin Westerveld werken onder de naam Dérive aan een onderzoek gedreven ontwerppraktijk, opererend tussen architectuur, openbare ruimte, en stedelijke strategieën. Met het ontwikkeljaar willen zij Dérive ontwikkelen tot een voltijdse praktijk, die een grote diversiteit aan actoren kan betrekken bij de (her)ontwikkeling van een gebied. Dit wordt gedaan via drie hoofdsporen: een transversaal, thematisch, en versterkend spoor. In het transversale spoor wordt de methodiek van de praktijk ontwikkeld. In het thematische spoor wordt de methodiek toegepast via drie projecten: 'TuinKamer – ontmoetingen in de tuinstad', 'RTM x BXL', en 'Van Volkstuincomplex naar Stadstuinpark'. Het versterkend spoor bestaat uit een aantal activiteiten die parallel aan het ontwikkeljaar zullen lopen. Dérive wordt hierin ondersteund door verschillende samenwerkingen en coaches, waaronder: Jan Rothuizen, waarmee ze werken aan visualisatie-technieken om de sfeer van een omgeving vast te leggen; Michelle Provoost die met hen zal verkennen hoe de werkwijze van dérive vertaald kan worden naar de 21st eeuw. Dérive wil graag naast de meer conventionele architectonische presentatievormen ook een breder publiek bereiken via een voorstelling in samenwerking met het Verhalenhuis Belvédère en het Rotterdams Wijktheater.
Elif Satanaya Özbay

Elif Satanaya Özbay

Elif Satanaya Özbay benadert, met haar visuele en video-gebaseerd onderzoeks- en ontwerppraktijk, sociale groepen en vertrekt in het project 'How to Trace a Forgotten Diasporic Identity?' vanuit de vraag: wat te doen wanneer je jezelf niet kunt vinden in de archieven en de inhoud die je wilt onderzoeken te moeilijk te vinden is? Hoe bouw je voort op iets dat ooit werd vernietigd en hoe kunnen wij dit collectief herstellen? Tijdens het ontwikkeljaar wil Ozbay zich ontwikkelen in het verzamelen, opnemen, en verbinden van de orale geschiedenis van een diasporische identiteit voordat die verloren gaat; en deze vervolgens via experimentele verbeeldingsmethoden verbinden aan het heden. In de creatieve ontwikkeling ligt de nadruk op het werken met audio-uitingen, waar haar voorgaande werk voornamelijk visueel was. In de onderzoeksfase maakt Ozbay vooral opnames met verschillende Circassische gemeenschappen. In de ontwikkelingsfase onderzoekt de maker hoe het werk te presenteren in verschillende contexten voor divers publiek. Gedurende het jaar zal Ozbay meerdere studiobezoeken doen. Als eindpresentatie ontwikkelt Ozbay een interactive online storytelling platform.
Elizaveta Federmesser

Elizaveta Federmesser

Elizaveta Federmesser, op de kruising van digitale cultuur en (mode-) materiaalonderzoek. Haar ontwikkelplan richt zich op het eigen maken van AI en machine learning technologieën, het gebruik van materiaalarchieven als databanken voor AI en het laten zien hoe deze databanken bruikbaar kunnen zijn voor toekomstige ontwerpen. Tijdens de onderzoeksfase gaat Koroleva cursussen volgen in Data Analytics en Python op Coursera en een cursus Modern Curatorial Practices aan de Zurich University of Arts. Het onderzoeksproces vindt uiting in een digitale publicatie, waarvoor cursussen gevolgd zullen worden in storytelling en creative writing. In de tweede fase wordt er gewerkt aan het project 'The Prototype', waarbij gebruik zal worden gemaakt van de archieven van het Depot Boijmans van Beuningen of het Design Museum Den Bosch. Voor de geproduceerde digitale modellen wil Federmess deze presenteren bij EBB Global en Dissrup. Drie van de modellen zullen ook fysiek geproduceerd worden bij Pi Modelling.
Estelle Barriol

Estelle Barriol

Estelle Barriol is een architect, die onder de naam Studio ACTE, de relatie tussen architect, materiaal, tekening, maquette, constructie, en gebouw heroverweegt om tot een low-tech, veerkrachtige, en duurzame architectuur te komen. Het doel voor Barriol binnen het ontwikkeljaar is om met een experimentele onderzoekmethode 1:1 prototypen te ontwikkelen, die natuurlijke alternatieven vormen op de CO2-intensieve standaardpraktijken van de Nederlandse bouwindustrie. Het jaar is opgedeeld in twee trajecten: Learning en Building. In Learning worden ingenieurs, leveranciers en ambachtslieden als experts betrokken en worden er excursies gemaakt naar Limburg en Japan. Tijdens Building wordt de verworven kennis in de praktijk toegepast en een catalogus van circulaire bouwdetails ontwikkeld. De uitkomsten worden in een tentoonstelling aan zowel het architectuur vakgebied als aan een breder relevant publiek gepresenteerd.
Florian Regtien

Florian Regtien

Multidisciplinair maker Florian Regtien is geselecteerd tijdens de Scout Night in Amsterdam. Regtien is autodidact maker en gaat komend jaar gebruiken om zich verschillende disciplines en ambachten eigen te maken. De maker is bezorgd over de staat van de aarde en wil met zijn praktijk meer bewustwording creëren rondom ambachtelijk werk, als tegenreactie op massaproductie. Gedurende het ontwikkeljaar gaat Regtien trajecten volgen in schoenmaken, leerbewerking, metaalbewerking, meubelstoffering, meubel- en houtrestauratie, meubelmaken, edelsmeden, objectfotografie en een cursus schildertechnieken. De maker neemt twee mentoren in de arm waaronder Jos van den Hoogen en Phil Merry. Begeleiding ontvangt Regtien van creatief strateeg Manon Schaap. Voor de eindpresentatie beoogt Regtien een multidisciplinaire expositie te organiseren waar werken vanuit de diverse trajecten wordt gepresenteerd.
Florian van Zandwijk

Florian van Zandwijk

Florian van Zandwijk, afgestudeerd aan ArtEZ, richt zich in zijn praktijk op de werking en mediumspecifieke kenmerken die onze mediatechnologie definiëren. Gedurende het ontwikkeljaar gaat Van Zandwijk werken aan twee projecten: 'De Arena' en 'De Camcorder, van Televisie naar Internet'. Met 'De Arena' wordt het voetbalstadion onderzocht als metafoor voor de samenleving. Hiervoor worden archieven bezocht en wordt veldonderzoek gedaan bij onder andere: Argus Productions, de Kuip, en CORNER Football + Society. De uitkomsten wil Van Zandwijk presenteren als een performatieve lezing en een livestream. Het tweede project onderzoekt de camcorder als democratiserend overgangsmedium. Voor dit onderzoek wordt contact gezocht met Marga van Mechelen, Susan Aasman, het archief van Beeld en Geluid en wordt een studiereis naar Japan gemaakt om de fabriek van de Sony VX1000 te bezoeken. Als presentatievorm wordt gekeken of, naast livestreams en video essays, een fysieke installatie gebouwd kan worden. Voor verschillende technische aspecten zoals software, soundsdesign, hardware, en installaties, gaat Van Zandwijk samenwerkingen aan met onder andere: Luuk Schipperheyn, Ibo Ibelings, Marianne Noordzij, Oscar van Leest, Jelle Reith, Sjoerd Mole, Eva van Boxtel, en Thomas van de Bliek. Voor praktijkondersteuning tijdens het gehele traject zullen verder ook Salim Bayri en Johan Grimonprez benaderd worden.
Gijs Schalkx

Gijs Schalkx

Ontwerper Gijs Schalkx behaalde in 2021 een bachelor Product Design aan ArtEZ. In zijn praktijk staat de kracht van het zelf doen centraal. Met zijn methode 'Provisorisch Design', waarin hij gebruik maakt van wat er lokaal voor handen is, wil hij het systeem van consumeren aan de kaak stellen. Tijdens het ontwikkeljaar gaat Schalkx experimenten doen rondom het opwekken, opslaan, transporteren en gebruiken van energie. Het doel is hiermee zichzelf en verschillende aspecten van zijn praktijk te voorzien van energie. Begeleiding zoekt hij onder meer bij kunstenaar Joost Conijn en techjournalist Kris de Decker. Verder is hij van plan zich te verdiepen in de relatie tussen mens en technologie door een filosofiecursus te volgen. Voor de presentatie van zijn werk, in de vorm van een fysieke installatie, een boek en een website, wordt gekeken naar de Dutch Design Week.
Hattie Wade

Hattie Wade

Hattie Wade studeerde in 2021 af aan de master Non Linear Narrative aan de KABK. Ze is een onderzoeker, ontwerper en beeldend journaliste die geïnteresseerd is in hoe institutioneel geweld uit het verleden wordt gereproduceerd via wettelijke kaders, erfgoedbescherming en de vorm die de verspreiding van deze informatie aanneemt. Ze onderzoekt, ontmantelt en herbouwt kritisch om tastbaar te maken wat niet is, in de vorm van digitaal, video en ruimtelijk werk. In het komende jaar zal Wade werken aan de ontwikkeling van een methodologie die de huidige manier waarop Europa zich verhoudt tot zijn erfgoedsites kan vervangen; het blootleggen van de kaders van giftig nationalisme, en het aanbieden van een tegenverhaal - een tegenerfgoed - daarvoor in de plaats. Ze zal de beurs gebruiken om deze methodologische praktijk aan te scherpen en haar vaardigheden op het gebied van onderzoek, videobewerking, scenarioschrijven, 3D-fabricage en informatieontwerp te verbeteren. De erfgoedlocatie die zij als case study voor ogen heeft, is De Rooswijk, een scheepswrak van de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie). Wade zal eerst theoretisch, historisch en gemeenschapsonderzoek doen, inclusief begeleiding van Dr. Grietje Baars en een reeks gesprekken met onderzoekers en activisten. Tijdens de ontwikkelingsfase zal ze iteratieve outputs creëren die voortkomen uit het onderzoek als een vorm van reflectie, waarbij ze experimenteert met verschillende tools zoals 3D-rendering en fabricage. Wade presenteert het resulterende ruimtelijk informatieontwerp en video's in de vorm van een tentoonstelling. Daarnaast zal ze een rondleiding maken, een discussie organiseren en een onderzoeksfilm delen via online platforms.
Igrien Yin Liu

Igrien Yin Liu

Igrien Yin Liu (刘寅) is autodidact multidisciplinair maker en geselecteerd tijdens de Scout Nights Amsterdam. Liu is opgegroeid met zowel de Chinese als Nederlandse cultuur. Het komende ontwikkeljaar gaat de maker verschillende onderzoeken doen naar haar Chinese-Nederlandse identiteit om zo te komen tot drie visuele portretseries van maximaal acht beelden. Dit komt samen met een geschreven verhaal in de vorm van een gedicht. De maker deelt het ontwikkeljaar op in drie overkoepelende thema's: 'Stille metamorfose', 'Surrealistische dromen' en 'Chinese esthetiek'. In de drie series, met als titel 'The space inbetween', 'The world within' en 'A realm beyond', komen onderwerpen zoals sociale status, hoopvolle dromen, schoonheid en mythologie samen. In de eerste serie gaat Liu verder in op het gevoel van anders-zijn als niet-westerse diaspora. Voor de ontwikkeling van deze serie experimenteert de maker met digitaal schilderen en ontwikkelt zij haar huidige vaardigheden in Adobe Programma's verder. In de tweede serie duikt Liu in de wereld van stereotypes en schoonheidsidealen. Om inspiratie op te doen volgt de maker cursussen Chinese Painting aan de Sunny Art Centre in London en moderne fotografie aan de SOAS University of London. Voor de laatste serie gaat Liu zich verdiepen in Chinese mythologie en filosofie. Gedurende het ontwikkeljaar gaat Liu in gesprek met verschillende Chinese gesprekspartners, waaronder schrijver Pete Wu, mediamaker Chee-han Kartosen Wong, fotograaf Zhang Jing Na, kunstenaar Oscar Yi Hou, fotograaf Leslie Zhag en kunstenaar Liu Zheng. Met hen spart zij over de Chinese identiteit en perspectieven.
Iris Lam

Iris Lam

Iris Lam behaalde in 2018 een bachelor Grafisch Ontwerpen aan de KABK. Zij vertelt verhalen en maakt daarbij gebruik van geschreven tekst, illustraties, animaties, audio en video. Komend jaar wil Lam zich verder ontwikkelen als kinderboekenschrijver en illustrator. Daartoe zet zij twee projecten op: een kinderboek over angst, getiteld 'De Bond voor Bangeriken', en een pilot voor een animatiedocumentaire over klimaatangst. Met deze projecten wil zij angst en klimaatangst meer inzichtelijk en bespreekbaar maken onder kinderen en volwassenen, met het beoogde bijeffect dat zij hun angsten overwinnen en in actie komen. Daarbij werkt Lam samen met boekontwerper Eva van Bemmelen en uitgeverij Volt kinderboeken. Voor de documentaire wordt gekeken naar VPRO Jeugd. Verder is Lam van plan om deel te nemen aan verschillende cursussen waarmee zij zowel interviewtechnieken als animatie- en stop motiontechnieken kan leren.
Ivo Brouwer

Ivo Brouwer

Ivo Brouwer is afgestudeerd in Type en Media aan de KABK. Hij positioneert zich als grafisch ontwerper gespecialiseerd in experimenteel letterontwerp. In zijn praktijk onderzoekt en doet hij onderzoek om de grenzen van het huidige letterontwerp te verbreden en verder te verleggen. Het komende jaar wil hij dieper in het experimentele deel van letterontwerp duiken en de mogelijkheden verkennen die recentere lettertechnologie mogelijk maakt om gezamenlijk tot nieuwe oplossingen te komen. Zijn onderzoeksproject 'Type & Technology Laboratory' zal zich richten op alternatieve mogelijkheden van visuele uiting van taal met type. Zijn activiteiten omvatten het creëren van een online omgeving, het volgen van cursussen in interactief ontwerpen en modelleren voor 3D-printen, het updaten van verschillende lettertypen en het organiseren van meerdere workshops. Om mogelijkheden te ontdekken en nieuwe perspectieven te krijgen, zal Brouwer als coach worden begeleid door David Jonathan Ross en samenwerken met onder meer geluidskunstenaar Sefano Murgia, 3D-ontwerper Rutger Paulusse en typograaf Indra Kupferschmid. Het onderzoek wordt online, via workshops en in de vorm van een interactieve installatie gepresenteerd op evenementen als TypeLab en Dutch Design Week.
Javier Rodriguez

Javier Rodriguez

Illustrator en ontwerper Javier Rodriguez behaalde in 2019 zijn masterdiploma aan het Sandberg Instituut. De ontwerper laat zich inspireren door twee sub-genres binnen science fiction namelijk, Cyberpunk en Solarpunk. In het ontwikkelplan omschrijft Rodriguez de ambitie om te bouwen aan een duurzame praktijk via vijf componenten. Hieronder valt het aangaan van onderzoek, schrijven, storytelling, het maken van functionele objecten, analyseren van voorgaand werk, ontwikkelen van nieuwe methodologieën, verkennen van publiek en het werken aan on- en offline zichtbaarheid. Rodriguez neemt deel aan een maandelijkse online sci-fi leesclub en experimenteert met verschillende printtechnieken. Onder begeleiding van schrijver Max Urai, onderzoeker Angela YT Chan, Arif Kornweitz en criticus Julie Philips beoogt de ontwerper zijn onderzoek en schrijfvaardigheden naar een hoger niveau te tillen. Om nieuwe producten te ontwikkelen, verdiept Rodriguez zich in 3D-scannen, CNC-grafeermachines en lasersnijders met behulp van ontwerper Kevin Bray, keramist Octave Rimbert-Riviere en het Fablab Amsterdam. De materiele producten zoals tekst, beeld en objecten komen samen op de website van Rodriguez. De ontwerper maakt een experimentele graphic novel en presenteert deze bij Sans Serriffe. Tot slot organiseert Rodriguez een expositie in ISOamsterdam.
Kalkidan Hoex

Kalkidan Hoex

Sieradenvormgever en kunstenaar Kalkidan Hoex is afgestudeerd aan Maastricht Institute of Arts. Onder de naam theNewtribe bevraagt Hoex de vorm, context en representatie van hedendaagse sieraden. Zij doet dit vanuit haar perspectief als iemand die leeft tussen verschillende culturen, geadopteerd uit Ethiopië en opgegroeid in Nederland. Komend jaar richt de ontwerper zich op haar ontwerpend onderzoek IAM MOTHERLAND, een multidisciplinair project waarin sieraden, video en fotografie worden gecombineerd. Het onderzoek is representatief voor een heterotopische wereld, waarin het publiek wordt uitgedaagd na te denken over begrippen als identiteit, creolisering, hybriditeit en representatie. Deze termen die verband houden met 'wokisme', wil de maker nader onderzoeken. Hierbij stelt Hoex de vragen: wanneer is er sprake van een ontwaakbeweging die erkenning teweegbrengt en wanneer leidt de beweging tot categoriseren, stereotyperen ofwel het handhaven van een symbolische orden die 'ons' gescheiden houdt van 'hen'. Haar doel is een 'Third world' te creëren, een surrealistische plek waar werelden vervagen en waarbinnen Hoex's sieraden kunnen bestaan in een (nog) onbekende cultuurtaal. Om haar praktijk te verdiepen gaat de ontwerper spreken met een mix van mentoren, waaronder filmmaker Giel van Geloven, regisseur Anthony Nana Kofi Nti, sieradenontwerper Castro James Smith en ontwerper Ted Noten. Haar werk presenteert ze op verschillende plekken, waaronder NYC Jewelery Week. Naast een nieuwe collectie sieraden ontwikkelt Hoex drie korte trailers, interviewt ze verschillende mensen met een gemengde identiteit waarin haar sieraden fungeren startpunt van het gesprek, doet ze onderzoek naar materiaal en techniek, zoals embossing en verkent ze vlechttechnieken uit de zware cultuur door met lokale afroshops samen te werken.
Lindsey van de Wetering

Lindsey van de Wetering

Lindsey van de Wetering sloot haar Master aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst af met het project Poku Oso, dat de verwilderde Cultuurtuin in Paramaribo nieuw leven wil inblazen. In dit park werden ooit uitheemse planten en bomen getest voor de plantages; nu dreigt het te verdwijnen door verwaarlozing en gronduitgifte. De natuurinclusief ontworpen muziekpaviljoens van Poku Oso zijn geïnspireerd op de techniek en esthetiek van instrumenten en brengen muziek in het park: niet alleen als onderkomen voor het conservatorium, maar ook als levensgrote klankkasten die bespeeld worden door de natuur. Van de Wetering won er een Archiprix mee en droomde ervan er op zijn minst eentje te realiseren in Paramaribo.

De talentontwikkelingsbeurs van het Stimuleringsfonds bood haar de kans die droom te onderzoeken. Ze vertrok naar Suriname, waar ze in contact kwam met de stichting Groene Groei Suriname. Die vroeg haar niet alleen mee te denken over de bescherming van de Cultuurtuin, maar ook over het belang van natuurinclusief bouwen in een stad die geteisterd wordt door de zeespiegelstijging. Van de Wetering: 'Naast het opschalen van één van de modellen, ben ik op allerlei manieren contact gaan leggen met de bewoners van Paramaribo, om de behoefte in kaart te brengen en samen aan de toekomst te bouwen.'

Daarbij viel op hoe terughoudendheid veel Surinamers zijn om te dromen over de toekomst: 'Mensen zijn meer bezig in het hier en nu te overleven.' Een workshopsessie op de Kinderuniversiteit opende de weg naar een visuele onderzoeksmethode: door collages met foto's en tekeningen te maken, wordt het makkelijker om te dromen. Van de Wetering schreef er een essay over getiteld Dromen over Suriname 2043, waarin ze het belang van verbeeldingskracht niet alleen uitlegt, maar ook laat zien. 'Door gedachtes te visualiseren ontstaat een toekomstbeeld en dat heb je nodig om een transitie te kunnen maken. Wat dat betreft is er grote behoefte aan ontwerpkracht in Suriname.'

Ze werd ambassadeur van natuurorganisatie Forest93, gaf colleges en workshops, liet stadsbewoners collages maken van de stad van de toekomst. En begon op basis van die sessies ook zelf collages te maken. Twee daarvan zijn binnenkort te zien in Podieum, in Amsterdam-West. 'Deze beurs heeft mij ook de ruimte gegeven om kunst te herontdekken. Ik was altijd in dubio: ga ik naar de kunstacademie of naar bouwkunde? Dat komt nu weer mooi samen. Ik wil graag verder vertellen van verhalen met gebruik van kunst, fotografie en film.'
Line Arngaard

Line Arngaard

Ontwerper Line Arngaard studeerde in 2018 af aan de Gerrit Rietveld Academie met een bachelor Grafisch Ontwerpen. In het project 'Clothes in Crises' onderzoekt Arngaard hoe verschillende vormen van patchwork tijden van crisis kunnen verbeelden vanuit een grafisch perspectief. Het ontwikkelingsplan bestaat uit drie hoofdstukken: in het eerste hoofdstuk zal Arngaard onderzoek doen naar de 'Feestrok'. De ontwerper zal patchwork als expressiemiddel onderzoeken aan de hand van zowel hedendaagse als historische voorbeelden uit ambacht, mode en grafische vormgeving. Door een cursus 'Decolonizing Fashion History' aan Central Saint Martins in Londen te volgen, wil de ontwerpster vaardigheden verwerven die haar zullen helpen kritisch te reflecteren. In het tweede hoofdstuk zal Arngaard experimenteren met het ontwikkelen van verschillende oefeningen om de betekenis en vorm van patchwork te gebruiken als een medium binnen mode en grafisch ontwerp.
Maarten Brijker

Maarten Brijker

Maarten Brijker gaat, onder de naam Yonder, in het ontwikkeljaar een VST audio plug-in ontwikkelen en daarmee zijn vaardigheden en kennis op het gebied van programmeren en muziek combineren. Het doel is om uiteindelijk tot een opzet te komen van een langetermijnonderzoek naar de sensualiteit en tastbaarheid van geluid. In de eerste fase zal Brijker beginnen met het maken van Max/MSP patches, om deze vervolgens in de tweede fase te vertalen naar C++. Yonder volgt een serie workshops aan het IRCAM in Parijs en krijgt begeleiding van Gideon Kiers. Verder maakt hij een studiereis naar verschillende plug-in studio's in Berlijn, waaronder: Peter Kirn, Sugar Bytes, Meeblip, Bitwig u-he en Renoise. Voor technische ondersteuning in C++ wordt Thomas Arn ingeschakeld. Op het vlak van grafische vormgeving werkt Yonder samen met Rik Laging. Het geheel komt samen in een plug-in muziekalbum, waarvoor wordt samengewerkt met geluidskunstenaars, componisten en vocalisten. De plug-in en het album zullen gepresenteerd worden in een lezing en workshop, hiervoor is Brijker in gesprek met Sonic Acts.
Malik Saïb-Mezghiche

Malik Saïb-Mezghiche

Ontwerper Malik Saïb-Mezghiche (dojo) is afgestudeerd aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, Den Haag. Zijn multidisciplinaire praktijk omvat illustratie, animatie, grafisch ontwerp, videoproductie en het organiseren van events. In zijn werk richt Saïb-Mezghiche zich op radicale antikoloniale theorie rond beeldverhalen en inheemse vertellingen. Komend jaar wil de maker een basis leggen voor een langlopend animatieproject, waarin de impact van (raciaal) geweld op de mentale gezondheid van minderheidsgroeperingen en kolonialisme wordt verkend. Gedurende het ontwikkeljaar volgt Saïb-Mezghiche verschillende workshops om zijn technische en storytelling vaardigheden te verbeteren, zoals tekenstijl, geluidscompositie en scriptschrijven. De maker is van plan om samen te werken met een creatief team, dat de diversiteit, gelaagdheid en intersectionaliteit van de mentale strubbelingen die minderheden ondergaan begrijpen. Mogelijke samenwerkingspartners en adviseurs hierin zijn schrijver en regisseur Andra Gunter, animator Andy Cung, schrijver Laura Nsafou en de oprichters van Orisun Studio, Nike Ayinla en Nas Hosen. Ook zoekt Saïb-Mezghiche interactie met zijn publiek en gemeenschap middels gesprekken, screenings, workshops en YouTube. Hiervoor beoogt hij samenwerkingen op te zetten met organisaties als Salwa, Metro 54, het HipHopHuis, (A)wake of The Niteshop.
Manal Aziz

Manal Aziz

Audiovisueel maker Manal Aziz is geselecteerd tijdens de Scout Nights in Amsterdam en laat zich in diens werk voornamelijk leiden door intuïtie. Aziz heeft een achtergrond als psycholoog, schrijver en interviewer, waarbij diens interesse voor identiteitsvraagstukken al deze posities verbindt. In het komende jaar gaat Aziz werken aan het structureren van diens praktijk met een focus op de werkwijze. Het werk van Aziz verhoudt zich tot kernthema's, waaronder gender- en culturele identiteit, anders-zijn, autonomie, intimiteit en mentale gezondheid. De maker beoogt om digitale audiovisuele programma's beter onder de knie te krijgen. Verder gaat de maker werken aan geschreven stukken, fotografie en audiovisuele media en deze samenbrengen in een hybride mixed media magazine met als doel verhalen op een inclusieve manier te delen. Ook experimenteert de maker met fysieke formats van fotografie. Gedurende het jaar verkent Aziz welke presentatievorm het beste past. De maker werkt hiervoor samen met organisaties en communities uit zowel Marokko als Nederland.
Maren Bang

Maren Bang

Maren Bang behaalde in 2021 haar masterdiploma aan de Design Academy Eindhoven. Bang is geïnteresseerd in begrippen als beheersbaarheid, berekening en anticipatie. Komend jaar richt de ontwerper zich op de verdere de ontwikkeling van haar praktijk via onderzoek, het ontwikkelen van vaardigheden, het produceren van een lezing en het uitvoeren van een fake open oproep. Bang doet dit door zichzelf te 'splitsen' in drie categorieën, waaronder: Mono-Maren, Multi-Maren en Meta-Maren. Voor het onderzoek bezoekt Bang tentoonstellingen en lezingen, leest ze literatuur en gaat ze in gesprek met diverse professionals, waaronder Dr. Adeola Enigbokan. Voorts neemt Bang deel aan het onderzoeksprogramma De Structura. Bang spreekt de ambitie uit om diverse vaardigheden te vergroten, waaronder het maken van 3D-modellen met Leo Maher en het volgen van houtbewerking lessen in Hjerleid crafts school, Dovre. Hiernaast verkent ze textiel technieken bij The New Order of Fashion. Bang ontwikkelt haar performance-skills en vergroot haar kennis in film met Alexandre Humbert. Begeleiding op het gebied van schrijfvaardigheid zoekt Bang bij Oli Stratford. Een fake open oproep vormt het kader waarin Bang werkt. Deze voert ze uit in samenwerking met curator Amanda Pinatih en Lucas Maassen. De uitkomsten van de open oproep worden gepresenteerd in een tentoonstelling. Tot slot beoogt Bang om in samenwerking met de Huidenclub Rotterdam een workshop te organiseren om de opgedane kennis en ervaringen te delen.
Margherita Soldati

Margherita Soldati

Ontwerpster Margherita Soldati heeft een bachelordiploma in Kunst en Design van de Gerrit Rietveld Academie. Ze heeft een sterke nieuwsgierigheid naar tactiele perceptie op het snijvlak van kunst en zintuiglijk welzijn. Vanuit een persoonlijke ervaring wil Soldati haar aandacht richten op de overeenkomsten tussen burn-out en materiële degradatie, waarbij de nadruk wordt gelegd op de daad van herstel. Haar idee is om textielportretten te maken van mensen die met burn-out te maken hebben gehad en die vertellen over hun genezingsproces. Het ontwikkelingsplan bestaat uit vier fasen: 1. voorbereidend onderzoek, waaronder overleg met ontwerpster Kornelia Dimitrova en het TextielMuseum in Tilburg; 2. materiaalonderzoek ter plekke, uitgevoerd in textielfabrieken in Prato, Italië en door middel van een residency bij Lottozero Laboraties; 3. gesprekken met deelnemers over ervaringen met burn-out, waarvoor zij training zal krijgen van een psychiater; en 4. het maken van textielportretten door gebruik te maken van nieuwe technieken die zij in Prato heeft geleerd. Het proces en het werk zullen worden gepresenteerd in de vorm van een korte videodocumentaire en een tentoonstelling in Italië en op de Waag en Dutch Design Week.
Mario Gonsalves

Mario Gonsalves

Fotograaf en filmmaker Mario Gonsalves is in 2019 afgestudeerd aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht met een Bachelor in vormgeving. In zijn praktijk verhoudt hij zich tot thema's als armoede, migratie, mannelijkheid en identiteit. Als maker vanuit de Caribische diaspora heeft Gonsalves te maken met veel externe invloeden waardoor hij veel nadenkt over zijn identiteit. Gonsalves stelt dat dit mede komt door het Nederlandse kolonialisme en postkolonialisme waar Aruba nog steeds negatieve gevolgen van ondervindt. Komend jaar richt Gonsalves zich op de vraag: 'Hoe kan ik verhalen vertellen die inspireren en hoop brengen vanuit ontwerp in tegenstelling tot enkel documentatie?' en bouwt hij aan een nieuw perspectief in relatie tot Caribische thema's. Om zich te ontwikkelen neemt de maker deel aan een onlinecursus in 3D-ontwerp rendering en een drieweeks programma in DLAB (VK). Verder gaat Gonsalves sparren met Antoine Bowers (FIER Architecten) en Wouter Pocornie (26H & The Black Archives) over architectuur, gentrificatie en presentatie. In samenwerking met curator Inez van der Scheer beoogt Gonsalves het werk te presenteren tijdens de Dutch Design Week in een gecombineerde installatie van beeldschermen, VR en 3D-modellen.
Martijn Holtslag

Martijn Holtslag

Autodidact maker Martijn Holtslag is geselecteerd tijdens de Scout Night Zwolle. Onder de naam Ongewoon Onbegrensd werkt hij aan miniatuurdiorama's om verhalen te vertellen. In het ontwikkeljaar wil hij zijn artistieke visie verdiepen. Hiervoor gaat hij in gesprek met Mieke Conijn van het Kunstenlab Deventer. Verder ontwikkelt hij zijn vakmanschap op het gebied van mechanica door in de leer te gaan bij Rob Hillenbrink en Electric Circus. Voor het toepassen van videografie in zijn werk wordt 3d-visualizer Lars van Dorenvanck betrokken. Tenslotte is Holtslag van plan zijn kennis op het gebied van videopresentaties te vergroten in samenwerking met videomaker Niek Koot en editor Terry Kerbusch. Het werk wordt, naast online, gepresenteerd in zijn eigen atelier en bij het Kunstenlab tijdens de IJsselbiënnale.
Matilde Patuelli

Matilde Patuelli

Matilde Patuelli, afgestudeerd aan de Design Academy Eindhoven, verkent met haar werk de perceptie van de werkelijkheid, sociale constructies, en menselijke relaties via storytelling. Komend jaar duikt Patuelli via de methodiek van LARP (Live Action Role Play) de psychologie en psychiatrie in, aan de hand van drie trajecten: 1. het verkrijgen van kennis; 2. het toepassen van de kennis in de praktijk door ontwerp; en 3. gesprekken met deelnemers. Als eerst neemt Patuelli deel aan twee conferenties over LARP als werkmethodologie. Vervolgens maakt ze een studiereis naar Slovenië, waar ze deelneemt aan trainingen en cursussen volgt aan Uppsala University over Transformative Play. Ook zet ze een samenwerking op met MinD in Italië, volgt ze een workshop van Mala Kline en gaat ze in gesprek met The Beautiful Distress, die een residentie in New York organiseren waaraan Patuelli deelneemt. Ter begeleiding van haar ontwikkeljaar benadert Patuelli, Elektra Diakolambrianou, David Bassuk en Nina Essendrop. De opgedane kennis past de ontwerper toe in een psychiatrische en educatieve context. Het werk wordt gepresenteerd als een lezing en een LARP-workshop tijdens Knuktpunk 2023.
Moreno Schweikle

Moreno Schweikle

Het werk van Studio Moreno Schweikle bevindt zich op het kruispunt van sculptuur, meubel, en installatie met als centraal doel: het tastbaar maken van het spanningsveld tussen natuur, cultuur, en technologie. De drie lijnen die Schweikle voorstelt in het ontwikkeljaar zijn: 1. een onderzoeksperiode om tot een dieper begrip te komen van historische- en materiaalkennis; 2. een residentie in Brazilië en cross-disciplinair mentorschap met als doel zijn onderzoeksvaardigheden beter te positioneren; en 3. een immersieve tentoonstelling die zijn artistieke visie zal uitdragen. Voor kennisverbreding op het gebied van additieve en circulaire productiemethoden onderneemt Schweikle een studiereis naar de beurs FormNext in Frankfurt. Voor zijn nieuwe werk 'Sometimes the water is the bridge' zoekt de ontwerper samenwerkingen met antropoloog en ethno-botanist Wolf Dieter Storl en filosoof Clemens Driessen. Voor zijn praktijkontwikkeling krijgt hij advies van curator Mercedes Gómez Gonzáles. Als presentatieplekken wordt gekeken naar locaties zoals P/////AKT in Amsterdam, PS101 in Keulen, en Triphase in Brussel.
Myrthe Krepel

Myrthe Krepel

Myrthe Krepel studeerde in 2018 af aan de master Design for Interaction aan de TU Delft. Als social designer maakt zij ervaringen en interventies rondom maatschappelijke uitdagingen. Met haar werk creëert zij tussenruimtes die mensen in staat stellen om te reflecteren op hun eigen handelen en denken. Komend jaar wil zij het performatieve karakter van haar werk verder ontwikkelen en maatschappelijke vraagstukken op een lichamelijke manier benaderen en uitwerken. Daarbij legt zij de focus op het thema machtsverhoudingen tussen overheid en burger. Haar ontwikkelplan bestaat uit drie fases. In de eerste fase gaat Krepel (belichaamde) kennis opdoen over het lichaam en leert zij werken met het lijf als onderzoeksinstrument en materiaal. Daarbij is Krepel van plan een opleiding te volgen waarin zij leert het lijf in te zetten bij maakprocessen, en volgt zij een workshop op het gebied van performance in de publieke ruimte. In de tweede fase past zij het geleerde toe in de context van de thematiek machtsverhoudingen, door performatieve interventies te doen in de publieke ruimte. Van dit onderzoek en deze interventies maakt Krepel een korte film, met hulp van een videograaf. In de derde fase richt Krepel zich op het presenteren van haar onderzoek en interventies aan publiek, het social design vakgebied en de overheid. Begeleiding zoekt zij onder meer bij acteur, theatermaker en docent Thomas Spijkerman, en kunstenaar en social designer Tabo Goudswaard.
Noëlle Ingeveldt

Noëlle Ingeveldt

Vanuit een fascinatie voor het keurig aangeharkte Nederlandse cultuurlandschap heeft Noëlle Ingeveldt (Berkveldt) tijdens de master Interior Architecture: Research + Design aan het Piet Zwart Instituut onderzoek gedaan naar artificiële natuur. Met haar achtergrond in ruimtelijk ontwerp benadert zij het Nederlandse landschap als interieur en focust zij op de frictie tussen mens, dier en landschapsinrichting. Haar digitale werken laten bezoekers een onderwerp vanuit een ander, niet-menselijk perspectief ervaren. In haar ontwikkelplan concentreert Ingeveldt zich op een onderzoek naar de mogelijk toekomstige aanwezigheid van grote carnivoren in Nederland. Hoe ziet Nederland eruit als er beren, lynxen of goudjakhalzen door ons cultuurlandschap wandelen? Met een speculatief ontwerp wil Ingeveldt voor de komst van deze dieren draagvlak creëren en Nederland hierop voorbereiden. Komend jaar verricht zij daartoe intensief bureau- en veldonderzoek in Roemenië, Servië en Spanje, middels interviews met biologen, ecologen en milieufilosofen. De uitkomsten van het onderzoek worden gepresenteerd als een non-lineair verhaal in de vorm van een multimediale, immersieve installatie en publicatie. Gedurende het ontwikkeltraject betrekt Ingeveldt interactie- en mediaontwerper Olivier Otten als coach, en is zij van plan zich technisch te verdiepen op het gebied van non-lineair storytelling, Artificial Intelligence en Virtual Reality.
Nohaila Gamah

Nohaila Gamah

Autodidact regisseur en scenarioschrijver Nohaila Gamah typeert haar praktijk als het vormgeven van menselijke ervaringen door middel van audiovisuele technieken. Ze gelooft in het maken van herkenbare en authentieke films die ontstaan in veilige ruimtes en waarin gelijkwaardige representatie centraal staat. Thema's die Gamah aansnijdt zijn biculturaliteit en genderindentiteit, spiritualiteit en intergenerationele overdracht. Komend jaar ontwikkelt de maker haar eigen stem en stijl, met als doel een nieuwe representatie te bieden, zodat normatieve beelden die we kennen over vrouw/man/mens zijn worden doorbroken. Hiervoor gaat Gamah onderzoek doen naar Afro-
surrealisme. Hiernaast verdiept zij zich verder in haar eigen culturele geschiedenis en wat het betekent om Marokkaanse Amazigh te zijn. Deze onderzoeken vormen de basis voor twee
Film projecten.
Nóra Békés

Nóra Békés

Ontwerper Nóra Békés is afgestudeerd aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag (KABK) in de richting Grafisch Ontwerp. Komend jaar werkt zij binnen het project 'Library of Narrative Types' een typografisch onderzoek naar cultureel-historische narratieven. Het onderzoek krijgt vorm in drie onderdelen: 1. een skeletstudie van het Romeins majuskelschrift; 2. een modernistisch modulair letterexperiment; en 3. het illustreren van organische groei in een lettertype. Hiervoor worden archieven bezocht en ontvangt Békés mentoring en technische ondersteuning van onder andere David Bennewith, Ramiro Espinoza, Françoise Berserik, Vera van de Seyp. Daarnaast zal ze de ATypl Tech Talks en de ATypl conferentie bezoeken. Het werk wordt gedeeld via een website in combinatie met een tentoonstelling en launch-event bij San Seriffe, Page Not Found of W139.
Paul Coenen

Paul Coenen

Paul Coenen behaalde in 2019 een bachelor Vormgeving aan de Design Academy Eindhoven. Als vormgever vindt Paul het zijn taak om producten te ontwerpen die een lange levensduur hebben, niet gevoelig zijn voor trends en uiteindelijk gemakkelijk te recyclen zijn. In zijn praktijk richt hij zich op de 'beperkingen' van de industrie en gaat hij op zoek naar nieuwe mogelijkheden door te experimenteren met materiaal. Komend jaar is Coenen van plan om zich onder meer te verdiepen in hydrovorming, een techniek voor het vervormen van plaatstaal en profielen door middel van vloeistof en druk. In samenwerking met specialisten van Expansor onderzoekt hij de mogelijkheden om deze techniek toe te passen in de meubelindustrie en zo de grenzen van productontwerp te verleggen. Daarnaast wil Coenen zich concentreren op de zakelijke kant van zijn ontwerppraktijk. Hiervoor zoekt hij hulp van een business coach en verschillende ervaren ontwerpers, die hem kunnen adviseren op het gebied van branding, bedrijfsvoering, en strategische marketing.
Paul Kuijpers

Paul Kuijpers

Dragqueen en trendwatcher Paul Kuijpers is geselecteerd tijdens de Scout Night in Utrecht. Kuijpers is opgegroeid in een klein dorp en ervaarde veel homofobie, hierdoor stelt hij zichzelf de vraag hoe je zowel veilig, als integer kan zijn naar je eigen identiteit. Met het ontstaan van de drag persona Cindy van der Loan maakt Kuijpers meer ruimte voor zichzelf en zijn ontwikkeling. In het ontwikkelplan omschrijft Kuijpers de vele facetten van drag en laat hij zich inspireren door Hollywood glamour. Het komende jaar gaat Kuijpers zich verder ontwikkelen als dragqueen met oog voor duurzaamheid. De maker wil zelfstandig outfits maken en gaat hiervoor zijn naaitechnieken verder ontwikkelen. Verder ontwikkelt hij zijn ontwerpvaardigheden verder door zowel fysiek als digitaal te ontwerpen. Dit gebeurt via feedbacksessies en onlinecursussen in digitaal modeontwerpen onder begeleiding van ontwerper Isabell Schulz. Met een tiendaagse pruikencursus bij de Haar Vakschool beoogt Kuijpers kwalitatief betere pruiken te maken. Om zijn performances te verbeteren neemt Kuijpers les bij choreograaf Shahin Damka. Voorts neemt Kuijpers deel aan een residentie bij New Order of Fashion en volgt hij de cursus 'Design, Science and Value in a Sustainable Clothing Industry' van Wageningen University and Research. De ontwikkeling en uitkomsten van het project presenteert Kuijpers tijdens de expositie van New Order of Fashion tijdens de Dutch Design Week.
Pernilla Philip

Pernilla Philip

Social designer en Crip* designer Pernilla Manjula Philip is in 2021 afgestudeerd aan het het Sandberg Instituut in de richting Design. Haar ontwerppraktijk komt voort uit de ervaringen die zij heeft opgedaan in het leven met een chronische ziekte. Met haar ontwerpen wil Philip het gesprek rond chronische ziekte en rechtvaardigheid voor mensen met een beperking faciliteren en bevorderen. Komend jaar richt Philip zich op de kloof die ontstaat wanneer zorginstellingen niet of slechts ten dele tegemoet komen aan de behoeften van mensen die afhankelijk zijn van medische behandelingen. Haar projectplan kent drie fasen. In de eerste fase ontwikkelt Philip twee workshops, waarin geëxperimenteerd wordt met verschillende hack- en diy-technieken in relatie tot medische gereedschapen en technieken. Tegelijkertijd vinden gesprekken plaats rondom de juridische en historische kanten van deze open-source hacking experimenten. Ook bredere vraagstukken rondom speculatieve zorg, veiligheid en agency in relatie tot behandelmethodieken komen in de workshops aan de orde. Binnen deze fase werkt Philip samen met experts als medisch-technicus Kate Cameron (AMC Amsterdam) en Open Insulin (VS). In de tweede fase verkent de ontwerper manieren waarop ze de kennis en vragen die tijdens de workshops naar bovenkomen kan versterken en vormgeven. Hiervoor gaat ze in gesprek met mentor en kunstenaar Jesse Darling en bezoekt ze de Wellcome Collection (Londen). In fase 3 werkt Philip aan een webpublicatie die breed toegankelijk is door de toevoegingen van audio-descriptie, beeldomschrijvingen en closed captioning. Ook hier betrekt Philip verschillende experts, waaronder Casper de Jong. Met deze aanpak beoogt Philip de focus van haar praktijk te verleggen van het creëren van eindproducten naar een praktijk die steunt op co-learning, co-creatie en kennisdeling.

* Crip: omvat mensen die een of andere vorm van handicap ervaren, zoals een of meer fysieke, mentale, leer- en zintuiglijke beperkingen. Mensen kunnen zich als Crip identificeren om trots te tonen, om over gehandicaptenrechten te praten, of om soorten beperkingen niet te hoeven rangschikken.
Pim Boreel

Pim Boreel

Audiovisueel ontwerper Pim Boreel is in 2019 afgestudeerd met een bachelor Creative Media and Game Technologies aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Met een fascinatie voor sonic storytelling en het cureren van audio gaat Boreel het komend jaar werken aan de ontwikkeling van zijn onderzoek- en muziek gedreven praktijk. Boreel stelt dat ontwerpers een cruciale rol spelen in het weergeven van zintuigelijk verborgen werelden en noemt geluid als onmisbaar element om de toeschouwer meer bewust te maken van diens omgeving. De ontwerper verbaast zich over de onwetendheid rondom diepzeemijnbouw en het extraheren van mineralen voor commerciële doeleinden zonder de ecologische consequenties te overzien. Vanuit deze opvattingen werkt Boreel aan het onderzoeksproject 'AquaPocalyps' over onderwatergeluiden. Met begeleiding van Robertina Šebjanič als mentor beoogt Boreel een beter idee te krijgen over het sonische karakter van aquatische ecosystemen. AquaPocalyps resulteert in drie uitkomsten. De eerste uitkomst is een live performance over de impact van diepzeemijnbouw op het zeeleven en de oceaanbodem in samenwerking met Post Neon. De tweede uitkomst wordt een hybride fictie 'Who is going to Hell for the Metals of Hades?' in samenwerking met Annemiek Höcker. Voorts zoekt Boreel coaching bij DJ en producent Joeri Woudstra. De derde uitkomst is een expositie bij murmur, een mediakunst- en geluidruimte in Amsterdam, die samen met curator en producent Femke Dekker wordt samengesteld.
Siddharth Pathak

Siddharth Pathak

Autodidactmaker Siddharth Pathak richt zich in zijn werk op de studie van gedrag en perceptie. Dit uit zich in een interdisciplinaire praktijk, waarin verf, bewegend beeld, gevonden materialen/objecten, sculptuur, performance, nieuwe media technologie en geluid worden gecombineerd in installaties. Sinds 2021 focust de maker zich op het ontwerpen van audiovisuele omgevingen die zijn publiek meeslepen in introspectieve ontmoetingen met 'het zelf'. Vragen die in zijn zoektocht centraal staan zijn: In een wereld overladen met zintuiglijke prikkels en informatie, wat is de aard van onze relatie met geluid? En: Wat is de rol van geluid in ons engagement en onze uitwisseling met materiële omgevingen? Komend jaar wil Pathak experimenteren met fragiele materialen, zoals glas en keramiek en hun sonische kwaliteiten onderzoeken.
Sophia Holst

Sophia Holst

Architect Sophia Holst heeft in 2018 haar master behaald aan de KU Leuven (Brussel). Komend jaar richt zij zich op het ontwikkelen van een kritische praktijk, waarin ze zowel in opdracht als op eigen initiatief kan werken. Dit doet zij aan de hand van het project 'Housing Pain, Healing Strategies', een voorstel voor alternatieve renovatiestrategieën, zonder uitplaatsing van lokale gemeenschappen, maar met sensitiviteit voor de bestaande sociale en architectonische context. Het onderzoek leidt tot een handleiding die drie onderdelen omvat: een journalistiek artikel over Amsterdam Nieuw-West en de Tweebosbuurt in Rotterdam, een serie referenties op basis van studiereizen en een aantal ontwerpvoorstellen. Daarnaast werkt Holst aan haar communicatievaardigheden, website en roept ze advies in van onder andere Veerle Alkemade voor het verder professionaliseren van haar praktijk.
Steef Offerhaus

Steef Offerhaus

Illustrator en maker Steef Offerhaus is geselecteerd tijdens de Scout Night Rotterdam. In het ontwikkelplan omschrijft Offerhaus de ambitie om een kledingcollectie te ontwerpen als ode aan ravers, skaters en iedereen die buiten de norm valt. Onder de naam Paradice, wat zich vrij vertaalt naar 'een paradijs voor iedereen', combineert Offerhaus mode, grafisch ontwerp en evenementen. De maker stelt dat Paradice moet staan voor individuele verantwoordelijkheid, creativiteit, autonomie en het naleven van je eigen idealen. Het komende jaar gaat Offerhaus onderzoek doen, onder begeleiding van Marieke Holtes, naar rave cultuur. Hij doet dit door interviews af te nemen, theoretisch onderzoek te volgen en informatie te documenteren. Voor de collectie gaat Offerhaus experimenteren met diverse textieltechnieken en ontwerpen onder begeleiding van Anna van Jaarsveld. Ook bezoekt Offerhaus het Groningse productiebedrijf Kleerlijk en leert hij onder toezicht van Jesse Nikolaj meer over digitale programma's voor schetsen, moodboards en naaipatronen. Het onderzoek en de collectie komen samen in een rave, die Offerhaus in samenwerking met Steven Morais organiseert. De looks worden vastgelegd door fotograaf Lois Cohen en met behulp van Marleen Ettema gestyled. Offerhaus beoogt om een groot publiek te bereiken en wint daarvoor advies in bij digitaal marketing adviseur Melle Wehman.
Stephanie Idongesit Ete

Stephanie Idongesit Ete

Architect en onderzoeker Stephanie Idongesit Ete is in 2021 afgestudeerd aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Tijdens haar ontwikkeljaar is Ete van plan om vier West-Afrikaanse kuststeden (Lagos, Accra, Dakar en Abidjan) nader te onderzoeken met als doel te leren van het culturele karakter van deze plekken, verschillende architectonische typologieen in kaart te brengen, te observeren en vast te leggen. Het bezoek aan de steden gebruikt Ete om haar netwerk van hedendaagse Afrikaanse architecten en ambachtslieden te versterken. Ze gaat samenwerkingen aan met verschillende mentoren, waaronder landschapsarchitect en stedenbouwer Remco Rolvink, architect Joseph Conteh (Sierra Leone) en architect Kabage Karanja (Kenia). Hiernaast volgt ze workshops bij makers als Mobolaji Ogunrosoye (MOE+ Art and Architecture, Lagos) en Namata Serumaga-Musisi (The Griot Introspect, Accra) en zoekt Ete contact met het team van African Architecture Matters (Amsterdam). Het geheel komt samen in de productie van een 'Anthology of Collages', een compilatie van artistiek vertaalde observaties die kan worden gebruikt voor toekomstig onderzoek of bouwprojecten in de bezochte steden. De voortgang van haar onderzoek is te volgen op het onlineplatform 'The Architectects Project' van Juliet Sakyi-Ansah.
Sunjoo Lee

Sunjoo Lee

Sunjoo Lee ontwerpt tools en media waarbij de biosfeer en de techno-sfeer bij elkaar komen. De hybride wereld die daarmee ontstaat, waarin menselijke tools door meer-dan-menselijke entiteiten worden gebruikt, noemt zij een conditie genaamd 'Inviting Invasions'. In het ontwikkeljaar heeft Lee de wens om een dieper begrip te ontwikkelen voor de tools die ze gebruikt in relatie tot de esthetiek die daaruit voortkomt. Daarnaast wil ze loskomen van de Nederlandse context en in het buitenland inzichten krijgen over hoe andere culturen de verhoudingen zien tussen de biosfeer, technologie en industrie. In het jaar wordt gewerkt aan drie onderzoekvragen rondom: computatie, creatieve productie, en veldwerk. Hierbij krijgt Lee ondersteuning in de praktijkontwikkeling van Jip en Ko de Beer, Jap Smits, Dr. W. Bouten, Dr. R. Fuller, en volgt ze cursussen in web automatie, Javascipt, AI en vogelobservatie. Met het project 'Terra Invasion' worden kustvogels in de Waddenzee in Nederland en de Gele Zee in Oost-Azië gevolgd. Voor dit project wordt er coaching gezocht bij Arne Hendriks, Mark IJzerman en Sema Bekirovic. De bevindingen en 'acts' worden verzameld en online gepubliceerd. Met het project 'Tree-001' wordt een boom via een livestream gevolgd, hiervoor wordt er samengewerkt met Seokyung Kim en Timm Donke. Het project krijgt uiting in een launch-event voor de website.
Taya Reshetnik

Taya Reshetnik

Taya Reshetnik is een grafisch ontwerper, onderzoeker en visueel verhalenverteller. Als studio2992 vertelt ze verhalen over menselijke ervaringen in de stedelijke omgeving, waarbinnen ze zich met name richt op de openbare ruimte. De projecten materialiseren zich als digitale assemblages van gevonden en zelfgeproduceerde tekst, audio, en (video)beelden. Tijdens het ontwikkeljaar wil Reshetnik met het project '87 Days' een nieuw perspectief brengen op de vraag hoe de openbare ruimte zou kunnen functioneren. In de eerste fase zal er onderzoek worden gedaan naar het verhaal van Yvonne Paul, die in 1967 maar liefst 87 dagen op Schiphol verbleef. Dit onderzoek wordt gedocumenteerd in een publicatie, die vervolgens verder ontwikkeld zal worden tot een video-installatie. De wens van Reshetnik is om, naast de galerie-context, het werk te presenteren in de publieke ruimte. Ook zal studio2992 een pop-up tentoonstelling organiseren, waarvoor een open call uitgezet zal worden.
The Nightmare Disorder

The Nightmare Disorder

Benji Nijenhuis en Nemo Cheminée vormen samen het duo The Nightmare Disorder (TND) en zijn in 2020 afgestudeerd met een bachelor Fashion Design aan ArtEZ. Het duo laat zich inspireren door thema's als nostalgie, fantasie en uitsluiting. Het anders-zijn en queerperspectief van de modeontwerpers spelen hierbij een belangrijke rol. In het ontwikkeljaar gaat TND zich zowel artistiek als zakelijk professionaliseren en mogelijkheden richting de filmindustrie verkennen als kostuumontwerpers. Het ontwikkelplan bestaat uit een verkenningsreis naar London, een-op-een begeleiding van kostuumontwerper Angela Mombers en conceptuele verdieping onder begeleiding van cultuur-analyticus Joy Bomer. Tijdens de verkenningsreis beoogt TND meer inzicht te krijgen in vooraanstaande costumières en hun werkwijzen. Mogelijke opties zijn Jenny Beavan, Michele Clapton en Jany Temime. Angela Mombers begeleidt het duo in het samenstellen van de kostuums die veel technische en artisanale vaardigheden vereisen, vanwege de focus die TND legt op het gebruiken van 16de en 17de-eeuwse referenties, technieken en gebruiken. Met de begeleiding van Joy Bomer gaat TND opzoek naar nieuwe artistieke aanknopingspunten. Tot slot komen de verschillende onderdelen van het ontwikkelplan samen in een live-event waarin film en ontwerp samenkomen.
Tim van Hooft

Tim van Hooft

Tim van Hooft, afgestudeerd aan de Willem de Kooning Academie, werkt met game-engine software en CGI aan speculative storytelling en worldbuilding rond de thematiek van het Antropoceen. Tijdens het ontwikkeljaar wil hij onder de naam Timaeus zich beter positioneren als onderzoeker op het gebied van worldbuilding als potentiële plek voor het verbeelden van alternatieve ecologische en technologische transformaties. Om meerdere perspectieven te betrekken in zijn praktijk zoekt Timaeus begeleiding bij FIBER en Modem. De onderzoeksperiode resulteert in een research paper, waarvan de uitkomsten in de praktijk worden gebracht in twee installaties. Voor de ontwikkeling van zijn technische vaardigheden wil Van Hooft cursussen volgen over Unreal Engine en Narrative & Storytelling. Gedurende het ontwikkeljaar worden ook een aantal studiebezoeken afgelegd, onder andere naar Jakob Kudsk Steensen's studio Erratic Animism.
Timothy Scholte

Timothy Scholte

Modeontwerper Timothy Scholte is in 2018 afgestudeerd met een bachelor in Textile and Fashion Design aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. De modeontwerper heeft een sterke interesse in hoe de maatschappij kijkt naar seks. In het ontwikkelplan omschrijft Scholte de ambitie om op kritische wijze te onderzoeken hoe onderwerpen als seks, het lichaam, onrealistische schoonheidsidealen, de effecten van digitale filters en pornografie door de maatschappij worden ervaren. Gedurende het ontwikkeljaar werkt de ontwerper aan een onderzoek en maakt hij een collectie van acht outfits en drie draagbare sculpturen. Voor het onderzoek bezoekt Scholte het fetisj festival Folsom Fair in Berlijn en duikt hij onder begeleiding van Amber Vineyard in de Ballroomscene om een beter begrip te krijgen van de geseksualiseerde categorieën. Voorts gaat Scholte zich professionaliseren in leerbewerkingstechnieken, volgt hij cursussen in 3D-printen en zoekt hij samenwerkingen op met grime artiesten. Scholte beoogt het onderzoek te publiceren in een boek en de stukken te presenteren tijdens de Dutch Design Week 2023, FASHIONCLASH en tijdens het vijfde Utopia Ball in de Kunsthal.
Tymon Hogenelst

Tymon Hogenelst

Tymon Hogenelst maakt deel uit van Studio Wild, een ontwerppraktijk die zich veelal bezighoudt met architectuur- en landschapsprojecten in het Italiaanse platteland. Zijn interesse ligt in hoe site-specific narratieven, volgens een niet-nostalgische en kritische houding, het architectonische landschap kunnen verrijken. Met zijn plan 'Situated Architecture' wil Hogenelst zich verdiepen in de materiele cultuur van Ligurië en dit vertalen naar een architectonische interventie. De onderzoeksvragen uit zijn afstudeerproject 'The Situated House' aan de TU Delft worden voortgezet om het onderwerp tacit knowlegde beter te begrijpen. Deze kennis wordt vervolgens via het project 'The Gate' in de praktijk gebracht. Ondersteunend hieraan is Hogenelst van plan een aantal cursussen te volgen, waaronder: een taalcursus Italiaans, een schrijfcursus en cursussen in bronsgieten, lassen, en houtskool maken. Ook is hij van plan de Beroepservaringsperiode (BEP) te doorlopen, met Enzo Valerio als mentor, om zijn architectentitel te behalen. Het beoogde ontwikkeljaar zal resulteren in een presentatie van architectonische modellen, tekeningen, foto's, en een kleine publicatie.

Adam Centko

Al tijdens zijn studie Interactive/Media/Design (IMD) aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten organiseerde Adam Centko een jaarlijks guerrillafilmfestival in de duinen van Den Haag: Sand Nudes. De gevestigde filmfestivals nemen zichzelf in zijn ogen een tikje te serieus, met een selectiebeleid waarbij je al met een bekende producer moet werken om binnen te komen en het onderwerp niet te luchtig mag zijn. Zijn bad cinema appreciation society pakt dat heel anders aan: iedereen mag meedoen, en de fun factor staat hoog in het vaandel – hoe kun je mensen anders motiveren om aan cinema te beginnen?

Het initiatief komt voort uit Centko's fascinatie voor bewegend beeld en alle parallelle realiteiten die je daarmee kunt creëren. De installatie waarmee hij afstudeerde, Silicon Sights, verkent de grensovergang tussen fysieke landschappen en hun digitale replica's, en hoe mensen zich in beide werelden bewegen. Dit project liet al zien hoe de digitale wereld afhankelijk is van de energiebronnen en technieken die wij eraan toewijzen. Geboeid door de infrastructuur achter het scherm, besloot Centko zijn onderzoek te verdiepen. Hij werkt aan de documentaire Invisible Infrastructures: 'We hebben het altijd over “the cloud”, wat heel romantisch klinkt. Maar in feite is dat een mooi woord voor gigantische datacenters.'

Hij ging achter de feiten aan: 'Hoeveel elektriciteit is er nodig voor een Instagram-post? En waar komt die elektriciteit vandaan?' In antwoord op die laatste vraag bezocht hij een kolenmijn in Duitsland. Hij dook in de silicium kristallen waar microchips van zijn gemaakt. Maar besloot gaandeweg ook de zachte waarden erbij te betrekken. 'Die kristallen zijn niet alleen cruciaal om de digitale techniek te laten werken, maar hebben kennelijk ook helende eigenschappen voor de mens.' In het verlengde daarvan liet Centko de techniek bijna helemaal los op een off-grid reis door het oerwoud van Maleisië. Bijna, want hij nam wel een camera mee om de droomwereld vast te leggen die hij in het echt om zich heen zag.

Bij een cursus aan het Berlin Art Institute over NFT's, onderzocht hij weer een heel andere kant van het digitale spectrum. Zo beweegt Centko voortdurend heen en weer tussen het digitale domein en het fysieke, in een poging de waarde van beide te vangen. Zijn laatste werk, Garden of Aether in opdracht van Slagwerk Den Haag, onderzoekt de impact van simulatie. Een zelfgebouwde computer laat een autonome cameraman zijn eigen digitale leven leiden – tot het te veel wordt en de simulatie crasht. 'Anders dan bij video laat je bij simulatie de controle los, die geef je aan de computer. Daarmee wordt het een soort videogame die zijn eigen spel speelt.'

Tekst: Willemijn de Jonge
Alexander Beeloo

Alexander Beeloo

Architect Alexander Beeloo groeide op bij de Nieuw-
koopse Plassen, in Zuid-Holland. Het afgelopen jaar onderzocht hij, tegen de achtergrond van grote vraagstukken van
dit moment zoals bodemdaling, CO2-uitstoot en de materiaaltransitie in de bouw, toekomstbestendigheid van dit ge-
bied als mogelijk productielandschap voor bouwmaterialen.
'De dualiteit van deze plek spreekt me aan: Er is agrarisch ge
bied en natuurgebied waarin riet wordt geoogst, dat wordt
kun je onbevooroordeeld naar een ontwerpvraagstuk kijken' gebruikt voor dakbedekking en gevelbekleding.

Door al deze 
'Als je niet in opdracht werkt, functies en processen te bestuderen, kun je een passend antwoord geven op lokale vraagstukken.' Beeloo's antwoord
in het kort: Leg een mozaïeklandschap aan met gemengde functies, waarin ruimte is voor veeteelt, natuur, 'natte teelt' 
van riet en lisdodde, en de verwerking van deze lokale gewas
sen tot bouwmaterialen.
Tijdens zijn onderzoek keek Beeloo steeds ook kri
tisch naar zijn eigen rol: Hoe kan ik me, als architect, verhouden tot dit vraagstuk (dat aan zoveel grote thema's raakt)?

Hoe kan ik de mogelijkheden van dit gebied verbeelden zodat ik iedereen bewoners, opdrachtgevers, boeren meekrijg in de verandering die nodig is? 'Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid als ontwerper om niet alleen kennis te ontwikkelen maar om ook te overtuigen.'
Zo toonde Beeloo tijdens een expositie in Nieuw koop materiaalstudies van onder andere lisdodde, riet en hennep materialen die lokaal kunnen worden verbouwd en bewerkt: 'Wanneer mensen zo'n materiaal kunnen voelen en ruiken, ontstaat er een gesprek. Je merkt dan dat mensen openstaan voor verandering en experiment.' Naast het materiaalonderzoek werkt Beeloo aan een ontwerp voor een uitkijktoren opgetrokken uit lokale bouwmaterialen. 'De toren is een illustratie van mijn onderzoek.

Niet alleen komen lokale materialen erin terug, ook kun je vanuit de toren kijken naar het nieuwe landschap, zoals ik me dat voorstel.' De komende tijd wil Beeloo zich explicieter richten 'Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid
ontwikkelen, maar om ook te overtuigen'
op zijn profilering als architect. Bij voorkeur is hij nauw betrokken bij de bouw van zijn ontwerpen en werkt hij op verschillende schalen: van het landschap in zijn totaliteit tot de schaal van materiaalgebruik en het architectonische detail. De vrijheid en autonomie die Beeloo ervoer afgelopen jaar mogen ook onderdeel worden van zijn identiteit: 'Als je niet in opdracht werkt, kun je onbevooroordeeld naar een ontwerpvraagstuk kijken en naar alle betrokken partijen luisteren. Ik hoop dat ik die open, onderzoekende houding kan vasthouden in toekomstige opdrachten.'

Tekst: Merel Kamp
Ameneh Solati

Ameneh Solati

Tijdens haar masterstudie aan de Royal London School of Art realiseerde Ameneh Solati zich dat een architectuurpraktijk ook kan bestaan uit het door een ruimtelijke lens naar de wereld kijken. Ze besloot als onafhankelijk onderzoeker verder te gaan. Voor haar onderzoek maakt ze gebruik van verschillende disciplines: van architectuurontwerp tot film en beeldende kunst, van lesgeven tot schrijven
'Hoe worden machtsdynamiek en verzet in perifere omgevingen uitgespeeld' en redactionele werkzaamheden. 'Mijn praktijk is gericht op het onthullen van ruimtelijke kennis die in een meer traditionele architectuurpraktijk niet wordt geactiveerd.'

Solati zet die disciplines in om verhalen te vertellen, om nieuwe inzichten en perspectieven op urgente vraagstukken te verwerven. 'Als ik terugkijk op alles wat ik tot nu toe heb gedaan, gaat mijn werk over alternatieve manieren van leven. Ik onderzoek hoe mensen leven die, gewild of ongewild, buiten de maatschappij vallen, die zich proberen te onttrekken aan wat maatschappelijk acceptabel wordt gevonden en bestaande systemen die dominant, extractief of uitbuitend zijn, proberen te weerstaan.'

In eerste instantie zond Solati een voorstel in voor een onderzoek naar alternatieve, culturele productie in Europa en meer specifiek Nederland. 'Maar ik besloot mijn aandacht te verleggen naar een ander project waar ik in dezelfde periode aan werkte en dat momentum kreeg. Dat is in essentie vergelijkbaar, maar speelt zich in een totaal andere context af.Het gaat over de Mesopotamische moeraslanden in Irak en de manier waarop de inheemse bewoners en het milieu er gedurende een geschiedenis van duizenden jaren zijn onderdrukt. De meeste moerassen werden begin jaren negentig drooggelegd. Het gebied kampt nu met catastrofale problemen als gevolg van waterpolitiek en klimaatverandering. De moerassen zijn een waterrijk gebied in het zuiden van Irak. Het was een uniek ecosysteem, huis van de inheemse bevolking en diverse niet menselijke soorten. Ik richt me op hoe machtsdynamiek en verzet in perifere omgevingen worden uitgespeeld om nationale verhalen uit te dagen. Mijn onderzoek gaat over de vraag hoe thema's als verzet, overheid, samenleving, gender, productie en ecologie beter kunnen worden begrepen in de context van dit specifieke gebied.'


Solati werkt inmiddels als redacteur voor het onlineplatform Failed Architecture en met lesgeven aan de Rietveld Academie in Amsterdam en de Design Academy in Eindhoven. 'Naast het onderzoek, heb ik gewerkt aan mijn schrijf- en redactievaardigheid.De talentontwikkelingsbeurs gaf me de vrijheid om in te gaan op de bronnen en kansen die op mijn pad kwamen, maar deze ook voor mezelf te creëren. De volgende stap is een veldonderzoek in Irak en uitvinden wat de beste manier is om op alle onderzoeksresultaten te reageren.'

Tekst: Lotte Haagsma
Anastasia Eggers

Anastasia Eggers

Anastasia Eggers heeft zich altijd al afgevraagd hoe ons complexe voedselsysteem werkt. Met Migrating Seasons, haar onderzoek naar migrerende seizoensarbeid, de fragiliteit en complexiteit van het voedselsysteem en de geopolitiek, komt ze dichter bij een antwoord. Ze nam de Nederlandse landbouw en voedselcultuur als startpunt. 'Het onderwerp is voor mij een manier om iets over de wereld te zeggen. We leven in een “post-seizoenenwereld”, want al gezamenlijke oogst te vieren' les is het hele jaar verkrijgbaar. Het verbouwen, oogsten en 'Onderdeel van het project consumeren van voedsel is niet meer afhankelijk van natuurlijke factoren.' Je zou haar een actieonderzoeker kunnen noemen:'Ik participeer in mijn eigen onderzoek om mijzelf vertrouwd
te maken met de context.' Zo werkte Eggers voor dit project tijdelijk in een groentekas in het Westland waar ze mensen interviewde en de oogst in het hoogseizoen, de overgang naar het winterseizoen en de voorbereiding op weer een nieuw seizoen op film vastlegde.


Het tastbare resultaat van haar participerende onderzoek is onder andere de uitgave van een hedendaagse interpretatie van de traditionele boerenalmanak, een kalender waarop wordt gedocumenteerd wat gedurende het jaar in de landbouw nodig is, zoals kennis over de zaaitijd, getijdetabellen en weersvoorspellingen. Door de wereldwijde handel en de modernisering van de technologie binnen de landbouw, raakte deze almanak 'uit de mode', samen met de rituelen en vieringen rondom de oogst. Eggers' boerenalmanak moet hier nieuw leven inblazen door nieuwe seasonal narratives te vertellen en inzichtelijk te maken wat voor ons verborgen blijft binnen het voedselsysteem.

Want wie zijn de betrokken partijen, hoe werkt de migratie van seizoenarbeiders en voedsel, en hoe zit het met de onderlinge afhankelijkheid van internationale handelsrelaties? Op een tijdlijn in de kalender licht ze thema's uit die onderwerp zijn van nieuwe, speculatieve rituelen rondom de oogst. Zoals een ritueel om de gezamenlijke oogst te vieren, of de overdracht van de aubergineoogst van het Westland naar het de andere grootste aubergine-exporteur van Europa in het Spaanse Almeria, gevisualiseerd met een Olympische fakkel als metafoor

Op verschillende momenten in haar onderzoek werkt Eggers samen, zoals met dr. Clemens Driessen van de Universiteit Wageningen die onderzoek doet naar de geschiedenis en toekomst van het Westland, en met grafisch ontwerper Benjamin Sporken die haar adviseert over de grafische laag in de boerenalmanak.

Tekst: Viveka van de Vliet
Angeliki Diakrousi

Angeliki Diakrousi

Angeliki Diakrousi studeerde architectuur in Griekenland en Experimental Publishing aan het Piet Zwart Institute in Rotterdam. Ze bouwt vanuit haar interesse in de sociale aspecten van technologie en design aan een interdisciplinaire praktijk. 'Ik ben geïnteresseerd in de politiek van sociale media en hoe deze digitale infrastructuur zich verhoudt tot de fysieke, publieke ruimte van de stad. De manier waarop die ruimtes zijn ontworpen, werkt vaak beperkend. Mensen hebben verschillende manieren om de wereld te begrijpen, ik geloof erin dat
die verschillen in de stad en online moeten kunnen bestaan. Het bedenken en verbeelden van andere, techno sociale toekomsten, dat is waar ik me samen met Varia, de collectieve praktijk in Rotterdam waar ik deel van uitmaak – mee bezig houdt.'


De afgelopen periode werkte ze aan twee projecten. Hunting Mosquitos gaat over de inzet van de Mosquito in Rotterdam om te voorkomen dat jongeren in de publieke ruimte rondhangen. 'Het is allereerst een sociaalpolitiek vraagstuk dat ik vanuit een artistiek onderzoek benader.' Het tweede project is een collectief onderzoeksproject van een groep, overwegend Griekse, performers, kunstenaars en architecten. 'WordMord gaat over taal, code en trauma. Hiervoor ontwikkelen we performatieve acties en digitale tools, scripts en programmeerexperimenten. Ons onderzoek beweegt tussen taal, kunst en technologie. We vragen aandacht voor het geweld in de Griekse taal. Dat gaat niet alleen over de gesproken taal, maar ook over de technologische taal, de code, die de bias die in de gesproken mensentaal bestaat, soms reproduceert.'

Diakrousi gebruikte haar ontwikkeljaar vooral om te reflecteren op haar positie als onderzoeker en maker en de manier waarop ze haar praktijk vorm wil geven. Ze bezocht uitgebreid de Documenta in Kassel, waar ze veel leerde over collectief werken. 'In Kassel spraken we bijvoorbeeld over hoe je kunt omgaan met gezamenlijke budgetten.' Ondertussen experimenteert ze met verschillende presentatievormen. Voor Hunting Mosquitos organiseert ze bijvoorbeeld wandelingen langs plekken in Rotterdam, Oslo en Amsterdam, om deelnemers de impact van de technologie te laten ervaren. Ze gaf workshops tijdens het tweejaarlijks festival Art Meets Radical Openness (AMRO) in Linz, Oostenrijk. En eind dit jaar neemt ze deel aan een groepstentoonstelling in Tent, Rotterdam.

Tekst: Lotte Haagsma
Anne Nieuwenhuijs

Anne Nieuwenhuijs

Haar afstudeerproject als landschapsarchitect ging over giftig slib in de Schelde, en wat je daarmee kunt doen. Het leidde tot haar aanvraag voor een talentontwikkelingsbeurs, en daaropvolgend een jaar waarin Anne Nieuwenhuijs zich verdiepte in grondstoffen en hun eigenschappen.

'Het was een jaar dat ging over geduld én verdieping,' vat Nieuwenhuijs samen. 'Ik raakte namelijk steeds meer geïnteresseerd in de kleinste deeltjes van de aarde. Daarom wilde ik ook een cursus chromatografie doen, waarin je een techniek leert die mengsels van verschillende stoffen kan scheiden. Maar die cursus werd door corona steeds verzet, dus toen ben ik zelf met emmers en slib in de weer gegaan. Dat slib heb ik in bakjes gedaan in mijn studio. Ik ga het nog met een microscoop bekijken, om nóg verder in te zoomen, maar ook nu al kan ik experimenten uitvoeren. Wat gebeurt er als je zaden toevoegt? Of andere stoffen? Hoe droogt dat slib op en wat ís het dan als het geen slib meer is? Mijn hele werkplek staat vol met bakjes.'

Het is een vorm van kennis over de aarde die ze niet bij haar opleiding meekreeg. Natuurlijk leerde Nieuwenhuijs tijdens haar studie over veen- en kleigrond en over zand. 'Maar wat dat écht betekent leer je niet. Hoe ziet die samenstelling eruit? Wanneer is klei geen klei meer, en hoe gaan die deeltjes zich dan gedragen? Er is bijvoorbeeld een bepaald soort giftig slib uit de Schelde dat prachtig glazuur voor kunstwerken oplevert. Er zijn kunstenaars die er speciaal naar op zoek gaan. Dat inspireerde me en die inspiratie kwam terug in de keramiekcursus die ik deed: daar ging ik ook mengen. Ik kreeg “pure” studioklei om iets mee te maken, maar ik voegde er zand aan toe. Vanuit de gedachte: Hoe gedraagt de ene grondsoort zich ten opzichte van de andere?'

Er valt ongelooflijk veel te ontdekken en Nieuwenhuijs gaat dat doen, op haar eigen voorwaarden. 'Ik merk dat ik door te experimenteren, door te bestuderen en te noteren, steeds preciezer weet hoe ik mijn experimenten wil uitvoeren en ik voel me daarbij gesteund door het Stimuleringsfonds.'

Bovenal wil ze haar experimenten zonder oordeel uitvoeren. Dus niet: Waar vind ik de grondsoort die het meest geschikt is voor een park? Maar rustig kijken wat de potjes in haar studio zelf doen. Luisteren, dat zou je ook kunnen zeggen. Eerst luisteren en kijken naar die kleine deeltjes, daarna pas terugpraten.

Tekst: Jowi Schmitz
Ant Eye

Ant Eye

Hanneke Klaver en Tosca Schift maken werk op het snijvlak van ontwerp, performance en film. Ze ontmoetten elkaar op de kunstacademie ArtEZ in Arnhem, waar ze beiden afstudeerden in de richting Product Design. Klaver en Schift zijn onafscheidelijk en opereren onder de naam Ant Eye. Klaver: 'De objecten die we maken zijn niet functioneel, het is anti-design. Omdat we 'anti' te negatief vonden klinken, kozen we een woord dat je anders schrijft maar bijna hetzelfde uitspreekt. Een mierenoog ziet details, bekijkt iets telkens vanuit een ander perspectief.'

De kunst van Ant Eye laat zich het best omschrijven als speels, absurdistisch en enigszins magisch. Het spanningsveld tussen het alledaagse en het onwerkelijke staat centraal en vormt het vertrekpunt naar een fantasierijke wereld. Schift: 'De objecten die we maken worden door ons belichaamd en komen zo tot leven. Door letterlijk in ons werk te kruipen – en ermee te experimenteren – vinden we invalshoeken die ons meer leren over wat de rol van ontwerp zou kunnen zijn.' Zoals een omgebouwde rijdende en vliegende wasmachine die sokken 'opeet'. Dit personage speelt de hoofdrol in Sock Monster. Deze dertien minuten productie – de eerste korte film die Klaver en Schift voor een filmfestival maakten – ging begin april 2022 in première op het Go Short – International Short Film Festival in Nijmegen. Klaver: 'Voor ontwerpers is een object vaak het eindproduct. Bij een presentatie staat het op een sokkel met een korte omschrijving erbij. Bij performance en film begint het juist met het object. Door tijd, sfeer, geluid en interactie schep je meer ruimte voor het verhaal van het object.'

Afgelopen jaar werd Ant Eye ondersteund door filmmaker Douwe Dijkstra en designtheoriedocent Rana Ghavami. Een ontdekkingsreis die Klaver en Schift, al lezend, lerend en kijkend, op het pad van het magisch-realisme bracht. Schift: 'De ambiguïteit – het gegeven dat iets verschillende waarheden en verhalen kan bevatten – spreekt ons enorm aan. Wij zoeken niet naar één essentie of betekenis, maar naar meerstemmigheid. We willen de kijker uitdagen om zelf betekenis te vinden. Dat het werk dan niet altijd op het eerste oog te plaatsen is, is niet erg. Deze schuring willen we nog meer gaan opzoeken.'

Tekst: Iris Stam
Axel Coumans

Axel Coumans

Social Designer Axel Coumans (Atelier Coumans) studeerde aan de Design Academy Eindhoven. In zijn praktijk benadert hij ecologische thema's vanuit verschillende sociale contexten en een niet-menselijk perspectief. Luisteren is volgens hem een van de belangrijkste vaardigheden voor een social designer. In zijn werk staan bomen centraal; van de plataan op het terrein van zijn eigen werkplek, tot de oerbossen van Polen.
Baratto&Mouravas

Baratto&Mouravas

Nicola Baratto en Yiannis Mouravas studeerden aan het Sandberg Instituut toen ze ontdekten dat hun interessegebieden goed op elkaar aansloten. Terwijl Baratto werkte vanuit dromen en droomlandschappen, richtte Mouravas zich op archeologie. Dat gaat heel goed samen, bewezen ze in een aantal bijzondere onderzoeksprojecten. Inmiddels werken de twee al jaren als Baratto&Mouravas. Ze ontwikkelen momenteel hun vierde researchproject, Zolfo Rosso.

Overblijfselen uit vervlogen tijden vormen zowel het uitgangspunt als de inspiratiebron voor het duo. Denk aan een scheepswrak, een zuil, een woestijn, een oude landkaart. Wat is erover bekend? Wat voor betekenis heeft het vanuit historisch, archeologisch en sociaal oogpunt? En wat kun je je bij die bevindingen nog meer voorstellen? Met behulp van archieven, historische artefacten en een poëtische blik begint het duo aan hun Archaeodreaming; een multidisciplinaire methodologie die archeologie combineert met het maken van droomlandschappen.

Mouravas: 'In de archeologie heb je niet altijd te maken met vaststaande feiten; er wordt veel gebruikgemaakt van aannames.' Baratto: 'De nacht is een bijzonder tijdvak om dingen te overdenken. In je dromen maak je verhalen die overdag niet kunnen ontstaan. Ik noem dat re-imagine. Je kunt jezelf daarin trainen. Daar komen vaak waardevolle verhalen en beelden uit. Die integreren we in ons werk.'

Baratto en Mouravas: 'Wat ons betreft doen archeologen en dromers hetzelfde: ze verbinden verleden, heden en toekomst. Een archeoloog graaft iets op uit het verleden, brengt het naar het heden, en projecteert de waarde ervan in de toekomst. In dromen graaf je in je herinneringen. Met de beelden die ontstaan, creëer je een scenario waarin verleden, heden en toekomst in elkaar overlopen. Wij verwerken de beelden van de archeoloog en de dromer, en scheppen zo een geschiedenis voor ons toekomstig publiek.'

Momenteel werkt het duo dus aan Zolfo Rosso, een Archeodroom-project dat uiteindelijk vorm zal krijgen in een 16mm-filminstallatie. Baratto: 'De film speculeert over de totstandkoming van een ondersteboven getekende wereldkaart uit de twaalfde eeuw. We volgen in eerste instantie de geograaf en verweven deze historische zoektocht met het werk van een jonge filmmaker die in het heden leeft.' Mouravas: 'In o